Vis allergie
Vis allergie is gelukkig geen allergie maar een vis aversie. Omdat toch meer lezers zoeken op de term vis allergie gebruiken we maar de benaming ‘aversie’ en ‘allergie’ door en naast elkaar. Een derde van de Nederlanders eet slechts één keer per maand of zelfs minder vis. Dit ligt ruim onder de aanbeveling van twee porties vis per week.
In 2011 werd in Nederland totaal 77 miljoen kilogram vis gegeten. 58 miljoen kilogram werd thuis gegeten en 19 miljoen kilogram vis werd buitenshuis gegeten. Binnenshuis werd vooral Pangasius gegeten. Buitenshuis was kibbeling de populairste snack. Toch zijn er ook mensen die helemaal geen vis eten, omdat zij hier een afkeer tegen hebben. Een vis aversie.
Vissen zijn dieren die in het water leven. Ademhalen doen vissen via de kieuwen. Dieren zonder wervel en kieuwen zijn eigenlijk geen vissen, maar worden hier wel vaak tot gerekend. Voorbeelden van ongewervelde dieren zijn kwallen, inktvissen en oesters. Voorbeelden van schaaldieren zijn kreeft, krab en garnalen. Schelpdieren zijn dieren die in één of twee schelpen zitten. Voorbeelden van schelpdieren zijn mosselen en oesters. Schaal- en schelpdieren hebben dezelfde gezondheidsvoordelen als vis. ‘Zeevruchten’ is de overkoepelende naam voor schaal- en schelpdieren. Vrouwtjesvissen produceren eitjes of kuit. Mannetjesvissen produceren hom, waarmee de eitjes bevrucht kunnen worden. Het ‘vlees’ van de vis is vaak blank. Dit komt doordat er geen bloedvaten in zitten. Zalm is roze door de garnalen en kreeftjes die hij eet.
Vissen zijn in te delen in verschillende visfamilies:
- Kabeljauwachtigen, zoals kabeljauw, schelvis en koolvis.
- Haring- en makreelachtigen, zoals haring en makreel.
- Zalmachtigen, zoals zalm en forel.
Er is ook een indeling in zout- en zoetwatervissen. Zoutwatervissen zijn bijvoorbeeld tonijn, sardien, heilbot en wijting. Zoetwatervissen zijn bijvoorbeeld baars, karper, meerval en steur. Paling en zalm kunnen in zowel zout als zoet water leven.
Vissen kunnen ook nog onderscheiden worden naar bouw en leefgebied:
- Rondvissen: Rondvissen leven boven in het water. Voorbeelden van rondvissen zijn kabeljauw, wijting en zalm.
- Platvissen: Platvissen zijn plat en leven op de zeebodem. Voorbeelden van platvissen zijn tong, schol en tarbot.
- Pelagische vissen: Pelagisch betekent ‘diepzee’. Pelagische vissen zwemmen zowel bovenin als op de bodem. Voorbeelden van pelagische vissen zijn haring, makreel en sardine.
Vis kan in veel vormen gekocht worden, zoals rauw, ingevroren, in blik, verwerkt, gebakken, gezouten, gerookt, gedroogd en gemarineerd. In de diepvries blijft magere vis ongeveer 6 maanden goed. Vette vis blijft ingevroren ongeveer 3 maanden goed. Vis is gezond. Vis bevat veel eiwit, vet, vitamine A, vitamine B, vitamine D en mineralen, zoals jodium. Eiwit kent in het lichaam verschillende functies. De belangrijkste functie van eiwit is de bouwstoffunctie. Eiwit vormt een belangrijk onderdeel van de spieren, organen, zenuwen, botten en het bloed. Zenuwen zijn prikkelgeleidende lichaamsdraden. Door de zenuwen kunnen mensen prikkels zoals pijn voelen.
