Urinewegstelsel
Urinewegstelsel is het samenstel van nieren en urinewegen. Het urinewegstelsel vormt een filtersysteem voor het bloed. De nieren en urinewegen van het urinewegstelsel zorgen er namelijk samen voor dat afvalstoffen worden uitgescheiden die in het bloed zitten. Dit bloed krijgen de nieren via de zogenaamde nierslagaders. De nierslagader is een aftakking van de aorta. De aorta is de grote lichaamsslagader. De afvalstoffen die met het bloed via de nierslagaders bij de nieren komen, ontstaan tijdens de stofwisseling. Een ander woord voor stofwisseling is metabolisme. De stofwisseling is een proces die in het lichaam plaatsvindt. Bij de stofwisseling worden stoffen omgezet. Door deze omzetting kunnen stoffen bijvoorbeeld worden opgenomen en kan energie vrijgemaakt worden. Het afvoeren van deze afvalstoffen is erg belangrijk. Wanneer afvalstoffen in het lichaam blijven, zou men het eigen lichaam namelijk vergiftigen. Bij een gezond persoon passeert het bloed zo’n 200 à 300 keer per dag de nieren. Gemiddeld heeft een volwassen persoon zo’n 5 tot 6 liter bloed in het lichaam. Dit betekent dat er dagelijks zo’n 1.500 tot wel 2.000 liter bloed de nieren passeert. Hierdoor wordt per dag bij een gezond persoon het bloed voldoende gefilterd.
Naast het filteren van het bloed hebben de nieren nog meer belangrijke functies. Zo is het urinewegstelsel belangrijk voor het regelen van de vochtbalans en het zoutgehalte. Wanneer er zich weinig vocht in het lichaam bevindt, zullen de nieren minder urine produceren. Wanneer er zich veel vocht in het lichaam bevindt, zullen de nieren meer urine produceren. Door het vocht- en zoutgehalte op peil te houden, hebben de nieren ook invloed op de bloeddruk. Wanneer men meer vocht in het lichaam heeft, zal de bloeddruk namelijk stijgen. Een hoge bloeddruk proberen de nieren te voorkomen door meer vocht uit te scheiden. Daarnaast hebben de nieren nog een functie. De nieren maken namelijk ook hormonen aan. Hormonen zijn stoffen die in het lichaam worden afgegeven. Hormonen kunnen invloed hebben op de werking van bepaalde organen. Een voorbeeld van een hormoon dat de nieren produceren is erytropoëtine. Door het hormoon erytropoëtine wordt de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg gestimuleerd. Rode bloedcellen zijn cellen die zuurstof vervoeren van de longen naar de weefsels. Beenmerg is een substantie dat zich in botten bevindt.
Werking van het urinewegstelsel
De nieren zijn boonvormige organen die zich in de buikholte bevinden en zijn zo’n 10 tot 12,5 centimeter lang. Het buitenste deel van de nier is het nierkapsel. Onder het nierkapsel bevindt zich de nierschors, ook wel cortex genoemd. Het nierkapsel omhult de nierschors en beschermt deze. Met name in de nierschors bevinden zich een miljoen kleine deeltjes, ook wel nefronen genoemd. Deze nefronen zorgen er voor dat het bloed gefiltreerd wordt. Door dit proces ontstaat zo’n 150 liter voorurine per dag. Vervolgens worden de nuttige stoffen en water uit de voorurine gehaald en teruggegeven aan het bloed. Hierdoor ontstaat ongeveer 1,5 liter urine per dag. De urine die geproduceerd wordt, komt in een soort verzamelbuisjes terecht, de nierkelken. In deze verzamelbuisjes kan de urine nog sterker geconcentreerd gemaakt worden. Dit gebeurt wanneer een bepaald hormoon wordt aangemaakt, het antidiuretisch hormoon. Onder invloed van het antidiuretisch hormoon zal er meer water onttrokken kunnen worden. De nierkelken monden uit in het nierbekken. Het nierbekken zal later in de tekst aan bod komen. Onder de nierschors ligt het niermerg, ook wel medulla genoemd. Ook in het niermerg bevinden zich wat nefronen die het bloed filteren en urine produceren. Helemaal middenin de nier ligt het nierbekken. In dit deel van de nieren wordt de urine verzameld. Vanuit het nierbekken wordt de urine via de urineleiders, ook wel ureters genoemd, getransporteerd naar de blaas.
