Alzheimer
Alzheimer en dementie zijn niet hetzelfde. Dementie is een syndroom dat voorkomt bij een groot aantal ziektes, waaronder de ziekte van Alzheimer.
Dementie is een aandoening waarbij de verstandelijke vermogens van een persoon drastisch achteruit gaan. De ziekte van Alzheimer is de bekendste vorm van dementie. Ruim 140.000 personen in Nederland lijden aan deze aandoening. In 2030 zal dit aantal naar verwachting gestegen zijn tot 400.000 personen. Lang niet al deze personen zijn ouderen. Ook jonge mensen worden getroffen door Alzheimer.
Iemand met de ziekte van Alzheimer is dement. Een dement persoon hoeft echter niet de ziekte van Alzheimer te hebben. Er zijn meerdere vormen van dementie. Deze voedingsdoelverdieping gaat uitsluitend in op de ziekte van Alzheimer en de dementie die daar bij hoort. Over andere vormen van dementie wordt meer informatie gegeven in het voedingsdoel ‘Dementie’. In deze voedingsdoelverdieping wordt veelal naar ‘hij’ verwezen. Hier kan uiteraard ook ‘zij’ worden gelezen.
Alzheimer oorzaken
Het lichaam is voornamelijk opgebouwd uit eiwitten. Deze eiwitten worden voortdurend opgebouwd, afgebroken en verplaatst. Alzheimer wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat een bepaald soort eiwitten (bèta-amyloïden) abnormaal wordt afgebroken. Hierdoor ontstaan schadelijke afbraakproducten die klonten vormen buiten de hersencellen.
Tevens spelen erfelijke factoren een rol. Alzheimer die op latere leeftijd begint is vermoedelijk een gevolg van een samengaan van zowel erfelijke- als omgevingsinvloeden. Een omgevingsinvloed is bijvoorbeeld de leefstijl. De vroege variant lijkt daarentegen vooral door erfelijke factoren bepaald. Uit onderzoek blijkt dat ook andere factoren, zoals een slechte voeding, bij zouden kunnen dragen aan het ontstaan van Alzheimer.
Symptomen en kenmerken Alzheimer
De bekendste symptomen van dementie in zijn algemeenheid en dus ook bij Alzheimer zijn het verlies van spraak, veranderingen in de persoonlijkheid en vergeetachtigheid. Men vergeet afspraken, maar ook wat men met bepaalde alledaagse dingen aan moet. Schijnbaar eenvoudige handelingen, zoals thee zetten, kunnen ineens heel veel moeite kosten. Deze handelingen worden naarmate de ziekte vordert steeds moeilijker. Alzheimer is (nog) niet te genezen. Symptomen van Alzheimer zijn:
- Geheugenstoornissen. Het geheugen hoeft nog niet volledig weg te zijn. Vaak heeft de persoon een ‘momentje’ (Waar had ik mijn auto geparkeerd? Hoe heet mijn kleindochter ook al weer?). Nu hoeft niet alle vergeetachtigheid gelijk op dementie of Alzheimer te wijzen. Bij dementie vergeet men vaak de hoofdzaak (de auto, de kleindochter) en niet de bijzaak (de autosleutels, het vriendje van de kleindochter).
- Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon. De persoon vergeet soms dat hij of zij allang geen thuiswonende kinderen meer heeft, of dat de oorlog al geruime tijd geleden is afgelopen (tijd). Soms vergeet de persoon waar hij woont, of ziet hij het buurtcentrum voor zijn woonkamer aan (plaats). Het komt niet vaak voor dat de persoon denkt iemand anders te zijn. Wel vergeet de persoon vaak wie hij of zij dan wel is. Ook anderen kan de persoon makkelijk door elkaar halen. Het komt vaak voor dat de persoon de eigen partner niet herkent, of denkt met zijn moeder te praten.
- Moeite met woorden. De persoon kan moeite krijgen met lezen en schrijven, kan moeilijk uit zijn woorden komen of slaat wartaal uit. Bij allochtonen komt het vaak voor dat ze terugvallen op de taal die ze het eerst hebben geleerd. Het Nederlands wordt dan vaak vergeten. Dit symptoom heet afasie.
