Tanderosie
Ongeveer 30% van de Nederlanders heeft last van tanderosie. Tanderosie is het oplossen van het tandglazuur door de inwerking van zuren. Tandglazuur is een beschermend laagje dat op tanden en kiezen zit. Tanderosie is een zeer langzaam proces. Het herkennen van tanderosie is niet makkelijk. Als er niets aan tanderosie wordt gedaan, kan na het tandglazuur ook het onderliggende tandbeen oplossen. Tandbeen wordt ook wel dentine genoemd. De tand bestaat voor het grootste deel uit tandbeen. Tandbeen heeft een lichtgele kleur. Het gebit wordt geler naarmate het glazuur meer oplost. Tanderosie tast het hele gebit aan. Bij tandcariës, oftewel gaatjes, is dit niet het geval. Gaatjes ontstaan op bepaalde plekken door inwerking van bacteriën.
Opbouw tanden
De tand bestaat uit verschillende onderdelen: de kroon en de wortel. De kroon is het witte zichtbare gedeelte van de tand. De laag om de tanden heen bestaat uit tandglazuur. Tandglazuur bestaat onder andere uit calcium- en fosfaationen. Deze ionen geven het tandglazuur sterkte en beschermen zo het gebit. Onder het tandglazuur bevindt zich het zachtere tandbeen. Het bevindt zich voor een deel in de kroon en voor een groot deel in de wortel. De wortel is het onzichtbare gedeelte van de tand. De wortel zorgt ervoor dat de tand stevig in de kaak vastzit. De wortel bestaat uit een kanaal met zenuwen en bloedvaten. Prikkeling van deze zenuwen veroorzaakt een signaal. In het tandbeen bevindt zich een ruimte die gevuld is met pulpa. Pulpa is weefsel dat bestaat uit bindweefsel, zenuwvezels en bloedvaten. Bindweefsel is weefsel dat organen, gewrichten en spieren in het lichaam met elkaar verbindt. Zenuwvezels geven signalen door van de hersenen naar de spieren. Maar ook van de zintuigen naar de hersenen. Via de zenuwvezels geeft de pulpa signalen door naar de hersenen. De hersenen zetten deze signalen om in pijn. De signalen worden bijvoorbeeld afgegeven bij een ontsteking of een gaatje.
Speeksel
In de mond zitten speekselklieren. Deze speekselklieren scheiden ongeveer anderhalf liter speeksel per dag af. Speeksel beschermt het gebit tegen tanderosie. Speekseleiwitten vormen een laagje om de tanden wat ze beschermt tegen zuren. Zuren uit de voeding kunnen geneutraliseerd worden door speeksel. Door de neutralisatie van zuren zijn deze niet meer schadelijk voor het gebit. Wanneer er onvoldoende speeksel in de mond aanwezig is, worden zuren niet voldoende geneutraliseerd en kunnen zij het gebit aantasten.
Oorzaak tanderosie
Tanderosie bestaat uit twee fasen. In de eerste fase vindt gedeeltelijke demineralisatie plaats. Demineralisatie betekend dat de calcium- en fosfaationen in het tandglazuur oplossen. Terugkeer van calcium en fosfaat (fosfor) is nu nog mogelijk. Deze terugkeer heet remineralisatie. Het speeksel bevordert deze remineralisatie. In deze eerste fase wordt ook het wortelcement opgelost. Wortelcement is het beschermlaagje dat om de wortels ligt. De demineralisatie vindt nu nog plaats aan de oppervlakte van de tand. In de tweede fase verdwijnt het tandglazuur helemaal. Remineralisatie is niet meer mogelijk voor het tandglazuur.
Het oplossen van tandglazuur gebeurt meestal door zuren uit drankjes. Maar ook zuren uit eten of zuren vanuit de maag hebben een aandeel in tanderosie. Zure dranken zijn frisdranken, vruchtensappen en wijnen. Aan frisdranken worden veel zuren toegevoegd om een frisse smaak te verkrijgen. Door toevoeging van suikers wordt de zure smaak gemaskeerd. Light frisdranken bevatten evenveel zuren en zijn dus net zo slecht voor de tanden als normale frisdranken. In vruchtensappen zitten vaak nog meer zuren dan in frisdranken. Alcoholische dranken, zoals wijn of mixdrankjes, bevatten ook veel zuur. Daarbij heeft alcohol een oplossende werking wat het erosieproces versnelt.