De blaas is als het ware een opslagplaats voor de urine in het urinewegstelsel. Wanneer de blaas vol is, krijgen de hersenen een signaaltje. Vervolgens verlaat de urine via de plasbuis het lichaam. De urine die het lichaam verlaat door urinewegstelsel is een proces, gecontroleerd door kringspieren. Kringspieren zijn spiertjes die zich kunnen vernauwen of verwijden. Deze kringspieren zorgen er dus voor dat de uitgang van de blaas geopend of gesloten wordt. Wanneer de uitgang van de blaas geopend wordt, kan de urine het lichaam verlaten. Wanneer de uitgang van de blaas gesloten is, blijft de urine nog even in het lichaam. Jonge kinderen hebben nog geen controle over deze kringspieren en kunnen daarom hun urine laten lopen. Ook bij aandoeningen, na de zwangerschap of op latere leeftijd kan het voorkomen dat men geen of minder controle meer heeft over deze kringspieren. Wanneer men minder controle over deze kringspieren heeft, kan men last hebben van een beetje urineverlies. Iemand die gezond is en die controle heeft over de kringspieren zal zo’n 4-8 keer per dag de blaas legen.
Urinewegstelsel aandoeningen
Er zijn veel verschillende aandoeningen die zich in het urinewegstelsel voor kunnen doen. Een aantal voorbeelden van aandoeningen die zich in het urinewegstelsel voor kunnen doen, zijn:
Blaasontsteking
Bij een blaasontsteking is het slijmvlies van de blaas ontstoken. Een blaasontsteking wordt veroorzaakt door bacteriën die in de blaas terecht komen. De bacterie waar het vaak om gaat, komt van nature in de darmen voor en rond de plasbuis. Via de plasbuis kunnen de bacteriën in de blaas komen. Hier zorgen de bacteriën voor ontsteking van het slijmvlies. Vrouwen kunnen makkelijker een blaasontsteking krijgen dan mannen. Vrouwen hebben namelijk een kortere plasbuis dan mannen. Hierdoor kunnen de bacteriën bij vrouwen sneller in de blaas terechtkomen. Wanneer sprake is van een blaasontsteking is het belangrijk het plassen niet uit te stellen. Een blaasontsteking kan uit zichzelf overgaan. Er wordt echter vaak een antibiotica gegeven om de bacteriën die deze specifieke urinewegstelsel ontsteking veroorzaken te bestrijden.
Antibiotica zijn geneesmiddelen die bacteriën bestrijden. Antibiotica worden gebruikt om infecties bij mensen en dieren te bestrijden. Antibiotica zorgen namelijk voor de remming van de groei en voortplanting van de bacteriën. Hiermee vernietigt antibiotica de goede en de slechte bacteriën. Antibiotica zorgt er dus voor dat de ontsteking sneller geneest. Daarnaast maakt antibiotica de kans op het uitbreiden van de ontsteking naar het nierbekken kleiner. Tevens wordt het tijdens een blaasontsteking afgeraden om nauwsluitende kleding (zoals een strakke spijkerbroek), nylon ondergoed en panty’s van nylon te dragen. Een goede hygiëne van het onderlichaam, met name van de geslachtsdelen, is belangrijk. Men kan daarom het onderlichaam het beste van voor naar achter wassen. Hierdoor is de kans kleiner dat bacteriën in de plasbuis komen. Wassen met water is hierbij voldoende. Men dient juist geen zeep te gebruiken bij het wassen van de geslachtsdelen. Zeep tast namelijk de zuurgraad van de geslachtsdelen aan, waardoor een betere omgeving voor de bacteriën wordt gecreëerd en men sneller een blaasontsteking krijgt.