- Moeite met dingen plaatsen. De persoon kan niet op een naam komen, herkent een bepaalde geur niet meer of loopt naar de telefoon als de deurbel gaat. Soms vergeet de persoon hoe bepaalde dingen werken (zoals een afstandsbediening) maar het komt ook voor dat bepaalde volgordes worden vergeten (zoals de tafel dekken). Dit symptoom noemen we agnosie.
- Moeite om handelingen uit te voeren. Dit wordt apraxie genoemd. Soms komt dit symptoom in het algemeen voor, maar soms is het beperkt tot een bepaalde handeling of lichaamsdeel. De rechterhand wil bijvoorbeeld niet meer schrijven. Bewuste handelingen kunnen vaak niet meer (veters strikken), terwijl onbewuste handelingen vaak nog probleemloos gaan. Om deze reden kunnen sommige personen nog geruime tijd een voertuig besturen. De beslissing om auto te blijven rijden moet altijd in overleg met een arts worden gemaakt.
- Stoornis in de uitvoerende functies of aandacht. Het volgen van een recept op een verpakking kan ineens niet meer. De persoon is snel afgeleid, of is juist erg lang op een normaal voorwerp geconcentreerd (bijvoorbeeld een vissenkom).
Voorwaarde voor bovenstaande symptomen is dat er geen onderliggend ziektebeeld is, zoals een hersenschudding, koorts of hersenvliesontsteking. Een onderliggend ziektebeeld kan namelijk ook dementie-achtige symptomen teweeg brengen. De genoemde symptomen komen het meest voor. De ernst van de symptomen kan variëren. Schakel bij twijfel een huisarts in.
Naarmate het dementeringsproces vordert, verandert het ziektebeeld. Voor iedereen verloopt het proces anders. Sommige symptomen verdwijnen, of worden erger. Andere symptomen kunnen optreden. Voorbeelden hiervan zijn:
- Herhalen van bewegingen of woorden. Dit kan variëren van een wiegende beweging maken tot ‘papegaaien,’ waarbij de persoon alles nazegt wat een ander zegt. We noemen dit persevereren.
- Confabuleren. Dit is het verzinnen van fantasieverhalen. Dit wordt vaak gedaan om de gaten in hun herinneringen op te vullen. Meestal geloven de personen op den duur in hun eigen verhalen. Ze kunnen erg boos of verdrietig worden als ze op hun onjuistheid gewezen worden. In de meeste gevallen is het dus het beste om dit te laten gaan.
- Verzamelwoede. In de angst om dingen kwijt te raken, wordt er krampachtig vastgehouden aan verschillende, vaak waardeloze, voorwerpen. Voorbeelden kunnen zijn kranten, dozen, potjes, computeronderdelen en nog veel meer.
- Achterdocht. De persoon heeft vaak door dat de mentale vermogens achteruit gaan. Vaak wordt overal een complot in gezien. Als de partner even naar de winkel gaat, vreest de dementerende persoon voor een verhouding. Als iemand lacht aan de telefoon, gaat het in zijn beleving over hem. Dit is voor de persoon erg stressvol en vermoeiend.
- Decorumverlies. Dit houdt het verlies van normen in. De persoon beseft niet goed wanneer hij bepaalde dingen mag doen of zeggen. Zo komt het vaak voor dat er wordt geürineerd waar dit niet mag, of de ‘filter’ van woorden uitstaat. Hierdoor kan de persoon vreselijk gaan vloeken.
- Stemmingsstoornissen. Ons gevoel zit in ons hoofd. Als dat hoofd ziek is, heeft dat invloed op de stemming. Vooral als men er de hele dag aan wordt herinnerd dat hij ziek is. Depressies komen vaak voor onder dementerenden. Sommige personen plegen zelfs zelfmoord, of kiezen voor euthanasie.
- Hallucinaties. De persoon kan dingen horen, zien, proeven of voelen die er niet zijn. Dit kan leiden tot paniek- of stemmingsstoornissen.
- Denkstoornissen. Het redeneringsvermogen van de persoon neemt geleidelijk af. Hij kan niet meer overzien wat de gevolgen zijn van bepaalde handelingen.
