Jongvolwassen (19-30 jaar)
Tijdens de jongvolwassen (19-30 jaar) levensfase wordt een persoon gevormd tot wie hij de rest van zijn leven zal zijn. Velen houden er een ongezonde leefstijl op na. Onder jongvolwassen verstaan we personen van 19 tot en met 30 jaar. De grootste veranderingen in het lichaam zijn in deze leeftijdsfase al achter de rug. Het lichaam van de jongvolwassen is klaar met groeien, het wordt niet meer langer. Het lichaam van een kind is veranderd in het lichaam van een volwassene. De ontwikkeling gaat echter verder: emotioneel en sociaal, maar ook op het gebied van voeding. In deze jaren wordt een persoon gevormd tot wie hij of zij de rest van zijn of haar leven zal zijn. Er wordt soms een studie gevolgd en afgerond, en een carrière gekozen. Sommigen beginnen al aan een gezin, anderen wachten liever. De keuzes die in deze periode worden gemaakt, bepalen een groot deel van het verloop van de rest van het leven. Met de gezondheid is dit niet anders.
De overgang van jongere naar jongvolwassen (19-30 jaar) verloopt voor iedereen anders. De jongere krijgt steeds meer vrijheden, maar ook meer verplichtingen en verantwoordelijkheden. Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt, zoals de keuze van een studie of carrière. Vaak leert de jongvolwassen ook in deze fase wat hij wil met de rest van zijn leven. Kiest men voor het gezin, een carrière of beide? Gaat men werken of leren? Of wil iemand liever de wereld rondreizen? Er wordt geëxperimenteerd met verschillende gedachten. Vaak wordt er ook een definitieve seksuele geaardheid aangenomen. Deze periode is grotendeels bepalend voor de toekomst.
Voeding algemeen jongvolwassen
Er vindt weinig tot geen groei meer plaats tijdens de jongvolwassen jaren. Het lichaam bestaat uit cellen. Dit zijn als het ware de bouwstenen van het lichaam. Tijdens de ontwikkeling van kind naar jongvolwassen (19-30 jaar) komen er heel veel nieuwe cellen bij. Het lichaam groeit. Tijdens de fase van jong volwassen zijn mensen het meest vitaal. Dat wil zeggen dat deze groep weinig last heeft van kwaaltjes en in een lichamelijk goede conditie verkeert. Dit is vaak de reden dat topsporters tussen de 19 en 30 jaar oud zijn. Ze zijn uitgegroeid, dus optimaal opgebouwd. Ze zijn nog niet aan het afbreken, dus zijn ze nog optimaal sterk. Het is de ideale leeftijd voor buitengewone lichamelijke prestaties. Het is dus essentieel dat er gezonde voeding wordt gebruikt. Zo wordt er als jongvolwassen (19-30 jaar) voor een optimale gezondheid gezorgd. Verder is gezonde voeding een erg belangrijke bijdrage om zo fit mogelijk aan de volgende leeftijdsfase te beginnen.
Vitamines en mineralen zijn stoffen die het lichaam nodig heeft om bepaalde processen goed te laten verlopen. Voorbeelden van zulke processen zijn de groei, de weerstand tegen ziektes en het genezen van wondjes. Van baby tot ongeveer 20 jarige leeftijd worden de vitamines en mineralen vooral gebruikt om te groeien. Er worden na de groei, tijdens de fase van jongvolwassen, grote voorraden vitamines en mineralen aangelegd. Deze voorraden zijn belangrijk voor de rest van het leven. De in vetoplosbare vitamines kunnen worden opgeslagen in het vetweefsel. Veel mineralen worden opgeslagen in de spieren, de lever en de botten. Als vanaf het 30e levensjaar het lichaam minder goed gaat werken, heeft het lichaam baat bij een grote voorraad. De voorraad wordt na je 30e levensjaar namelijk minder snel aangevuld. Het lichaam heeft deze voorraden nodig bij een gebrekkige voeding, ziekte of een lichamelijke zware opgave. De opgeslagen voedingsstoffen kunnen op dat moment gebruikt worden. Het is voor een jongvolwassene (19-30 jaar) dus erg belangrijk om voldoende vitamines en mineralen binnen te krijgen.