Overactieve blaas
Wanneer men vaak plotseling erg nodig moet plassen of de plas moeilijk kan ophouden, kan er sprake zijn van een overactieve blaas. Ook een urinewegstelsel klacht. Deze klachten worden veroorzaakt doordat de spier van de blaas, de blaasspier, zich plotseling samentrekt. Deze samentrekking kan ook plaatsvinden wanneer de blaas nog niet vol is. Door deze plotselinge samentrekking, moet men plotseling erg nodig plassen. Een overactieve blaas kan op verschillende manieren behandeld worden. Vaak wordt blaastraining aangeraden. Blaastraining wordt ook wel bekkenfysiotherapie genoemd. De training richt zich op de klachten die de persoon ervaart. Met bepaalde oefeningen leert men hoe omgegaan kan worden met een overactieve blaas. De oefeningen zijn afhankelijk van de klachten en de oorzaak. Medicijnen kunnen de training ondersteunen. Zo kan men gebruik maken van urine-incontinentie-middelen. Deze middelen zorgen er voor dat de blaasspier zich ontspant. Hierdoor kan men meer urine vasthouden en hoeft men niet opeens naar het toilet. Medicijnen kunnen echter wel bijwerkingen hebben. Voorbeelden van bijwerkingen zijn een droge mond, misselijkheid en duizeligheid. Tevens kan men voor andere behandelingen kiezen. Zo kan men voor een botox behandeling kiezen. Botox is een middel dat de prikkeloverdracht van de zenuwen naar de spieren blokkeert. De spieren kunnen zich hierdoor ontspannen. De botox wordt in de wand van de blaas ingespoten. Botox zorgt er voor dat de spieren van de blaas geen signaaltjes meer ontvangen. Hierdoor zal de blaas zich minder samentrekken en heeft men minder aandrang om te plassen. De botox blijft zo’n zes tot twaalf maanden werken.
Nierbekkenontsteking
Bij nierbekkenontsteking is de wand van het nierbekken ontstoken. Dit kan bij één van de nieren zijn, maar ook bij beide. Wanneer sprake is van nierbekkenontsteking kan men last hebben van misselijkheid, hoge koorts en koude rillingen. Tevens kan de urine troebel zijn of bloed bevatten. Troebele urine ontstaat door pus. Pus is een vloeistof die ontstaat wanneer er een ontsteking is. Ook bloed kan bij een ontsteking ontstaan. Het pus en het bloed komen vervolgens bij de urine terecht die in het nierbekken wordt verzameld. Vervolgens wordt alles samen afgevoerd via de urineleiders van het urinewegstelsel. Nierbekkenontsteking kan veroorzaakt worden door bacteriën. De bacterie waar het vaak om gaat, komt van nature in de darmen voor en rond de plasbuis. Via de plasbuis kunnen de bacteriën in de blaas komen. Vanuit de blaas komen de bacteriën via de urineleider bij het nierbekken terecht. In het nierbekken dringen de bacteriën door tot in het weefsel van de nier. Dit veroorzaakt de ontsteking. Nierbekkenontsteking kan thuis en in het ziekenhuis worden behandeld. Men wordt met name in het ziekenhuis opgenomen wanneer er sprake is van hoge koorts en wanneer de patiënt erg ziek is. In het ziekenhuis zal per infuus antibiotica toegediend worden. Wanneer men thuis behandeld wordt, zal men ook een antibiotica krijgen. Antibiotica zorgt er voor dat de klachten afnemen en dat de ontsteking verdwijnt. Bij de behandeling met antibiotica is het belangrijk de kuur af te maken. Wanneer men eerder stopt met de kuur, bestaat het risico dat de ontsteking terug komt.