- Gedragsstoornissen. Vaak spreekt men bij dementerenden van ‘kinds’ worden. De persoon kan druk worden, of heel dwars. Ook kan het voorkomen dat hij veel huilt of gaat slaan als hij zijn zin niet krijgt.
- Verandering van persoonlijkheid. De persoon kan een volkomen tegenpool van zichzelf worden. Open, hartelijke personen kunnen gesloten worden. Stille, verlegen personen kunnen heel uitbundig worden.
- Nostalgie. Hiermee wordt bedoeld dat die persoon weemoedig terugdenkt aan vroeger. Bij dementie spreken we van een zogeheten reminiscentiehobbel. Dit is de periode in het leven die het scherpst wordt herinnerd bij dementie. Vaak is dit tussen het 15e en 30e levensjaar.
Diagnose Alzheimer
Om een diagnose te stellen is een bezoek aan de huisarts nodig. De arts neemt meestal het verhaal van alle betrokken partijen in acht. Alzheimer begint meestal met subtiele veranderingen. De persoon in kwestie heeft het vaak zelf niet door, of ontkent het. De partner van de betreffende persoon kan iets heel anders ervaren dan bijvoorbeeld de kinderen of de persoon zelf. Soms zijn de veranderingen zo subtiel, dat zelfs de partner het niet opmerkt. Als de persoon wat ouder is, komt het vaak voor dat de kinderen voor het eerst doorhebben dat er iets niet klopt. Dit gevoel wordt het ‘niet-pluis’ gevoel genoemd.
Bij de zogeheten anamnese gaat de arts na of de persoon wel eens bepaalde dingen vergeet, zoals de naam van een zus of de datum. Ook gebeurtenissen, zoals verdwalen, worden besproken. Tijdens dit gesprek let de arts goed op of de persoon moeite heeft met spreken, of de persoon afwezig is, of naar de ander kijkt voor antwoorden. Dit kunnen signalen zijn voor verder onderzoek.
Als de arts heeft vastgesteld dat het geestelijke functioneren inderdaad niet goed is, wordt geprobeerd de oorzaak te achterhalen. Alcohol- en medicijngebruik wordt nagegaan en de voeding wordt onder de loep genomen. Een tekort aan vitamines kan problemen met het geheugen of verwardheid veroorzaken. De persoon wordt gecontroleerd op aandoeningen die de mentale vermogens beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn schildklieraandoeningen, hart- en vaataandoeningen, of hersenaandoeningen, zoals ontstekingen. De familiegeschiedenis wordt ook nagegaan. De ziekte van Alzheimer is soms erfelijk, en vaak familiair. Erfelijk betekent dat de ziekte van de ouders wordt overgenomen. Familiair betekent dat de kans om een aandoening te krijgen groter is als er iemand in de directe familie de aandoening heeft. Een familiegeschiedenis met Alzheimer is meestal voldoende voor directe doorverwijzing naar het ziekenhuis bij klachten.
Als er geen duidelijke oorzaak wordt gevonden, wordt de persoon medisch onderzocht. In het bloed kunnen stoffen zitten die een ontsteking aangeven, of wijzen op een tekort of overschot van een bepaalde stof. Daarnaast worden de geestelijke vermogens getest. Een reeks eenvoudige tests bepalen of de concentratie, oriëntatie en het geheugen nog voldoende werken.
De diagnose ziekte van Alzheimer kan alleen met 100% zekerheid worden gesteld door middel van een hersenbiopt. Met behulp van een boortje wordt er een klein ‘hapje’ uit de hersenen gehaald. Dit weefsel kan worden onderzocht op afwijkingen. Dit is een hele zware operatie. Het risico op infecties is groot. Om deze reden wordt er vaak voor gekozen dit niet te doen. Sommigen kiezen er voor om na het overlijden alsnog een hersenbiopt uit te laten voeren. Vaak wordt de diagnose na overlijden dan alsnog gesteld op de ziekte van Alzheimer.