Over het algemeen hebben jongvolwassenen geen afwijkende behoefte aan vitamines en mineralen ten opzichte van andere perioden in het leven. De botten hebben hun maximale dichtheid bereikt rond het 30e levensjaar. De botdichtheid is een maat waarmee gemeten wordt hoe sterk de botten zijn. Botten nemen mineralen zoals calcium op om zichzelf stevig te maken en te houden. Hoe meer calcium, hoe sterker het bot. Vitamine D helpt bij het opnemen van calcium uit de voeding. Als er te weinig calcium of vitamine D in de voeding zit, worden de botten zwak. De inname van calcium en vitamine D blijft dus als jongvolwassene (19-30 jaar) belangrijk. Een goede inname van calcium en vitamine D voor een jongvolwassen waarborgt gezonde botten als de jongvolwassene ouder wordt. Ook voldoende beweging is belangrijk bij dit proces.
Uit onderzoek is gebleken dat jongvolwassen er vaak een ongezonde leefstijl op nahouden. Er wordt over het algemeen veel gerookt en gedronken, weinig bewogen en de voeding bevat onvoldoende gezonde producten, zoals groente, fruit en granen. Omdat men in deze leeftijdscategorie over het algemeen het ouderlijk nest verlaat, kan er een drastische verandering optreden in het eetpatroon. Vaak is er geen tijd, zin of geld om een volwaardige maaltijd op tafel te zetten. Daarbij wordt vooral gedacht aan wat ‘lekker’ is en niet aan wat gezond is.
Studeren jongvolwassen
Veel jong volwassenen gaan in deze periode zelfstandig wonen. Studenten gaan bijvoorbeeld op zoek naar een kamer, anderen gaan direct samenwonen. Deze ontwikkeling heeft altijd invloed op de manier van leven en ook op het eetpatroon. Voorheen werd er bijvoorbeeld door ouders gekookt, nu is de jongvolwassene (19-30 jaar) op zichzelf aangewezen.
In studentenhuizen kan het er wild aan toe gaan. De student moet nog wennen aan de pas verkregen vrijheid. Het komt veel voor dat studenten een ongezonde leefstijl hebben. Sommige studenten gaan vaak laat naar bed, eten ongezond en gebruiken veel alcohol of (soft)drugs. Het komt voor dat er geen tijd, zin of motivatie is om een gezonde maaltijd te bereiden na een drukke dag colleges volgen. Ook de keukenhygiëne in gedeelde ruimtes kan veel te wensen overlaten. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de gezondheid.
Anderen gaan liever niet in een studentenhuis wonen, maar gaan samenwonen of op zichzelf. Dit brengt ook in veel gevallen veranderingen in eetgedrag met zich mee. Als men gaat samenwonen met een partner of vriend(in), wordt er meestal ook samen gegeten. De ander kan een totaal verschillend voedingspatroon hebben. Hopelijk geeft de een de gezonde eetgewoontes over aan de ander. Het kan helaas ook andersom zijn. Als een persoon minder gezond eet, is de kans groot dat degene die wel altijd gezond eet zijn motivatie verliest. Als de ander altijd ongezond kookt, wordt het lastig om de goede eetgewoontes vol te houden. Het is dus belangrijk dat er duidelijke afspraken worden gemaakt.