Nierstenen
Nierstenen zijn steentjes die zich vormen uit urine. Er kunnen verschillende klachten optreden bij nierstenen. Voorbeelden van klachten zijn misselijkheid, braken, pijn bij het plassen en overmatig transpireren. De vorming van nierstenen kan verschillende oorzaken hebben. Zo kunnen nierstenen veroorzaakt worden wanneer te weinig vocht wordt genomen. Maar ook verstopping van de urinewegen of infecties aan de urinewegen kunnen nierstenen veroorzaken. Het is mogelijk dat men de nierstenen uit kan plassen. Wanneer dit niet mogelijk is kan men voor verschillende behandelingen kiezen. Zo kunnen de nierstenen vergruisd worden met de niersteenvergruizer. De niersteenvergruizer is een apparaat dat energie in het lichaam opwekt met zogenaamde schokgolven. Deze energie zorgt er voor dat de nierstenen vergruizen. Het gruis wat is ontstaan, kan hierna uitgeplast worden. Tevens kan gekozen worden voor een kijkoperatie. Bij een kijkoperatie kunnen via een kijkbuis stenen opgezocht worden. Vervolgens worden de stenen verbrijzeld en opgezogen. Een kijkoperatie kan plaatsvinden via de huid maar ook via de plasbuis.
Nefrotisch syndroom
Het nefrotisch syndroom ontstaat vaak als gevolg van een andere aandoening aan de nieren. Maar ook blootstelling aan chemische elementen (zoals kwik en goud), een allergische reactie op planten of een bijensteek kunnen leiden tot het nefrotisch syndroom. Wanneer sprake is van het nefrotisch syndroom verliest men veel eiwitten via de urine. Eiwitten zijn de bouwstenen van het menselijk lichaam. Hierdoor is het eiwitgehalte in het bloed lager dan gewenst. Het gevolg van dit tekort aan eiwitten is dat er vochtopeenhoping op kan treden. Deze vochtopeenhoping treedt op in de weefsels of in de buikholte. Weefsels bestaan uit een groep van dezelfde cellen die dezelfde functie hebben. Tevens stijgt het vetgehalte in het bloed, dit wordt ook wel hyperlipidemie genoemd. Ook kan men last hebben van een verhoogde bloeddruk, dit is het gevolg van de vochtopeenhoping. Tevens zal men merken dat men minder moet plassen. Ook minder plassen is een gevolg van de vochtopeenhoping. Het nefrotisch syndroom kan behandeld worden. Zo kan men bepaalde medicijnen krijgen zodat het verlies van eiwitten via de urine tegen wordt gegaan. Daarnaast wordt gekeken wat de oorzaak is van het nefrotisch syndroom. De onderliggende oorzaak dient ook aangepakt te worden bij het nefrotisch syndroom om de klachten te verminderen.
Nierfalen
Nierfalen wordt ook wel nierinsufficiëntie genoemd. Wanneer er sprake is van nierfalen werken de nieren niet meer goed. Dit betekent dat het bloed onvoldoende gefilterd in het urinewegstelsel wordt. Maar ook de andere taken van de nieren kunnen de nieren niet goed meer uitvoeren. Nierfalen kan chronisch zijn, maar kan ook acuut optreden. Wanneer er sprake is van acuut nierfalen werken de nieren plotseling niet meer. Acuut nierfalen kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan acuut nierfalen optreden wanneer de bloedvaten verstopt zijn. Wanneer de bloedvaten verstopt zijn, kan de bloedtoevoer naar de organen verminderd zijn. Dit kan nierfalen veroorzaken. Ook kan acuut nierfalen door een blokkade worden veroorzaakt. Wanneer de afvoerbuis die van de nieren naar de blaas loopt verstopt is, kan de urine niet afgevoerd worden. Het gevolg hiervan is dat de druk in de nieren te hoog wordt. Door de te hoge druk in de nieren kunnen de nieren beschadigd raken. Een blokkade kan optreden door bijvoorbeeld nierstenen of een tumor.
Wanneer sprake is van chronisch nierfalen wordt de nierfunctie steeds slechter. Klachten treden vaak pas op als de nieren erg slecht werken. Klachten die men dan kan krijgen, zijn vermoeidheid, misselijkheid en gebrek aan eetlust. Chronisch nierfalen kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan chronisch nierfalen veroorzaakt worden door langdurig of overmatig alcohol- of medicijngebruik en een aanhoudende hoge bloeddruk.