Fases van Alzheimer
De ziekte van Alzheimer doet zich voor in vier fasen:
- Bedreigde ik; (cognitieve fase) De personen voelen zich bedreigd en onrustig. Ze kunnen hun eigen leven niet meer organiseren. Vaak ontkennen ze het probleem en voelen ze zich bedreigd door de omgeving. Die probeert hun immers met de neus op de feiten te drukken. Bij een dementerend persoon gaan veel dingen niet zoals het hoort, en in deze fase geven ze vaak anderen daar de schuld van. Deze fase kenmerkt zich door achterdocht, spanning en oplettendheid. In deze fase worden veranderingen niet gewaardeerd en klampen ze zich vaak vast aan voorwerpen, zoals een wandelstok of een tas. Er wordt letterlijk houvast gezocht. Nieuwe situaties en contacten worden vermeden. Vaak is dit te confronterend. In de fase van het ‘bedreigde ik’ gaan de personen in kwestie liever niet om met mensen uit de volgende drie fasen. Dit is ook te confronterend. Ze zijn onzeker en willen niet aangeraakt worden.
- Verdwaalde ik; (emotionele fase) Aspecten als tijd, plaats en persoon raken steeds meer zoek. De persoon voelt zich niet meer bedreigd, maar eerder zoekende. De grootste angst komt van het niet meer weten waar en wie ze zijn. In deze fase begint vaak de incontinentie, het niet meer kunnen controleren van de urine en ontlasting. Soms merken ze dit zelf niet. Bij gebrek aan een woordenschat worden er steeds meer handgebaren gemaakt. Concrete woorden worden niet meer gebruikt, eerder omschrijvingen (dus niet de bal, maar dat ronde ding). Het verleden en het heden raken door elkaar. Deze verwardheid wordt steeds erger naarmate de ziekte vordert. Concentratie wordt steeds moeilijker. Zachte aanrakingen en oogcontact worden veelal als geruststellend ervaren.
- Verborgen ik; (psychomotorische fase) De persoon raakt het gevoel van ‘ik’ kwijt. De wereld wordt tijdloos. Ze zitten vaak met gesloten ogen en kunnen slecht spreken. Lopen gaat schuifelend en voorovergebogen. In deze fase raken de meeste personen rolstoelafhankelijk. De bewegingen en woorden die ze nog kennen worden eindeloos herhaald. Ze maken weinig contact uit zichzelf. Als er contact met hen wordt gezocht, reageren ze zuiver emotioneel. Deze fase gaat naadloos over in de volgende fase.
- Verzonken ik; (zintuiglijke fase) Dit is de laatste fase. Contact is nauwelijks meer mogelijk, zelfs oogcontact. Deze personen zijn vaak bedlegerig. Bedlegerig betekent dat een persoon vooral in bed ligt. Het leven staat nu enkel in het teken van de basisbehoeften; eten, drinken, en slapen.
Behandeling Alzheimer
De behandeling van de ziekte van Alzheimer heeft meerdere onderdelen. Ondanks uitgebreid wetenschappelijk onderzoek is het nog niet te genezen of te remmen. Daarom wordt de behandeling vooral gericht op het bestrijden van symptomen, zoals onrust. Het is verstandig om met de behandelend arts te overleggen of en welke medicatie er voorgeschreven kan worden. Een aantal aspecten die kunnen helpen bij de behandeling:
- Antidepressiva. De diagnose Alzheimer is behoorlijk ingrijpend. Het komt vaak voor dat er negatieve gevoelens worden ervaren die overslaan in een depressie. Er zijn verschillende medicijnen verkrijgbaar om de gemoedstoestand te verbeteren.
- Neuroleptica. Deze middelen worden niet alleen vanwege hun rustgevende werking gegeven. Ze worden ook vanwege verscheidene andere effecten toegepast. Neuroleptica zijn goed te gebruiken voor een lange termijn behandeling voor mensen met Alzheimer. Deze medicijnen, ook wel antipsychotica genoemd, remmen waanbeelden en hallucinaties. Verder hebben ze een kalmerende werking bij agressief gedrag en ‘loopdrang’. Bij loopdrang kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan omdat iemand gaat dwalen. Belangrijk voordeel van neuroleptica is dat deze niet slaapopwekkend werken.