Tijdens het studeren is het belangrijk dat de hersenen zo goed mogelijk werken. Zo wordt de leerstof beter opgenomen en onthouden. Een gezonde leefstijl en voeding zijn hierbij essentieel. Sommige voedingsstoffen hebben invloed op de studieprestaties. Ook de leefstijl draagt hier aan bij.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Omega 3-vetzuren. Er bestaan verschillende soorten vet. De meest bekende indeling is ‘verzadigd’ vet, en ‘onverzadigd’ vet. Deze indeling heeft te maken met de manier waarop het vet reageert in het lichaam. Onverzadigd vet is gezond voor het hart en de bloedvaten. Verzadigd vet is slecht voor het lichaam. Het kan leiden tot verschillende hart- en vaatziekten. Een ezelsbruggetje is dat verzadigd vet, beter vermeden kan worden. Een van de gezonde, onverzadigde vetten is het omega 3-vetzuur. Er is uitvoerig onderzoek gedaan naar de effecten van omega 3-vetzuren op de hersenen. De algemene mening is dat omega 3-vetzuren een positieve invloed op de hersenfunctie hebben. Welke invloed dat precies is, wordt nog onderzocht. Het heeft waarschijnlijk iets te maken met de impulsoverdracht. Dat is een proces waarbij kleine elektrische stootjes, impulsen, via microscopisch kleine kabeltjes door de hersenen reizen. Deze impulsen vertellen ons dat we onze arm moeten bewegen, of dat we jeuk hebben. Maar ook de gedachten worden door deze impulsen geregeld.
- Vitamine C en E. Dit zijn antioxidanten. Antioxidanten zijn stoffen die vrije radicalen wegvangen uit het lichaam. Vrije radicalen zijn schadelijke stoffen die in ons lichaam voorkomen. Deze vrije radicalen worden onder meer gevormd door straling van de zon. Iedereen heeft een kleine hoeveelheid vrije radicalen in zijn lichaam. Ze worden pas schadelijk in grote aantallen. Ze zijn onder andere de oorzaak van het verouderingsproces, ontstekingsziekten als reuma en verschillende soorten kanker. Daarbij hebben vrije radicalen een negatieve invloed op de werking van de hersenen. Vitamines C en E zorgen er voor dat de hoge aantallen vrije radicalen niet worden bereikt.
- Alcohol is slecht voor de hersenen. Hierdoor werken de hersenen trager en bij langdurig alcoholgebruik raken ze beschadigd. Dit komt omdat alcohol giftig is voor de hersenen als er te veel van wordt ingenomen. Het zogeheten ‘Binge drinking’ komt het meest voor tussen de 15 en 25 jaar. Binge drinking is het drinken van grote hoeveelheden alcohol tegelijk (minstens 6 glazen). Dat dit het meest voorkomt in deze leeftijdscategorie is niet vreemd. Op (studenten)feesten wordt over het algemeen alcohol geschonken. Overmatig alcoholgebruik is slecht voor het concentratievermogen, de besluitvaardigheid en het geheugen.
- Slaap. Het is belangrijk dat de hersenen voldoende slaap krijgen. Jong volwassen hebben tussen de 8 en 10 uur slaap nodig. Iemand die goed uitgerust is kan beter nadenken. Het lichaam krijgt zo voldoende tijd om uit te rusten en te ontspannen. Als er langdurig te weinig geslapen wordt, heeft dit een negatief effect op de hersenen. Het concentratievermogen wordt slechter, de aandacht vermindert en er is een gebrek aan motivatie.
Werken jongvolwassen
De gekozen baan kan een grote invloed hebben op het verdere verloop van het lichaamsgewicht. Sommige banen vergen een grote lichamelijke inspanning, zoals militair of brandweerman. Bij andere banen wordt er weinig actief bewogen, zoals bij de meeste kantoorbanen. Nog weer andere banen zijn erg hectisch, waardoor er geen vaste eetmomenten zijn. De meeste banen in het ziekenhuis zijn zo. Al met al kan de beroepskeuze veel verschil maken in eetpatroon.
