Dumping syndroom
Dumping syndroom is een syndroom dat vaak voorkomt na een operatie aan de maag. De klachten die iemand ervaart kunnen lijken op diabetes mellitus. De term dumping syndroom wordt gebruikt wanneer er sprake is van een te snelle maaglediging. De maag wordt te snel geleegd. Het eten wordt onvoldoende verteerd in de maag. Door deze te snelle maaglediging kunnen er verschillende klachten ontstaan. Dumping syndroom komt voor wanneer er een operatie aan de maag of in combinatie met de slokdarm, heeft plaats gevonden. De operatie kan plaatsvinden om verschillende redenen. De operatie kan uit gevoerd worden bij een kankergezwel in de maag of in de slokdarm. Door een maagverkleining kan er tevens dumping syndroom optreden. De tegenhanger is een vertraagde maaglediging.
Ook kan er sprake zijn van een zogenoemde watermeloenmaag. Wanneer de bloedvaten onderin de maag zijn uitgezet, lijkt de maag op een watermeloen. Vandaar de term watermeloenmaag.
De maag en de slokdarm behoren tot het zogenoemde maag-darmkanaal. Het maagdarmkanaal loopt simpel gezegd; vanaf de mond tot de kont (de anus). Wanneer er iets gegeten wordt, gaat dit via de mond naar de slokdarm. Vanaf de mond begint de afbraak van voedingsstoffen door speeksel. De slokdarm loopt over in de maag. In kleine beetjes geeft de maag wat voedselbrij af aan de dunne darm. De voedselbrij is een papachtig voedingsmengsel in de maag. In de dunne darm begint de daadwerkelijke afbraak van voeding en opname van voedingsstoffen. De dunne darm is maar liefst vijf á zes meter lang. Door middel van peristaltiek beweegt de voedselbrij zich steeds verder door de darm. Peristaltiek is het samenknijpen van de darm in een vloeiende beweging. Nadat de voedselbrij de zes meter lange darm gepasseerd is, komt het in de dikke darm terecht. De dikke darm is een stuk minder lang en heeft voornamelijk als doel om vocht op te nemen.
De dikke darm is ongeveer een meter lang en ligt als een omgekeerde U in de buik. Wanneer de ontlasting door de dikke darm heen is, komt het aan bij de endeldarm. Dit stuk darm fungeert als opslagplaats voor ontlasting. Wanneer er veel ontlasting in de endeldarm zit, krijgt iemand het gevoel “aandrang te hebben”. De ontlasting verlaat het lichaam via de anus, evenals winden.
Dumping syndroom
Het dumping syndroom komt door een te snelle leging van de maag. De voedselbrij wordt onvoldoende of niet verteerd in de maag. De maag heeft niet de kans gehad om kleine voedselstukjes te maken van de voedselbrij. Hierdoor krijgt de dunne darm grote stukken voedsel te verwerken. De dunne darm is er niet voor gemaakt om grote hoeveelheden voedsel te verteren en op te nemen. Er komen twee varianten voor:
- Vroege dumping syndroom: Bij vroege dumping syndroom verschijnen de klachten vrij vroeg. De klachten die voorkomen bij dumping syndroom worden in de onderstaande paragraaf symptomen beschreven. De klachten kunnen optreden binnen enkele minuten tot een uur. De verschijnselen bij een vroege dumping syndroom heeft te maken met de grote stukken eten. De stukken voedsel komen in de dunne darm terecht. De maag heeft de voedselbrij niet goed kunnen verteren en fijn gemaald. Het is ook mogelijk dat de sluitspier tussen de maag en de dunne darm, de pylorus, niet meer goed werkt. Normaal zorgt deze spier ervoor dat de darminhoud niet meer terugstroomt naar de maag. Wanneer de grote onverteerde voedselbrij in de dunne darm terecht komt, wordt er vocht aangetrokken. Het vocht wordt uit de omliggende weefsels en bloedvaten gehaald. Een weefsel is een groep van dezelfde cellen met dezelfde functie.