Andere producten die veel zuren bevatten zijn bijvoorbeeld appels en sorbetijs. Karnemelk en yoghurt zijn ook zure producten. Deze producten tasten het gebit echter niet aan. Dit komt door het hoge calcium- en fosfaatgehalte. Hoe vaker de tanden in contact komen met zure voedingsmiddelen, hoe groter de kans op erosie.
Tanden poetsen direct na het nuttigen van zuur voedsel lijkt slim, maar is het niet. De zuren maken het tandoppervlak wat zachter. Dit kan ervoor zorgen dat het tandglazuur beschadigd raakt bij het poetsen. Ook wordt bij het tandenpoetsen het beschermlaagje van de tand dat uit speekseleiwitten bestaat voor een deel verwijderd. Het gebit is dan als het ware echt ‘schoon’. Maar juist op de schone gedeelten kunnen zuren goed inwerken.
Zuur vanuit de maag tast het gebit ook aan. Dit zuur, dat maagzuur wordt genoemd, komt in contact met het gebit als er sprake is van oprispingen of braken. Een oprisping bestaat uit maagsappen en voedingsresten die via de slokdarm weer in de mond terecht komen. Dit kan het geval zijn bij een maag- of slokdarmaandoening. Bij een drankverslaving is vaak sprake van braken. Het lichaam wil de gifstoffen kwijtraken.
Ook kan er sprake zijn van regelmatig zelfopgewekt braken. Dit komt voor bij de eetstoornis boulimia nervosa. Braken komt ook voor wanneer een persoon iets verkeerds heeft gegeten of ziek is. Ook dan is braken schadelijk voor het gebit. Omdat men bij deze vorm van braken niet regelmatig braakt, maar slechts een enkele keer is het probleem minder groot.
Tanderosie kan, afhankelijk van de oorzaak, op verschillende plekken in de mond voorkomen:
- De gladde vlakken aan de wang- en lipzijde. Dit komt vooral door frisdrank.
- De snijvlakken van de voortanden. Dit komt vooral door frisdrank en citrusfruit.
- De verhemeltezijde van de voortanden. Dit komt vooral door oprispingen en braken.
- De kauwvlakken van de kiezen. Dit komt vooral door frisdrank en vaste voedingsmiddelen die zuur zijn.
Gaatjes versus tanderosie
Er is een onderscheid tussen gaatjes en tanderosie. Een ander woord voor gaatjes is cariës. Cariës ontstaan wanneer het gebit niet goed wordt schoongemaakt. Achtergebleven bacteriën kunnen zich voeden met suikers uit de voeding. Deze suikers worden door de bacteriën omgezet in zuren. Op die manier ontstaat er een zuurstoot. Een zuurstoot is een agressieve aanval van bacteriën na het eten. Bij elke zuurstoot lost het tandglazuur een beetje op. Zo ontstaan er gaatjes. Gaatjes kunnen de zenuw blootleggen. Dit maakt de zenuw gevoeliger voor aantasting door invloeden van buitenaf.
Gevolg tanderosie
Bij tanderosie lost het tandglazuur op. Dit tandglazuur komt niet meer terug. Tanderosie wordt vaak pas in een laat stadium herkend. De tanden worden plaatselijk geler, omdat het tandbeen aan de oppervlakte komt. De voortanden worden vaak korter en dunner. Ook worden ze wat doorschijnender en krijgen ze een rafelige rand. Doordat de tanden dunner worden, kunnen ze sneller afbreken. Deze veranderingen veroorzaken ruimten tussen de tanden. Tanderosie tast vullingen niet aan. Deze vullingen kunnen daarom uit gaan steken. Doordat het tandglazuur wordt aangetast komt het tandbeen bloot te liggen. Dit is gevoelig met het kauwen van voedsel. Ook is het tandbeen overgevoelig voor warmte en koude.
Risicogroepen tanderosie
Elk persoon dat veel zure voedingsmiddelen gebruikt, loopt een risico op tanderosie. Hetzelfde geldt voor mensen die last hebben van oprispingen. Er zijn echter ook medicijnen die een droge mond veroorzaken. De tanden zijn dan minder goed beschermd door speeksel wanneer er zure producten worden gebruikt. Personen die zulke medicijnen gebruiken vormen ook een risicogroep. Voorbeelden van medicijnen zijn oncolytica en cytostatica (tegen kanker), antidepressiva en antipsychotica.