Bij kantoorbanen is het erg belangrijk om regelmatig de benen te strekken. Dit kan bijvoorbeeld door in de pauze een rondje te wandelen. Dit verbrandt weer een klein beetje energie. Ook voorkomt regelmatig bewegen de kans op trombose. Trombose is een aandoening waarbij het bloed te lang stilstaat. Hierdoor kan het gaan klonteren. Als een klontje door de bloedbaan stroomt, kan het een ader verstoppen. Een voorbeeld hiervan is een longembolie. Hierbij raakt een longader verstopt, waardoor de longen te weinig bloed krijgen. Dit kan erg gevaarlijk zijn. Door om de twee uur even een korte wandeling te maken, gaat het bloed beter stromen.
Bij banen die een grote lichamelijke inspanning vergen is de voeding anders dan bij een kantoorbaan. Iemand die de hele dag intensief het lichaam gebruikt, heeft bijvoorbeeld meer energie nodig uit voeding. Die energie drukken we uit in kilocalorieën (kcal). Het verschil in leefstijl kan voor een jongvolwassene al snel 400 kcal schelen. Dit staat qua energie gelijk aan ongeveer vijf boterhammen.
Kinderen krijgen
In deze leeftijdsfase wordt er vaak serieus over kinderen nagedacht. Vaak wordt er ook al aan begonnen. Sommigen voelen de drang om te settelen echter pas na hun 30e. Het is voor een vrouw in theorie de beste leeftijd om kinderen te krijgen voor het 25e jaar. In deze periode zijn vrouwen het meest vruchtbaar. Een optimale vruchtbaarheid zorgt ervoor dat de vrouw makkelijker zwanger kan worden. Na het 25e levensjaar neemt de vruchtbaarheid af. Echter, de gemiddelde leeftijd waarop een vrouw in Nederland zwanger wordt is ruim 29. Er is dus geen man overboord als een 25-jarige vrouw er nog niet aan toe is. Als een vrouw zwanger wil worden zijn de voedingsbehoeften anders. Zo heeft de vrouw bijvoorbeeld extra vitamine B11 (foliumzuur) nodig. Dit vermindert de kans op een ‘open ruggetje’ bij de baby. Een open ruggetje is een aangeboren afwijking bij een baby. Hierbij sluiten de ruggenwervels niet goed. Voor de zwangerschap moet het lichaam in een optimale conditie zijn. Op deze manier is de vruchtbaarheid het best. Er zijn meer voedingsstoffen nodig voor de groei van het ongeboren kind.
Energiebalans jongvolwassen
Het lichaam heeft energie nodig om te functioneren. Alles wat er gebeurt in het lichaam kost energie, van ademen tot bewegen. Energie komt binnen met de voeding. Als er meer wordt gegeten dan er wordt verbrand, komt er vet aan het lichaam. Als er minder wordt gegeten dan het lichaam nodig heeft, valt het lichaam af. Niet alleen organen hebben energie nodig. Spieren zijn levend weefsel. Dat wil zeggen dat ze energie nodig hebben om te blijven bestaan. Ook als spieren niet actief gebruikt worden verbruiken ze energie. Vetweefsel verbruikt geen energie. Vet hoeft niks te doen, behalve te wachten tot het nodig is bij schaarste. Twee personen die evenveel wegen kunnen dus een totaal andere energiebehoefte hebben. Iemand met veel spieren verbrandt meer energie dan iemand met weinig spieren.
Tijdens de jongere jaren, en dan vooral tijdens de groeispurt, wordt er meestal veel gegeten. Dit is nodig, omdat groeien heel veel energie kost. Tijdens de fase van de jongvolwassene stopt de groei echter, meestal rond het 21e jaar. Rond deze leeftijd neemt de energiebehoefte af. Van 14-18 is de energiebehoefte 2.200-2.900 calorieën per dag. Van 19 tot 30 jaar is de energiebehoefte 2.100-2.700 calorieën per dag. De energiebehoefte is de hoeveelheid energie die uit de voeding nodig is om gezond te kunnen leven. De opbouw van het lichaam is nog niet gestopt. Het lichaam wordt alleen niet groter meer. Er worden nog steeds grote voorraden vitamines en mineralen aangelegd in de spieren, de lever, de botten en het vet.