- Late dumping syndroom: Bij late dumping syndroom verschijnen de klachten later. Meestal komen de klachten na een uur tot anderhalf uur tot stand. De klachten bij een late dumping, komen doordat de dunne darm nog niet klaar is voor de voedselbrij. Normaal heeft de dunne darm de tijd om verteringssappen te produceren die helpen om het voedsel verder te verteren. Doordat er kleine beetjes voedselbrij naar de dunne darm wordt gebracht, hebben de organen de tijd om sappen te produceren. De organen die deze sappen produceren zijn de alvleesklier, de galblaas, de lever en de dunne darm zelf. Deze organen liggen allemaal om en rond de maag en dunne darm. In de dunne darm worden suikers ten gevolge van het dumping syndroom te snel opgenomen in het bloed. Echter is het lichaam nog niet klaar om deze suiker te gebruiken. Om suikers te gebruiken, is insuline nodig. Suikers worden gebruikt als energie voor alle cellen in het lichaam. Suikers worden echter alleen opgenomen in de cellen door insuline. Insuline zit in de sappen in de dunne darm. Insuline wordt aangemaakt in de alvleesklier. De dunne darm is nog niet klaar om de voedselbrij te verteren met de sappen. Doordat er wel al suikers worden opgenomen in bloed en insuline nog niet, kunnen er diabetesachtige verschijnselen ontstaan. De suikers blijven te lang in het bloed. De suikers in het bloed kunnen schadelijk zijn voor het lichaam. Zo kunnen kleine bloedvaten kapot gaan, door de suikers in het bloed. De kleine haarvaatjes komen bijvoorbeeld in de ogen voor. Iemand kan blind worden als diegene te lang suiker in het bloed heeft zitten. Wanneer er iets kleins wordt gegeten, na de klachten van late dumping, verdwijnen de klachten meestal. Dit komt doordat er veel insuline in het bloed aanwezig is. Door wat kleins te eten, komen er weer suikers in het bloed. Doordat de insuline suiker naar de cellen kan brengen, komt de suiker en insuline weer in balans in de bloedbaan. Wanneer na de late dumping klachten wat kleins wordt gegeten, verdwijnen de klachten meestal.
Symptomen dumping syndroom
De symptomen voor dumping syndroom kunnen verschillend zijn. De verschillen zitten in het tijdsbestek dat de klachten optreden. Zo zijn de klachten bij vroege dumping anders dan bij late dumping klachten.
Vroege dumpingklachten
Deze klachten treden een paar minuten tot een uur na het eten van de maaltijd op.
- diarree;
- hoofdpijn;
- misselijkheid;
- opgeblazen gevoel;
- krampen in de buik;
- sufheid, door een daling van de bloeddruk;
- duizeligheid, door een daling van de bloeddruk;
- hartkloppingen, door een daling van de bloeddruk. Bloeddruk is de druk die wordt uitgeoefend in de bloedvaten.
Late dumpingklachten
Dit zijn de klachten die optreden een uur tot anderhalf uur na het eten van de maaltijd.
- trillen;
- zweten;
- verwardheid;
- een hongergevoel;
- een slap gevoel in het hele lichaam.
Oorzaken dumping syndroom
Dumping syndroom wordt veroorzaakt door de effecten van een operatie. Tijdens de operatie wordt de zenuw beschadigd die de maag aanstuurt. De zenuw, nervus vagus, zorgt ervoor dat de maag wordt geprikkeld. Zenuwen behoren tot het zenuwstelsel samen met de hersenen. De hersenen sturen met behulp van zenuwen signalen uit. De signalen zorgen ervoor dat het lichaam allerlei functies vervult. Zoals een hand uitsteken of een kopje koffie pakken. Als de nervus vagus is beschadigd, wordt de maag niet of niet goed aangestuurd. Doordat het niet goed wordt aangestuurd, kan de maaginhoud te snel naar de dunne darm worden vervoerd. De operatie kan verschillend zijn.
- Operatie: Vaak is de oorzaak van dumping syndroom een maagoperatie. Bij deze operatie is de maag gedeeltelijk of geheel verwijderd. Ook kan een maagverkleining een oorzaak zijn voor dumping syndroom.
- Pyloroplastie: Bij deze operatie wordt de pylorus verwijd. De pylorus is de sluitspier tussen de maag en de dunne darm. De sluitspier zorgt ervoor dat de voedselbrij in kleine beetjes naar de dunne darm wordt gebracht. De sluitspier kan namelijk te smal zijn waardoor de doorstroming niet goed verloopt. Als de pylorus is verwijd, kan de maaginhoud gemakkelijk naar de dunne darm worden vervoerd. De maag kan hierna te snel leeggemaakt worden. Meestal went het lichaam na verloop van tijd aan de verwijding van de pylorus.
Diagnose dumping syndroom
Dumping syndroom is meestal vrij snel te diagnosticeren. Dumping syndroom komt bijna alleen voor bij iemand die geopereerd is aan de maag, met enkele uitzonderingen. De arts zal op basis van de klachten die worden aangegeven, de diagnose stellen.