Het vetgehalte van vissen verschilt erg per soort, maar ook per seizoen, leeftijd en leefmilieu. Magere vissen, zoals schelvis en wijting, bevatten 0-2% vet. Gemiddeld vette vissen, zoals baars en tonijn, bevatten 2-10% vet. Vette vissen, zoals makreel en haring, bevatten meer dan 10% vet. Vis bevat vergeleken met vlees meer onverzadigd ‘goed’ vet. Een deel van dit onverzadigde vet bestaat uit omega 3-langeketenvetzuren, genaamd docosahexaeenzuur (DHA) en eicosapentaeenzuur (EPA). Deze langeketenvetzuren zijn goed voor het hart en verkleinen de kans op een hartstilstand. DHA en EPA staan bekend als visvetzuren. DHA en EPA komen bijna alleen in vis voor. Vooral vette vissoorten zijn rijk aan omega 3. Maar lang niet alle vissoorten bevatten veel omega 3. De omega 3 rijke vissoorten eten veel algen. In bepaalde algen zit veel omega 3, op die manier komt het ook in vis terecht. Deze algen worden ook wel gebruikt om supplementen van te maken. Omega 3 zit daarnaast in eieren, vlees, oliën en sommige noten. Toch is de hoeveelheid hierin een stuk lager dan in vis. Daarom wordt tegenwoordig omega 3 aan steeds meer producten toegevoegd. Door het eten van voldoende omega 3 kan de kans op een aantal aandoeningen verkleind worden.
Het gemiddelde cholesterolgehalte van vis is vergelijkbaar met het cholesterolgehalte van vlees. Sommige vissoorten bevatten echter wel veel cholesterol. Paling is een vissoort welke veel cholesterol bevat. Ook kuit en hom bevatten veel cholesterol. Cholesterol is een vettige stof. Deze stof kan door het lichaam zelf worden gemaakt. Dit gebeurt in de lever. Ook kan cholesterol worden opgenomen uit de voeding. Vaak wordt gedacht dat cholesterol vooral slecht is voor de gezondheid. Toch is voldoende cholesterol in het lichaam noodzakelijk voor een goede gezondheid. Te veel cholesterol in het bloed kan zich echter in de binnenkant van de bloedvaten ophopen. Als deze ophopingen te groot worden, kunnen de bloedvaten dichtslibben. Dit kan een hart- of herseninfarct tot gevolg hebben.
Zoals eerder aangegeven komt vitamine A, B, D en mineralen veel in vis voor. Vitamine A is goed voor het gezichtsvermogen, de groei bij kinderen, de vorming van hormonen en voor de opbouw en werking van weefsels (vb. longweefsel en de huid) in het lichaam. B-vitaminen zijn vooral nodig voor het functioneren van de stofwisseling. De stofwisseling is de omzetting van stoffen in het lichaam. Vitamine D zorgt voor sterke botten en tanden. Verder is vitamine D belangrijk bij het in stand houden van de weerstand. Een goede weerstand beschermd tegen ziekten en infecties. Jodium is een belangrijke voedingsstof voor de schildklier. De functie van de schildklier is de aanmaak van schildklierhormonen. Schildklierhormonen zijn noodzakelijk voor de groei, de stofwisseling en het zenuwstelsel. De stofwisseling is het geheel van processen die voedingsstoffen omzetten in andere stoffen. Het zenuwstelsel speelt een rol bij alle handelingen van het lichaam. Het zenuwstelsel stuurt bijvoorbeeld spieren aan en verwerkt prikkels die men met de zintuigen waarneemt.
Een gemiddeld huishouden koopt slechts één keer per 2,5 week vis. Dit ligt onder de aanbeveling om 2 keer per week vis te eten. 85% van de Nederlanders volgt de aanbeveling dan ook niet op. De meest verkochte vissoorten zijn gerookte zalm, zoute haring en diepvrieszalm. Om voldoende DHA en EPA binnen te krijgen, wordt aanbevolen twee keer per week vis te eten, waarvan één keer vette vis. Vissen kunnen schadelijke stoffen bevatten door de vervuiling in de zee. Het is daarom goed om te variëren in vissoorten. Vis kan ook besmet zijn met een bacterie (Listeria) die schadelijk is voor zwangere vrouwen, kinderen, mensen met een lage weerstand en ouderen. Het is daarom voor deze groepen mensen verstandig geen voorverpakte gerookte vis te eten. Vis kan gevangen of gekweekt worden. Beide hebben hun voor- en nadelen.
Er zijn keurmerken voor duurzame vis. Bijvoorbeeld het Marine Stewardship Council-keurmerk (MSC) en het Aquaculture Stewardship Council-keurmerk (ASC). Het keurmerk geeft aan dat het product voldoet aan de gestelde voorschriften. Stichting De Noordzee en het Wereld Natuur Fonds hebben de VISwijzer bedacht. De VISwijzer is een hulpmiddel welke aangeeft welke vissoort op een verantwoorde manier is gevangen of gekweekt. Op de VISwijzer staan ook de vissoorten met het MSC en ASC keurmerk vernoemd.