Wanneer sprake is van nierfalen kan voor verschillende behandelingen gekozen worden:
- Dialyse: Wanneer de nieren nog maar voor 10 procent werken, dient men te dialyseren. Bij dialyse wordt het bloed kunstmatig gezuiverd. Er bestaat hemodialyse en peritoneale dialyse. Hemodialyse: Bij hemodialyse wordt het bloed gezuiverd en wordt het te veel aan vocht verwijderd. Dit wordt gedaan door middel van een kunstnier. Deze kunstnier bevindt zich buiten het lichaam. Het bloed bereikt de kunstnier via een slangetje. Wanneer het bloed gefilterd is, stroomt het weer terug het lichaam in. Deze behandeling dient ongeveer drie keer per week plaats te vinden en duurt zo’n 4 tot 6 uur per keer. Men kan er voor kiezen om in het ziekenhuis of om thuis te dialyseren. Peritoneale dialyse: Bij peritoneale dialyse wordt het buikvlies als dialysefilter gebruikt. In de buikholte wordt een klein slangetje aangebracht, ook wel een katheter genoemd. Dit slangetje geeft permanente toegang tot de buikholte. Men kan via de katheter zogenaamde spoelvloeistof de buikholte in laten lopen. Deze vloeistof blijft een paar uur in de buikholte zitten. Vervolgens laat men de vloeistof in een lege zak lopen. Dit proces wordt enkele malen per dag herhaald. Deze vorm van peritoneale dialyse heet continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD). Er bestaat ook automatische peritoneale dialyse (APD). Bij APD dialyseert men in de nacht voor ongeveer 10 uur. Hierbij wordt de vloeistof automatisch ververst door een apparaat.
- Predialyse: De fase die aan dialyse voorafgaat heet predialyse. Wanneer de nieren voor nog maar 20 procent werken, komt men in deze fase terecht. Het is verschillend hoe lang deze fase duurt. Wanneer de nieren sneller achteruit gaan, zal deze fase korter duren. Wanneer de nieren trager achteruit gaan, zal deze fase langer duren. In de predialysefase wordt geprobeerd om dialyse zo lang mogelijk uit te stellen. Dit wordt geprobeerd door medicijnen te slikken en door een gezonde leefstijl. Hierbij is een gezonde voeding erg belangrijk. Maar ook beweging en stoppen met roken spelen een belangrijke rol bij een gezonde leefstijl. Ook komt er in de predialysefase meer aan bod over dialyse zelf.
- Transplantatie: Wanneer men kiest voor transplantatie, krijgt men een nier van een ander persoon. Bij een transplantatie wordt meestal één nier gegeven. Met één nier kan men namelijk prima functioneren. Voorafgaand aan de transplantatie wordt gekeken of men de ingreep aan kan. Een transplantatie is namelijk een zware ingreep. Bij een transplantatie is het belangrijk dat er een match is tussen de donornier en de ontvanger. Hierbij worden de bloedgroep en weefselkenmerken van donor en ontvanger met elkaar vergeleken.
Wanneer er geen match is, kan het lichaam de nier afstoten. Ook wanneer er wel een match is, kan het lichaam de nieuwe nier afstoten. Het lichaam ziet de nieuwe nier namelijk als iets wat niet in het lichaam hoort. Het lichaam reageert hierop door antistoffen te maken. Antistoffen zijn stoffen die het lichaam beschermen tegen lichaamsvreemde stoffen. Normaal zou zo’n reactie goed zijn, bijvoorbeeld bij griep. Bij een niertransplantatie zorgen deze stoffen er echter voor dat het lichaam de nier afstoot. Om deze reactie te voorkomen dient men bepaalde medicijnen te slikken, ook wel immunosuppressiva genoemd. Deze medicijnen zorgen er voor dat het afweersysteem onderdrukt wordt. Deze medicijnen dient men levenslang te blijven slikken. Het lichaam gaat de nier namelijk niet na verloop van tijd als eigen zien. Omdat deze medicijnen het afweersysteem onderdrukken, zal men ook sneller verkouden zijn of griep hebben. Daarnaast kunnen immunosuppressiva ook nog bijwerkingen hebben als vermoeidheid, botontkalking en een hoge bloeddruk.