Behandeling dumping syndroom
Bij dumping syndroom kunnen de klachten niet weggenomen door medicatie. De klachten kunnen eventueel verlicht worden door octreotide, als veranderingen in de eetgewoonte niet helpen. Octreotide is een medicijn die de klachten kan helpen verminderen. Dit hoeft echter niet het geval te zijn.
De eetgewoonte veranderen, is vaak de beste manier om de klachten van het dumping syndroom tegen te gaan. Bij elk persoon moet individueel worden gekeken wat het beste werkt. Dit is namelijk voor iedereen verschillend. Een persoon kan hier zelf mee experimenteren of met behulp van een diëtist. Ook zijn de klachten en ernst van de klachten per persoon verschillend. De klachten kunnen ook na verloop van tijd verdwijnen of verminderen. Het lichaam is na verloop van tijd gewend aan de nieuwe manier van eten.
Dumping syndroom medicatie
Naast octrotide kan ook het medicijn acarbose worden voorgeschreven.
- Octrotide: Dit medicijn zorgt voor een vertraging van het legen van de maag naar de dunne darm. Het medicijn wordt onder de huid gespoten door middel van een injectienaald. Het is belangrijk dat de arts goed vertelt hoe het medicijn wordt toegediend. Het medicijn wordt alleen gegeven wanneer veranderingen in de eetgewoontes niet helpen. Het wordt alleen dan gegeven vanwege de bijwerkingen van octrotide. De bijwerkingen van octrotide zijn diarree, galstenen, winderigheid, een opgeblazen gevoel en dikke ontlasting.
- Acarbose: Dit medicijn vertraagt de vertering van koolhydraten. Koolhydraten worden in het maagdarmkanaal verteerd tot suikers. Koolhydraten zorgen voor de energie in het lichaam. Vaak wordt het medicijn acarbose gegeven bij diabetes mellitus. Diabetes mellitus wordt in de volksmond ook wel suikerziekte genoemd. Hoewel acarbose ook goed schijnt te helpen bij late dumping klachten. Doordat de koolhydraten langzaam worden afgebroken, is de kans kleiner op de klachten.
Voeding en dumping syndroom
Voeding speelt een grote rol met dumping syndroom. Voeding kan er voorzorgen dat de klachten van vroege of late dumping verminderen. Naast de voeding zal ook veranderingen in de eetgewoonte positief effect hebben.
Bij dumping syndroom zijn kleinere maaltijden verstandig. Door kleinere hoeveelheden te eten, hebben de maag en de dunne darm meer de kans om voeding te verteren. Bij late dumping zorgen kleinere maaltijden ervoor dat de alvleesklier tijd genoeg heeft om voldoende insuline aan te maken. Wanneer de insuline niet snel of voldoende wordt aangemaakt, kunnen er diabetisch achtige verschijnselen ontstaan. Diabetes staat in de volksmond beter bekend als suikerziekte. De klachten die kunnen optreden zijn, veel dorst hebben en daarmee veel plassen. Mensen kunnen zich slap voelen, doordat de energie nog niet is opgenomen in de cellen. Daarnaast is het van belang om de hoeveelheid vocht te verdelen over de dag.
Het is ook verstandig om snel opneembare suikers te vermijden. Deze suikers zitten bijvoorbeeld in snoep en enkele andere producten. Iedereen met dumping syndroom ervaart andere klachten bij bepaalde producten. Daarom kan het wijs zijn om met een diëtist te bespreken welke producten wel of niet worden verdragen.
Dumping syndroom en lactose
Mensen die last hebben van dumping syndroom, kunnen waarschijnlijk minder goed tegen lactose. Lactose is een melksuiker. Lactose wordt snel opgenomen uit de darmen. Het kan door de snelle opname de klachten van dumping syndroom verergeren. Het is daarom verstandig om lactose te vermijden. Lactose zit voornamelijk in melkproducten. Toch zijn er melkproducten die mensen wel kunnen verdragen als ze last hebben van dumping syndroom. In enkele melkproducten zitten namelijk minder lactosesuikers.
Onderzoek dumping syndroom
Er is onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke oorzaak van dumping syndroom klachten. Het blijkt dat de snelle passage van hoog geconcentreerde suiker in de voeding in de dunne darm de oorzaak is. De hoge suikerconcentratie in de voeding wordt te snel in het bloed opgenomen zonder dat er insuline in het bloed aanwezig is.
Verder zijn er geen recente onderzoeken gedaan naar dumping syndroom.
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.