- Anxiolytica en hypnotica. Anxiolytica zijn angst werende medicijnen. Hypnotica zijn slaapopwekkende medicijnen. Beide medicijnen worden gegeven om de (nacht)rust te bevorderen en paniek te verminderen.
- Anticonvulsiva. Van deze medicijnen, oorspronkelijk bedoeld voor epilepsie, wordt gedacht dat het ernstige agressie kan remmen. Dit is echter nog niet bewezen.
- Psychosociale begeleiding: Psychosociale behandeling is uiterst belangrijk doordat er wordt gekeken naar de klachten, ervaringen en gevoelens van dementerenden. Psychosociale begeleiding is altijd breed en cliëntgericht. Personen met Alzheimer kunnen middels deze zorg hun gevoelens verwerken.
- Familiale opvang: Een familielid met de ziekte van Alzheimer is een zware opgave voor de partner en andere familieleden, totdat verpleging aan huis niet langer voldoende is en een opname in een specifieke instelling of psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk wordt. Een op de vijf mantelzorgers is overbelast en kampt met psychische problemen.
Omgangsvormen tijdens Alzheimer
Medicatie biedt lang niet altijd de juiste oplossing. Het heeft niet altijd het gewenste effect. Soms hebben deze medicijnen vervelende bijwerkingen. De beste behandeling voor ongewenst gedrag bij de ziekte van Alzheimer is het eigen gedrag. Hiervoor worden twee technieken onderscheiden.
1. Realiteits Oriëntatie Training (ROT)
Deze techniek past men toe in het begin van de ziekte. Het is alleen geschikt als de persoon nog enigszins besef heeft van de werkelijkheid. ROT helpt om de persoon in het hier en nu te brengen. Deze manier van omgaan met de persoon kan er voor zorgen dat het dementeringsproces langzamer gaat. Daarbij stimuleert het de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de persoon.
De bedoeling is dat de persoon gestimuleerd wordt en geactiveerd wordt tot dieper nadenken. Er worden slechts lichte correcties gegeven bij een fout of verwarring. Voor het voorbeeld wordt uitgegaan van een man. Als iemand bij een verkeerde naam genoemd wordt, wordt er bijvoorbeeld een subtiele hint gegeven. Dit kan door oogcontact te maken, of het hoofd schuin te houden. Wordt niet boos en ga niet lachen Als hij geen ‘aha’-moment krijgt, wordt voorzichtig de vraag gesteld. “Heet ik echt zo?” Wees niet spottend of belerend, maar probeer begripvol een steuntje te bieden. Vaak corrigeert de persoon zichzelf. Als hij dit niet doet, kan hij voorzichtig gecorrigeerd worden. Als eenvoudige informatie herhaald wordt aangeboden, kan de persoon dit nog steeds in zich opnemen.
Tijdens deze fase van dementie is de persoon vaak nog prima in staat om eenvoudige handelingen uit te voeren, zoals koffie zetten of planten water geven. Het is belangrijk dat de handeling niet fout kan gaan. Het maken van fouten is slecht voor het zelfvertrouwen. Zet bijvoorbeeld de koffiemachine klaar voor gebruik, of vul de gieter van te voren. Het uitvoeren van kleine klusjes kan erg bevredigend zijn voor de persoon. Zo voelt deze zich nuttig.
2. Validation
Validation is volledig tegenovergesteld aan ROT. ROT richt zich op het hier en nu, en de werkelijkheid. Validation is een omgangsvorm die juist meegaat in het verhaal van de dementerende. Dit komt van pas in een later stadium van de ziekte. In dit stadium is de persoon vaak dusdanig verward, dat hij de waarheid niet meer weet.
Het doel is, zich te verplaatsen in de wereld van de dementerende persoon. Men mag de persoon niet meer corrigeren, maar gaat mee in de beleving. Accepteer de persoon en het gedrag. Met het eigen gedrag kan het zo ‘gestuurd’ worden. Bijvoorbeeld, een moeder is erg verdrietig. Haar dochter vraagt haar waarom. Ze antwoordt, dat ze haar kinderen nooit ziet. Als de dochter zegt dat ze haar dochter is, zal ze haar niet geloven. Misschien raakt ze overstuur. ROT werkt in dit geval dus niet. Met validation richt men zich meer op wat ze wel weet. Er wordt dus in plaats daarvan gevraagd of ze iets wil vertellen over haar kinderen.