Urine-incontinentie
Wanneer iemand last heeft van urine-incontinentie heeft men niet het volledige vermogen om de urine in het urinewegstelsel op te houden. Hierdoor kan men urine verliezen. Er wordt gesproken van urine-incontinentie wanneer men minimaal twee keer per maand ongewild urine verliest. Men kan dan met name urine verliezen bij activiteiten zoals sporten, lachen en hoesten. Urine-incontinentie kan veroorzaakt worden door kringspieren die niet goed meer werken. Ook kan urine-incontinentie veroorzaakt worden wanneer de hersenen geen signaal ontvangen wanneer de blaas vol is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer men een beroerte heeft gehad. Bij een beroerte wordt een slagader in het hoofd afgesloten. De slagader kan afgesloten worden door bijvoorbeeld een bloedpropje dat is ontstaan. Door het afsluiten van de slagader in het hoofd, krijgen de hersenen geen zuurstof meer. Wanneer de hersenen geen zuurstof meer krijgen, sterven ze af. Afsterving van de hersenen kan ernstige gevolgen met zich meebrengen, zoals verlamming en blindheid. Na verloop van tijd kunnen de hersenen zich herstellen. Door het herstel van de hersenen kunnen ook de problemen ten gevolge van de beroerte afnemen. Om de klachten van urine-incontinentie te verminderen of te verhelpen kan men de bekkenbodemspieren trainen. De bekkenbodemspieren zijn de spieren die onder andere de plasbuis en de anus afsluiten. Men zal met oefeningen leren om met de klachten om te gaan. Tevens kan men voor mictietraining kiezen. Bij mictietraining wordt geleerd rustig te blijven bij aandrang en het gevoel naar het toilet te moeten te onderdrukken. Deze training is met name effectief wanneer men weet hoe de bekkenbodemspieren aangespannen kunnen worden. Er bestaan ook bepaalde hulpmiddelen waar men gebruik van kan maken, namelijk incontinentieverbanden. Incontinentieverbanden zijn verbanden die men in het ondergoed aanbrengt. Deze verbanden vangen de urine op wanneer men urine verliest. Door het gebruik van incontinentieverbanden hoeft men zich dus geen zorgen te maken wanneer men urine verliest.
Urineretentie
Wanneer er sprake is van urineretentie heeft men moeite om te plassen. Men moet bijvoorbeeld persen bij het plassen. Tevens kan men het gevoel hebben dat de blaas niet helemaal leeg is. Wanneer sprake is van volledige urineretentie kan men helemaal niet meer plassen. Er kan sprake zijn van acute urineretentie en chronische urineretentie. Bij acute urineretentie kan men plotseling niet of bijna niet meer plassen. Het gevolg hiervan is dat de wand van de blaas uitrekt. Dit kan erge buikpijn geven. Bij chronische urineretentie is de spier van de blaas niet sterk genoeg. Hierdoor wordt de blaas niet volledig leeg geplast en blijft er elke keer een beetje urine in de blaas achter. De hoeveelheid die in de blaas achterblijft, wordt steeds groter. Urineretentie kan onder andere veroorzaakt worden door een vergroting van de prostaat, zwangerschap, een bevalling of door een verminderde spierkracht van de blaasspier. Een verminderde spierkracht van de blaasspier kan ontstaan door beschadiging van de zenuwen.
Wanneer sprake is van urineretentie blijft urine achter in het lichaam. Het is belangrijk dat de urine kan wegstromen. Wanneer de urine niet weg kan stromen, kunnen de nieren beschadigen. Om de urine weg te laten lopen wordt een slangetje in de plasbuis ingebracht. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt een slangetje via de buikwand in de blaas geplaatst. Via dit slangetje kan de urine het lichaam verlaten.