Intolerantie en aversie
De naam ‘intolerantie’ stamt af van het Latijnse woord ‘tolerantia’. Intolerantie betekent onverdraagzaamheid. Bij een intolerantie is er sprake van een ongewone lichamelijke reactie op een bepaalde stof. Men kan last hebben van een intolerantie voor medicijnen of alcohol. Maar er bestaat ook voedselintolerantie. Bij een voedselintolerantie kunnen bepaalde voedingsmiddelen niet of maar in kleine hoeveelheden genuttigd worden. 12% van de bevolking denkt een voedselintolerantie te hebben. Waarschijnlijk is dit maar bij ongeveer 2% werkelijk het geval. Dit komt doordat mensen lichamelijke klachten aan voedingsmiddelen koppelen, terwijl voeding niet altijd de oorzaak is.
Een voedselaversie is een speciale vorm van voedselovergevoeligheid. Bepaalde voedingsmiddelen worden niet gegeten door afkeer uit angst voor de gevolgen. De reacties op bepaalde voedingsmiddelen zijn psychisch van aard. Lichamelijke klachten worden veroorzaakt door de emoties die gepaard gaan met de situatie. Er ontstaan dus geen lichamelijke klachten door het eten van het voedsel. Bij een voedselaversie denkt men al snel aan kinderen die weigeren bepaalde voedingsmiddelen te eten. Voedselaversies komen dan ook het meest voor bij kinderen met de basisschoolleeftijd.
Symptomen vis allergie (aversie)
Zoals eerder vermeld worden de klachten bij een voedselaversie veroorzaakt door emoties.
Bij een vis allergie (aversie) kunnen de volgende lichamelijke symptomen voorkomen:
- neiging tot braken;
- misselijkheid;
- braken.
Psychische symptomen zijn:
- angst;
- stress;
- overige negatieve gevoelens.
Oorzaak geen vis eten
Een vis allergie (aversie) kan al ontstaan zodra vast voedsel wordt gegeten. Een voedselaversie ontstaat meestal door een negatieve ervaring met een bepaald voedingsmiddel. Bijvoorbeeld het ziek worden na het eten van haring. Dit roept een negatief gevoel op bij vis. Een aversie die op deze manier ontstaat, ontstaat eerder bij een onbekend voedingsmiddel dat men nog niet vaak heeft gegeten. Een voedselaversie kan ook ontstaan na een periode van sondevoeding. Kauwen en slikken wordt eng bevonden en de sfeer rondom eten is dan niet positief. Sondevoeding is een dun vloeibare voeding die via een buigzaam slangetje(de sonde) in de maag of in de darmen komt. Een vis aversie wordt alleen maar erger als andere mensen aandringen tot eten of zelfs boos worden wanneer de vis niet gegeten wordt. Deze negatieve reacties roepen alleen maar meer negatieve gevoelens op rondom vis. Tijdens de zwangerschap kan een hunkering, maar ook een aversie naar bepaald voedsel ontstaan. Deze aversie komt door de verandering in hormonen en kan de hele zwangerschap duren. Ook door chemo- en radiotherapie kan het smaak- en reukvermogen aangetast worden. Deze achteruitgang van smaak en reuk kan een vis aversie tot gevolg hebben.
Diagnose vis allergie (aversie)
Een voedselaversie heeft geen speciale diagnose nodig om herkend te worden. Wel is het belangrijk een onderliggende ziekte uit te sluiten. Zo kan een persoon slikangst hebben, waardoor diegene bepaalde voedingsmiddelen niet wil eten. Een arts kan onderliggende ziekten opsporen of uitsluiten. Een persoon weet zelf of hij/zij een aversie heeft. Ook bij bijvoorbeeld een klein kind is een voedselaversie al snel te merken door de afkeer die het heeft tegen een voedingsmiddel.