Validation omvat ook een vorm van uitstellen. Er wordt als het ware gebruik gemaakt van het slechte geheugen. Bijvoorbeeld, een vrouw vraagt wanneer haar man eindelijk thuiskomt. Haar man is echter een tijd geleden overleden. Dat weet de vrouw op dit moment niet. Als ze er aan herinnerd wordt, zal het voor haar net zo zijn als toen ze het de eerste keer hoorde. Er ontstaat een rouwproces, met allemaal negatieve gevoelens. Negatieve gevoelens blijven vaak langer hangen dan positieve. Het is het beste in zo’n situatie om het onderwerp uit te stellen. Zeg bijvoorbeeld ‘Over een uurtje.’ Als ze dat niet gelooft, kan er aan toegevoegd worden dat er file staat, of dat hij net gebeld heeft. Ga verder over een ander onderwerp. Over een uur is ze het waarschijnlijk weer vergeten.
Risicofactoren Alzheimer
Alzheimer komt meestal pas op latere leeftijd. Bij de een begint het proces veel eerder dan bij de ander. Sommige mensen hebben een hoger risico om met Alzheimer te maken te krijgen. Er bestaat een medische test die vrij betrouwbaar is. Door de samenstelling van het vocht in uw hersenen kan worden bepaald of er een verhoogd risico is om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen. Factoren die meespelen bij het ontstaan van Alzheimer zijn:
- Leeftijd. Na het 60e levensjaar verdubbelt de kans op het krijgen van dementie elke vijf jaar.
- Familie met de ziekte van Alzheimer. Als Alzheimer in de familie voorkomt is de kans groter dat een familielid het ook krijgt. Bij een direct familielid (vader, moeder, broer of zus) met Alzheimer is de kans op het zelf ontwikkelen van deze ziekte 2 tot 3 maal zo groot als dat van iemand zonder familieleden met Alzheimer. Bij eeneiige tweelingen is de kans 50-70% op het krijgen van Alzheimer als één van de twee Alzheimer heeft.
- Vrouwelijk geslacht. Bij vrouwen boven de 70 jaar komt de ziekte van Alzheimer 2 á 3 maal meer voor dan bij mannen van boven de 70.
- Hersenletsel. Als iemand tijdens het leven hersenletsel heeft opgelopen is de kans op het ontwikkelen van Alzheimer groter. Er is ook een licht verhoogd risico op het ontwikkelen van een andere vorm van dementie.
- Het syndroom van Down. Bijna alle personen met het syndroom van Down ontwikkelen tussen het 35e en 45e levensjaar de ziekte van Alzheimer. Dit heeft te maken met de afwijking in de cellen bij het syndroom van Down. Deze afwijking verandert makkelijk in de afwijking die bij Alzheimer optreedt.
Beschermingsfactoren Alzheimer
Naast een aantal factoren die het risico op het krijgen van Alzheimer verhogen, zijn er ook een aantal factoren die een beschermende werking lijken te hebben. Een aantal van deze factoren zijn:
- Een hogere opleiding. Waarom dit beschermend werkt, is onduidelijk. Er zijn echter wel beduidend minder hoogopgeleiden met Alzheimer. Er wordt gedacht dat dit te maken heeft met actievere hersenen. Hogeropgeleiden hebben hun hersenen als het ware ‘getraind’. Harde bewijzen zijn hier echter nog niet voor.
- Gebruik van ontstekingsremmers. De groep personen die ontstekingsremmende (reuma)middelen gebruikt heeft aanzienlijk minder Alzheimerpatiënten dan personen die dit niet doen. Het effect wordt gezien bij reumapatiënten die ten minste twee tot drie jaar ontstekingsremmende middelen gebruiken. Of de ontstekingsremmers ook de ziekte afremmen als deze al aanwezig is wordt nog onderzocht.
- Lichaamsbeweging. Bewegen is gezond voor het hele lichaam. Het hart maakt krachtige bewegingen. Alles wordt goed doorbloed. Zo ook de hersenen, die hier veel gezonde stoffen van binnenkrijgen. Regelmatig bewegen werkt beschermend tegen meerdere vormen van dementie, waaronder de ziekte van Alzheimer.