Prostaatvergroting
Bij een prostaatvergroting is er, zoals de naam al aangeeft, sprake van een vergroting van de prostaat. De prostaat bevindt zich onder de blaas. Alleen mannen hebben een prostaat. De plasbuis loopt bij mannen vanuit de blaas door de prostaat. De prostaat is een klier die vocht produceert waar zaadcellen in zwemmen. Wanneer sprake is van een prostaatvergroting moet men vaker plassen. Men moet vaker plassen omdat de blaas geïrriteerd kan raken door de vergrote prostaat. Tevens kan men het gevoel hebben dat de blaas niet volledig is geleegd en kan men last hebben van nadruppelen. Dit wordt veroorzaakt door de druk die de vergrote prostaat op de urinebuis uitoefent. Hierdoor kost het meer moeite om de blaas te legen. Wat een vergroting van de prostaat precies veroorzaakt, is nog niet bekend. Wel wordt een grote prostaat vaker gezien bij mannen van een oudere leeftijd. Wanneer sprake is van een vergroting van de prostaat kan men voor geneesmiddelen kiezen die de klachten verminderen. Zo kan men bijvoorbeeld voor alfa-blockers kiezen. Alfa-blockers zorgen er voor dat de plasbuis minder onder druk komt te staan, waardoor men makkelijker kan plassen. Tevens kan men kiezen voor een operatie. Zo kan bij een operatie de prostaat als het ware uitgeschraapt worden, hierbij valt te denken aan het uithollen van een appel. Door de prostaat uit te hollen blijft alleen de wand van de prostaat over. Deze operatie kan ook uitgevoerd worden met een laser apparaat. Hierbij wordt de prostaat door middel van een laserstraal uitgehold.
Voeding en urinewegstelsel
Het is belangrijk gezond en gevarieerd te eten. Voeding kan een grote rol spelen bij bepaalde aandoeningen aan het urinewegstelsel. Tevens kan voeding helpen om klachten aan het urinewegstelsel te verminderen of te voorkomen. Bij verschillende aandoeningen is het belangrijk om regelmatig en voldoende te drinken. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer sprake is van een blaasontsteking of wanneer men nierstenen heeft. In sommige gevallen dient men juist weinig te drinken, zoals bij nierfalen. Wanneer de nieren minder goed werken, kunnen de nieren namelijk minder vocht uitscheiden. Het lichaam gaat dan vocht vasthouden. Het gebruik van veel zout kan er ook voor zorgen dat men meer vocht vasthoudt. Wanneer men veel vocht vasthoudt kan men zich benauwd voelen en tevens zal de bloeddruk toenemen. Een hoge bloeddruk kan weer nierschade veroorzaken. Niet alleen kan zout voor een verhoging van de bloeddruk zorgen. Ook drop kan de bloeddruk doen stijgen. Deze toename van bloeddruk wordt veroorzaakt door de smaakstof glycyrrhizinezuur. Glycyrrhizine zorgt er namelijk voor dat er meer vocht wordt vastgehouden door de nieren. Hierdoor kan de bloeddruk stijgen.
Wanneer men nierproblemen heeft, dient men op de eiwitten te letten. Zo mag een persoon met nierfalen minder eiwit dan een gezond persoon. Eiwitten worden namelijk omgezet in voorurine, ureum. Vervolgens komen de eiwitten als afvalstoffen in het bloed terecht. Een gezonde nier zou deze afvalstoffen kunnen afvoeren. Maar wanneer sprake is van nierfalen, kan de nier steeds minder afvalstoffen afvoeren. Hierdoor is een eiwitbeperking noodzakelijk. Hoeveel eiwit iemand mag, hangt af van de werking bij de nieren. Wanneer men dialyseert, heeft men juist weer meer eiwit nodig. Door dialyse gaan er namelijk eiwitten verloren.
In bijgaand filmpje op YouTube benadrukt de diëtist nog eens het belang van eiwitten en zout bij nierziekten.