Voeding en vis allergie (aversie)
Bij een vis allergie (aversie) moet duidelijk zijn welk product precies een afkeer oproept. Is dit bijvoorbeeld een bepaalde vissoort of alle vissoorten. Om van een vis aversie af te komen, zal de vis waar men een afkeer voor heeft juist gegeten moeten worden. Dit kan gerealiseerd worden door bijvoorbeeld de bereidingswijze aan te passen. Zo smaakt een stuk vis heel anders wanneer het in stukjes door bijvoorbeeld een pastagerecht zit, dan wanneer men bijvoorbeeld een ‘kale’ makreelfilet op bord krijgt. Het lichaam merkt dat het niet ziek wordt. Als het product meerdere keren achter elkaar gegeten wordt, zal de aversie afnemen. Na verloop van tijd is de aversie zelfs verdwenen. Ouderen kunnen zelf bepalen of ze wel of geen vis gaan eten. Bij kinderen ligt dit echter anders. Ouders zien hun kind het liefst alles eten, zodat ze zeker weten dat het kind geen tekorten oploopt. Bij kinderen kan het moeilijk zijn om ze toch vis te laten eten. Om het kind toch voldoende vis te laten eten kan de vis zo in de maaltijd verwerkt worden, dat het kind het niet doorheeft. Op deze manier kan het kind aan de smaak wennen. Wel is het van belang na verloop van tijd de vis weer ‘zichtbaar’ aan te bieden.
Het is verstandig om een kind op jonge leeftijd al veel gevarieerd voedsel aan te bieden. Het kind leert smaken kennen en de kans op afkeer is dan kleiner. De eerste paar keer dat het kind vis krijgt, kan het een vies gezicht trekken. Dit betekent niet meteen dat er sprake is van een voedselaversie. Een kind moet ongeveer 10 tot 15 keer iets proeven voordat het de smaak gewend is. Voor voedselaversies bij kinderen bestaan gedragstherapeutische behandelingen. Bij een gedragstherapeutische behandeling wordt gelet op: het eetgedrag, de symptomen en het ontwikkelingsniveau van het kind, de eetgewoonten van het gezin en de manieren die de ouders al hebben geprobeerd om het kind aan het eten te krijgen.
Bij een vis aversie kan een voedingsmiddel of gerecht dat vis bevat, ook geheel vermeden worden. Zo zijn er genoeg mensen die bijvoorbeeld geen kibbeling of pizza met vis eten, omdat ze hier niet van houden. Er moet wel gelet worden op eventuele tekorten die kunnen ontstaan. Vis is erg gezond. Vaak wordt dit toegeschreven aan de aanwezige vetzuren in vis. Maar vis bevat meerdere stoffen die waarschijnlijk een positief gezondheidseffect hebben. Een diëtist kan aangeven welke producten ter vervanging gebruikt kunnen worden om tekorten te voorkomen.
Ook kan een diëtist aangeven in welke voedingsmiddelen vis verwerkt is. Wanneer men naast vis ook niet van schaal- en schelpdieren houdt, kan de diëtist hierbij advies geven. Vis en schaal- en schelpdieren kunnen in producten verwerkt zijn, waarvan het niet verwacht wordt. Zo wordt kroepoek bijvoorbeeld gemaakt van garnalen. Sommige gerechten, zoals Pad Thai (Vietnamees noedelgerecht), kunnen vissaus bevatten. Vis kan ook ‘verstopt’ zitten in een kant-en-klaarmaaltijd of een salade. Bladerdeeghapjes op een verjaardag kunnen bijvoorbeeld ook vis bevatten. Een diëtist kan aangeven waar men op moet letten als men de ingrediëntenlijst van een product bekijkt.
Onderzoek vis
- Onderzoekers van de University of Pennsylvania hebben aangetoond dat de omega 3-vetzuren uit vis beter zijn voor een gezonde bloeddruk, dan de vetzuren uit een visoliesupplement. Het visvetzuur DHA zorgt ervoor dat de bloeddruk verlaagt door de bloedvaten te verwijden. Het kunstmatige DHA kan dit niet.
- Onderzoek laat zien dat ruim 85% van de Nederlanders te weinig vis eet. Een derde van de Nederlanders eet slechts één keer per maand of zelfs minder vis. Dit ligt ruim onder de aanbeveling van twee porties vis per week.
Externe informatie of producten
We zijn extern onderstaande boeken en producten, betreffende vis en andere etensaversies, voor u tegengekomen:
- Helping Your Child with Extreme Picky Eating. Auteurs Katja Rowell, MD & Jenny Mcglothlin, Engels, 224 pagina’s. A Step-by-Step Guide for Overcoming Selective Eating, Food Aversion, and Feeding Disorders.
- The Fun with Food Programme. Auteur Arlene McCurtin, Engels, 312 pagina’s. This programme provides exact prescriptions for therapeutic intervention with children who have aversion to oral eating, drinking and swallowing. For all those who ask ‘How do I get this child to eat?’ this is the answer!
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.