Vaak is er na de middelbare school minder tijd over om te sporten, door de nieuwe studie of baan. Tijdens het sporten gebruikt het lichaam meer voedingsstoffen dan in rust. Het bloed moet hierdoor sneller stromen. Het bloed wordt door de aderen gepompt door het hart. Het hart wordt sterker van actief bewegen doordat het krachtige bewegingen maakt om aan de verhoogde behoefte te voldoen. Een versnelde ademhaling en snel kloppend hart kosten ook meer energie. Als er minder bewogen wordt, heeft dat invloed op de energiebehoefte. Sport en beweging zorgen er dus voor dat de energiebehoefte stijgt. Als door een drukke studie of baan de hoeveelheid beweging daalt, daalt dus ook de energiebehoefte. Het lichaam heeft dan minder calorieën nodig en er zou dus minder gegeten dienen te worden. Als men dan gewoon hetzelfde blijft eten als tijdens het vele sporten of tijdens de groei, slaat overgewicht toe. De energiebalans is dan verstoord. Er gaat meer energie in dan dat er uit gaat. Het is om deze reden van belang om regelmatig te blijven bewegen en de voeding aan te passen aan de nieuwe levensfase.
Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de jong volwassen voldoende beweegt. Elke dag een half uur bewegen is de landelijke norm. Er wordt aanbevolen om daarnaast 2-3 keer per week matig tot intensief te sporten om overgewicht te voorkomen. Bij het bewegen maakt men de spieren sterker en vet breekt af. Op deze manier wordt de energiebalans hersteld: wat er te veel binnen was gekomen, wordt nu verbruikt. De verhoogde beweging compenseert de verhoogde energie-inname, en andersom. Bewegen vermindert ook de afbraak van spieren en de opbouw van vet. Het actieve weefsel van de spieren wordt behouden. Het wordt in plaats van opgeslagen, verbrand in de spieren. Bovendien vermindert bewegen spanning en depressie. Even naar de sportschool gaan kan dus verkwikkend werken na een inspannende dag op het werk of college. Er komen stoffen vrij die de bloeddruk gezond houden.
Overgewicht jongvolwassen
Ongeveer een vijfde (20%) van de jongvolwassenen heeft overgewicht. Overgewicht is meestal het directe gevolg van een ongezonde leefstijl. Echter, ook genetische aanleg of een ziekte kan hier de oorzaak van zijn. Overgewicht is om verschillende redenen ongezond. Het verhoogt het risico op diabetes type 2, hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker. Vaak is het bloed van te zware personen niet gezond. Er zit te veel slecht cholesterol in. Er wordt gesproken over ‘goed’ en ‘slecht’ cholesterol. Als er te veel slecht cholesterol in ons bloed zit, kan dit de aderen laten dichtslibben of verkalken. Een slechte cholesterolwaarde is om deze reden de hoofdoorzaak voor hart- en vaatziekten. Ook de bloeddruk is vaak erg hoog bij overgewicht. Doordat er te veel druk op de aderen staat, ontstaat er kans op een hersenbloeding. Hierbij ‘knapt’ er een adertje in het hoofd. Kleine delen hersenen krijgen geen bloed. Hierdoor krijgen ze ook geen zuurstof en sterft een klein deel af. Hierdoor kan een vorm van dementie ontstaan. Dementie is een syndroom waarbij de geestelijke vermogens achteruit gaan. Het hoge gewicht legt vaak een ongezonde druk op de gewrichten, waardoor bewegen moeilijk of pijnlijk kan zijn.
Roken
Een aanzienlijk deel van de jongvolwassenen rookt. Roken verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, longaandoeningen zoals emfyseem en bronchitis en verschillende soorten kanker. Bij een longemfyseem gaan de longen kapot. De longen zijn opgebouwd uit duizenden kleine longblaasjes. Deze zorgen voor een groter oppervlak in de long, waardoor de zuurstof uit de lucht beter kan worden opgenomen. Bij een longemfyseem kan de long niet voldoende zuurstof opnemen uit de lucht. Deze aandoening kan uiteindelijk dodelijk zijn. Bij bronchitis zijn de longblaasjes ontstoken. Het meest bekende gevolg van roken is longkanker. 90% procent van alle gevallen van longkanker wordt veroorzaakt door roken.