- Geheugentraining. Het is nog niet helemaal duidelijk of, en hoe, het werkt, maar geheugentraining lijkt een beschermend effect te hebben tegen het ontstaan van de ziekte van Alzheimer.
- Alcohol en cafeïne. Matig gebruik van alcohol en cafeïne houdende producten kunnen bijdragen aan het verlagen van de kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer. Overmatig alcoholgebruik kan echter een andere vorm van dementie veroorzaken.
Voeding en Alzheimer preventie
Regelmatig verschijnen er berichten in tijdschriften en kranten over stoffen die mogelijk een remmend effect hebben op het verloop van Alzheimer. Ook sommige voedingsmiddelen zorgen ervoor dat de kans op het krijgen van Alzheimer wordt verminderd. Naar de effectiviteit van deze stoffen wordt nog onderzoek gedaan. Sommige aanwijzingen laten zien dat bepaalde stoffen een positief effect hebben. De belangrijkste daarvan zijn:
- Vitamines. Tekorten aan de vitamines B1, B6, B12, C en E kunnen dementieachtige verschijnselen veroorzaken. Op de lange termijn kunnen deze tekorten het ontstaan van de ziekte van Alzheimer versnellen.
- Onverzadigde vetzuren. Andere stoffen waar al lang van bekend is dat ze een belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid, zijn onverzadigde vetzuren. Vetzuren worden ingedeeld in twee soorten. De verzadigde en de onverzadigde vetzuren. Belangrijk is om de verzadigde vetzuren te vermijden en onverzadigde te gebruiken. Een ezelsbruggetje kan helpen verwarring tegen te gaan over het verschil tussen goede en slechte vetten. ‘Onverzadigd’ begint met de O van ‘oké’, ‘verzadigd’ met de V van ‘verkeerd’. Onverzadigde verzuren hebben een positief effect op de bloedvaten. Gezonde bloedvaten zorgen voor een kleinere kans om dement te worden.
- Antioxidanten. Antioxidanten zijn belangrijk voor de gezondheid. Ze vangen als het ware schadelijke stoffen van buiten ons lichaam. Antioxidanten kunnen vrije radicalen onschadelijk maken in het lichaam. Vrije radicalen zijn agressieve bijproducten van zuurstofgebruik of schadelijke stoffen van buitenaf die vrijkomen in het menselijk lichaam. Een voorbeeld hiervan is de schade van medicijnen of straling. Vrije radicalen kunnen schade veroorzaken aan de cellen. Dit kan leiden tot het afsterven van de hersencellen en mogelijk tot het ontwikkelen van Alzheimer.
Voor de rest is het heel belangrijk om gezond en gevarieerd te eten. Een gezonde voeding is volwaardig aan alle benodigde voedingsstoffen. Voedingsstoffen, zoals vitamines en mineralen, zijn essentiële stoffen voor de mens en vervullen tal van functies in ons lichaam. Het gebruiken van een gezonde voeding draagt bij aan het verlagen van het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer.
Voeding en Alzheimer
Er ontstaan voor personen met Alzheimer verschillende problemen rond de voeding. Zo wordt het naarmate Alzheimer vordert ook moeilijker om gereedschappen te hanteren, zoals een schaar, blikopener of bestek. Het kan hierdoor moeilijker worden om bepaalde producten te openen of te eten. Soms heeft een persoon met Alzheimer niet door dat bepaalde producten erg heet zijn en ze kunnen zich hier aan bezeren.
De ziekte van Alzheimer kan op den duur slikklachten veroorzaken. Hierdoor wordt slikken moeilijker. De kans is groot dat iemand zich verslikt. Als er voedsel in de luchtpijp terecht komt, kan iemand een longontsteking krijgen. Raadpleeg bij slikklachten een logopedist.