Een gezonde en gevarieerde voeding is altijd belangrijk. Door gezond en gevarieerd te eten, krijgt men alle voedingsstoffen nodig die het lichaam nodig heeft. Wanneer men alle voedingsstoffen binnen krijgt die nodig zijn, wordt de weerstand verhoogd. De weerstand van een persoon geeft aan in welke mate het lichaam zichzelf kan beschermen tegen bijvoorbeeld virussen en bacteriën. Wanneer de weerstand lager is, is het lichaam minder goed in staat zichzelf tegen lichaamsvreemde stoffen te beschermen. Tevens is een gezond gewicht belangrijk. Wanneer men geen gezond gewicht heeft, neemt het risico op bepaalde ziektes, zoals nierfalen, toe. Voeding speelt een belangrijke rol bij een gezond gewicht. Maar ook is het belangrijk om voldoende en regelmatig te bewegen.
Onderzoek urinewegstelsel
- Een veelgebruikt middel om een blaasontsteking te voorkomen is cranberrysap. Nu is gebleken dat cranberrysap niet zo effectief blijkt te zijn bij het voorkomen van een blaasontsteking. Wanneer men een blaasontsteking wil voorkomen, zal men voor lange tijd twee glazen cranberrysap per dag moeten drinken. In een onderzoek waar men langdurig cranberrysap moest drinken, haakten er echter veel deelnemers af. Het langdurig drinken van twee glazen cranberrysap per dag is daarom voor veel mensen mogelijk niet haalbaar.
- Uit onderzoek is gebleken dat wanneer men een volle blaas heeft, men betere beslissingen kan maken. De beslissingen die men nam, waren minder impulsief en meer doordacht.
- Gebleken is dat wanneer tieners overgewicht hebben, zij meer kans hebben op nierschade. Schade aan de nieren kwam zeven keer zo vaak voor op latere leeftijd bij tieners die overgewicht hadden als bij tieners die gezond waren.
- Fyto-oestrogenen kunnen mogelijk een prostaatvergroting voorkomen. De voeding van Aziatische mannen is rijk aan fyto-oestrogenen zoals lignanen. Fyto-oestrogenen zijn stoffen die planten aanmaken. Aziatische mannen hebben minder vaak last van een prostaatvergroting. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door hun voedingspatroon.
Externe informatie urinewegstelsel of producten
We zijn extern onderstaande boeken en producten, betreffende het urinewegstelsel, voor u tegengekomen:
- Een zieke nier en nu? Auteur Dr. Paul Van Der Boog, Nederlands, 156 pagina’s. Aan de orde komen de werking van de nieren, wat er gebeurt als de nier niet goed werkt en welke onderzoeken er zijn om meer over de nier(ziekte) te weten te komen. Ook de behandelmogelijkheden komen aan bod.
- Je nier of mijn leven! Nierdonatie bij leven. Nederlands, 79 pagina’s. Dit cahier gaat over mensen die besluiten tijdens hun leven een nier af te staan om een ander te redden. Waarom is niertransplantatie vooral bij leven belangrijk, hoe werkt het, wat zijn de gevolgen voor donor en ontvanger?
- Nier en Blaas Supplement, Capsules, Nature’s Way. Dit supplement van Nature’s Way is specifiek bedoeld voor een gezonde nier & blaas functie.
- Urinary Support. Ondersteunt de blaasfunctie en de urinewegen. Houdt de blaas en urinewegen schoon.
- UriSense, ondersteuning voor de urinewegen (90 Veggie Caps), Natural Factors. UriSense is een unieke mix van CranRich cranberry en probiotische BB536, volgens de fabrikant, zodanig samengesteld dat het een gezond urine-genitaliën gebied en een goede spijsvertering ondersteunt. Speciaal voor vrouwen.
- Urinary Support ondersteunt je blaas en urinewegen en werkt dankzij het gepatenteerde cranberry extract Exocyan™ en overige toevoegingen tot wel 6 keer effectiever dan de meeste cranberry producten.
- Prostate Support is een professioneel gezondheidsproduct voor ondersteuning van de prostaat, mannelijke urinewegen en voortplantingsorganen. Het bevat de belangrijkste en best wetenschappelijk onderzochte kruidenextracten die van belang zijn. De extracten zijn van hoogwaardige kwaliteit en optimaal gedoseerd, conform de wetenschappelijke studies
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.