Daarbij is roken slecht voor de vruchtbaarheid van zowel man als vrouw. Dit houdt in dat het langer kan duren om zwanger te worden. Hiernaast is roken tijdens de zwangerschap schadelijk voor het ongeboren kind. Een jaar na het stoppen is de kans op een hartinfarct met ruim de helft afgenomen. Dit verhoogde risico is echter pas helemaal verdwenen 15 jaar na het stoppen. Een arts kan het stoppen met roken ondersteunen met pleisters of tabletten.
Alcohol
Het drinken van alcohol heeft zowel voor- als nadelen. Bij een beperkte consumptie werkt het ontspannend. Bij matig gebruik heeft het ook een positief effect op hart- en bloedvaten. Onder matig gebruik verstaan we één standaardglas. Ongeveer een kwart van de jongvolwassenen is helaas een zware drinker. Onder zware drinker verstaan we dat er regelmatig meer dan 6 glazen op een dag worden gedronken. Vooral mensen met veel stress of genetische aanleg zijn gevoelig voor overmatig drankgebruik. De meesten zijn mannen tussen de 20 en 40 jaar. Alcohol kan veel schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid. Veel drinkers hebben een hoge bloeddruk. Er bestaat een grote kans op een hersenbloeding, leveraandoeningen, orgaanbeschadigingen en diverse soorten kanker. Daarbij is de kans op verslaving groot.
Drugs
Ongeveer 15% van de jongvolwassen gebruikt maandelijks cannabis (wiet). Meestal beginnen jongeren te blowen rond het 13e/14e levensjaar. Risico’s van cannabisgebruik op de korte termijn zijn onder andere stoornissen in de concentratie, het geheugen en logisch nadenken. De coördinatie vermindert en de bloeddruk daalt. Hierdoor krijgen de hersenen te weinig bloed. Dit kan op den duur schadelijk zijn voor de hersenen. Het kan voorkomen dat iemand flauwvalt. Op de lange termijn lopen de longen ernstige schade op als het wordt gebruikt in de vorm van een joint of waterpijp. Ook de hersenen worden aangedaan. Het concentratievermogen en het geheugen worden nog verder afgebroken. Ook is er een kans op psychoses. Bij een psychose is iemand het contact met de werkelijkheid kwijt.
Dertigers dilemma
Het kan voorkomen dat dertigers bepaalde gevoelens ervaren die we het dertigers dilemma noemen. Het dertigersdilemma is een periode in het leven dat we vragen gaan stellen over het leven zelf. Meestal is dit rond het 30e levensjaar. Het wordt ook wel eens de ‘quarter life crisis’ genoemd. Tijdens het dertigersdilemma wordt de vraag gesteld of iemand er wel goed aan doet hoe hij nu bezig is. Is dit de juiste carrièrerichting? Wil ik (nog meer) kinderen? Deze fase wordt gekenmerkt door veel gepieker en onrustige gevoelens. Vaak kan iemand moeilijk stilzitten. Deze dip gaat vanzelf over, mits men zichzelf de tijd gunt om goed na te denken. Het komt voor bij zowel mannen als vrouwen. Het is mogelijk dat iemand meer gaat nadenken over de eigen voedselkeuze. Er wordt gedacht of iemand wel gezond genoeg eet. Vaak wordt er ook gedacht aan de eerlijkheid van het voedsel. Hiermee wordt bedoeld, of de dieren die betrokken waren bij het produceren van het voedsel wel goed zijn behandeld. Eerlijkheid heeft ook te maken met de herkomst van het product. Er wordt meer aandacht besteed aan hoe de boer is behandeld, en welke last het product op het milieu legt. Keurmerken als Fairtrade krijgen vaak meer aandacht van dertigers.