Het slechter wordende geheugen kan er voor zorgen dat er te veel of te weinig wordt gegeten. Iemand kan denken dat er al gegeten is, terwijl dit niet zo is. Als dit vaker voorkomt zal een persoon in korte tijd sterk vermageren. Soms wordt er vergeten dat er al gegeten is, en wordt er regelmatig een extra maaltijd gebruikt. In dit geval zal iemand in gewicht aankomen. Over het algemeen komt het vaker voor dat personen met Alzheimer ondervoed raken door de problematiek rond de voeding.
Alzheimer onderzoek
- Uit onderzoek blijkt dat volwassenen die hun gewicht in de gaten houden, minder kans hebben om Alzheimer te ontwikkelen. Door de kilo’s te controleren, dragen zij zorg voor het behoud van het geheugen. Gewicht kan zo een rol spelen bij het voorkomen van dementie. Onderzoekers van Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health in Baltimore ontdekten dat mensen met overgewicht 80% meer kans hebben op Alzheimer dan mensen met een gezond gewicht. De onderzoeker stelt dat het verband tussen obesitas en dementie duidelijk kan worden aangetoond en dat dit zowel geldt voor mannen als voor vrouwen. Het risico blijkt vooral aanwezig bij mensen die voor hun 60e levensjaar hun cognitieve vermogens zien afnemen. Het cognitieve vermogen is het vermogen van de hersenen om te leren, onthouden, onderscheiden en uitwisselen van kennis.
- Dagelijkse lichaamsbeweging bevordert de gezondheid van de hersenen. De voorkeur gaat uit naar regelmatig wandelen. Een onderzoek uit 1999 toont aan dat drie keer per week een uur wandelen het risico meer verlaagt dan rek en strekoefeningen in een fitnessruimte.
- Een onderzoek toonde aan dat geheugentraining het risico op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verkleind. Of het de ziekte van Alzheimer vertraagt als die eenmaal aanwezig is, is niet bewezen. Wel gaven de deelnemers aan het onderzoek aan dat ze het erg prettig vonden om met lotgenoten hun geheugenproblemen te adresseren.
- Een grote inname van voedingsmiddelen die bereid zijn op hoge temperaturen, kunnen het risico op het krijgen van Alzheimer verhogen, conform een onderzoek dat gepubliceerd werd in Journal of Alzheimer’s Disease.
Externe informatie of producten
We zijn extern onderstaande boeken en producten, betreffende Alzheimer, voor u tegengekomen:
- De magische wereld van Alzheimer. Auteur Huub Buijssen, Nederlands, 128 pagina’s. In 25 hoofdstukken beschrijft de auteur steeds een ander aspect van dementie, gaat hij in op de achterliggende oorzaken en dynamiek en geeft hij aan hoe men er het beste mee kan omgaan. Zeer lezenswaardig, nuttig en inspirerend boek voor familie, vrienden en verzorgers van demente mensen.
- Zorgboek ziekte van alzheimer. Nederlands, 245 pagina’s. Een goed boek met informatie voor mensen die voor hun dementerende naaste zorgen. Het boek geeft vooral praktische informatie op vragen rond verzorging, behandeling, voorzieningen, instanties, hulpverlening en lotgenotencontact.
- Alzheimer en afscheid. Auteur Frits van den Haspel, Nederlands, 154 pagina’s. De vrouw van de schrijver leed aan Alzheimer. Naast het ziekteverloop beschrijft de schrijver de stappen die hebben geleid tot euthanasie. Met name dit deel kan anderen tot nut zijn.
- 100 Eenvoudige Manieren Om Alzheimer Te Voorkomen. Auteur Jean Carper, Nederlands, 292 pagina’s. De schrijfster laat zien hoe je met simpele, effectieve stappen de strijd tegen alzheimer en geheugenverlies kunt aangaan. Nagenoeg alle voorstellen zijn wetenschappelijk onderbouwd en dienen om je hersenen gezond en jong te houden. Voor iedereen met een verhoogde kans op Alzheimer.
- Wat alzheimer met je doet, e-BOOK. Auteur Dr Alfred Teeuw, Nederlands, 173 pagina’s. Hij brengt het gehele traject van de ziekte, van de eerste tekenen van vergeetachtigheid tot en met het levenseinde, in kaart om duidelijk te maken wat Alzheimer met de persoon in kwestie en met zijn omgeving doet.
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.