Onderzoek jongvolwassen
- Uit onderzoek van het Nationaal Kompas Volksgezondheid blijkt dat 19 tot 30 jarigen te weinig groente en fruit eten. Slechts 2% at 150 gram per dag, en niemand van dit onderzoek haalde de aanbevolen 200 gram. Slechts 7 tot 8% at genoeg fruit.
- Een ander onderzoek toonde aan dat van de groep 19 tot 30-jarigen 50% een voeding gebruikt die die niet voldoet aan de vetaanbevelingen. Een schokkende 92% krijgt te veel verzadigd vet binnen. Te veel verzadigd vet kan schadelijk zijn voor het hart en de bloedvaten.
- Onderzoek onder jongvolwassenen in de Zaanstreek-Waterland toonde aan dat 30% van de 19 tot 30 jarigen overgewicht heeft.
- Onderzoek toont aan dat jong volwassen te weinig groente en fruit gebruiken en te veel vet in hun voeding gebruiken. De transvetinname benadert wel de aanbevolen hoeveelheden. Transvet is een soort vet dat we veelal tegenkomen in frituurvet of bakkerijvet (koekjes, taarten et cetera). Het zit in mindere mate in vlees en volvette zuivel. Dit soort vet is slecht voor hart- en bloedvaten. Het verhoogt het cholesterol, wat een laagje achterlaat in de aderen. Deze kunnen hierdoor dichtslibben.
Externe informatie jongvolwassen of producten
We zijn extern onderstaande boeken, betreffende jongvolwassen, voor u tegengekomen:
- Uw voedingsplan. Nederlands, 84 pagina’s, DietCetera. Geeft concrete adviezen en aanwijzingen over hoe u gezond kunt eten, uw lichaam na de groeifase zo goed mogelijk kunt onderhouden en energiek blijft.
- Gezond eten. Auteur Sonja Kimpen, Nederlands, 276 pagina’s. In dit boek leer je van welke voedingsmiddelen je energie krijgt en aan welke voedingsmiddelen je energie verliest. Ook het belang van de verschillende soorten voedingsmiddelen en waartoe ze dienen wordt duidelijk uitgelegd.
- Gezond & Goedkoper Eten. Auteur Elske Van Dijk, Nederlands, 75 pagina’s. Een praktische handleiding voor iedereen die wil besparen op zijn dagelijkse boodschappen, maar niet wil inleveren op z’n gezondheid.
- Vrolijk gezond! Auteur Hilde Demurie, Nederlands, 144 pagina’s. In dit boek presenteert een voedingsconsulente een dieet dat gebaseerd is op het idee dat een natuurlijk voedingspatroon je lichamelijke en geestelijke welzijn kan verbeteren.
- Eenvoudig Gezond, over omgevingsinvloeden, leefstijl en voedingskeuze. Auteur Anna M. Kruyswijk, Nederlands, 182 pagina’s. Dit boek neemt de lezer, na kennis gemaakt te hebben met wetenschap en gezondheid, eerst mee naar de vijf bouwstenen van onze leefomgeving en onszelf. Tenslotte worden aanwijzingen en suggesties gegeven over leefstijl en voedingskeuze, die je kunt volgen om ‘Eenvoudig Gezond’ te zijn.
Weten wat goede voeding voor een jongvolwassen (19-30 jaar) persoon er uit ziet?
Door uw DietCetera diëtist uitgeschreven voedingsadviezen kunt u eenvoudig via onderstaande ‘diensten voor dit voedingsdoel’ bestellen.
Diensten voor dit voedingsdoel
Product type | Prijs | |
---|---|---|
Uw Voedingsplan
|
€ 29,95 |
>> Bestellen |
Voedingsadvies
|
€ 9,95 |
>> Bestellen |
Weekmenu
|
€ 11,95 |
>> Bestellen |
Variatielijst
|
€ 12,95 |
>> Bestellen |
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.