Risicoberoepen tanderosie
Er zijn bepaalde beroepen waarbij het risico op tanderosie verhoogd is. Topsporters die veel sportdrankjes drinken vormen een risicogroep. Een fotograaf die veel in een donkere kamer te vinden is ademt zure lucht in. Deze zure lucht tast het gebit aan. Dit geldt ook voor werknemers in fabrieken met een zure lucht, bijvoorbeeld een verffabriek. Personen die vaak in water zwemmen met een hoog chloorgehalte lopen ook een verhoogd risico op tanderosie. Chloor breekt tandglazuur af.
Behandelmethodes tanderosie
Het is belangrijk om de tanden goed schoon te houden. Tweemaal daags poetsen met fluoridetandpasta is goed voor het gebit. Fluoride bevordert het herstel van het tandglazuur en maakt tandglazuur minder goed oplosbaar in zuur. Hierdoor kan het gebit een paar keer per dag een zuurstoot verdragen zonder dat er tanderosie plaatsvindt. Fluoride zit niet alleen in tandpasta’s. Het kan ook toegevoegd zijn aan mondspoelmiddelen. Te veel fluoridetandpasta kan echter witte streepjes of vlekjes op de tanden veroorzaken.
Men kan het beste een zachte tandenborstel gebruiken en niet te hard te poetsen. Na het nuttigen van zuur voedsel kan het best minimaal een uur gewacht worden met tandenpoetsen. Regelmatig op een suikervrij kauwgom kauwen neutraliseert het zuur. Het is verstandig met regelmaat de tandarts te bezoeken. De tandarts kan het gebit in de gaten houden en indien nodig een fluoridebehandeling uitvoeren. Ook kan de tandarts afgesleten tanden herstellen met behulp van composiet. Composiet is een tandkleurig/wit vulmiddel.
Voeding en tanderosie
Een aangepaste voeding kan veel voordelen opleveren voor het gebit. Het is goed om het gebruik van zure producten te beperken. Let bijvoorbeeld op het gebruik van frisdranken en sappen. Tevens wordt aangeraden om per dag maximaal 7 eet- en drinkmomenten te hebben. Dit betekent dat er naast 3 hoofdmaaltijden ruimte is voor 4 tussentijdse eetmomenten. Op deze manier kan het tandglazuur zich herstellen tussen de eetmomenten door. Eet- en drinkmomenten kunnen samengevoegd worden. Zure dranken kunnen het best meteen doorgeslikt worden. Zure dranken door de voortanden naar binnen zuigen is erg slecht voor de tanden. Een rietje gebruiken is hiervoor een oplossing. Een kind kan het best uit een gewone beker drinken in plaats van een zuigfles. Op deze manier wordt het drankje in één keer genuttigd. Met een zuigfles heeft een kind de neiging kleine slokjes te nemen verspreid over een lange tijd. Zuigen op producten zoals een lolly wordt afgeraden. Eet maximaal 2 keer per dag zuur fruit. Water en thee zonder suiker kunnen altijd gedronken worden. Een alternatief is melk.
Onderzoek tanderosie
- Een onderzoek van Elmex toont aan dat het aantal mensen met tanderosie toeneemt. In 1998 had 3% van de 12-jarige jongeren tanderosie. In 2002 was dit 24%, in 2008 was dit 32%. En in 2010 had 42% van de 12-jarigen last van tanderosie.
- Volgens Amsterdamse onderzoekers is het drinken van sinaasappelsap nog slechter voor het gebit dan het bleken van de tanden. Zij hebben de hardheid van het glazuur gemeten na het bleken van de tanden en na een blootstelling aan sinaasappelsap. Bij het bleken van de tanden nam de hardheid van het glazuur af met 5,6%. Na een blootstelling aan sinaasappelsap nam de hardheid van het glazuur af met 84,4%.
Externe informatie tanderosie of producten
We zijn extern onderstaande boeken, betreffende tanderosie, voor u tegengekomen:
- Dental Erosion. Auteurs Adrian Lussi & Thomas Jaeggi, Engels, 144 pagina’s. This book provides a comprehensive overview of dental erosion, focusing in particular on its diagnosis, risk assessment, prevention and treatment.
- Oral and Maxillofacial Pathology (Dentistry), e-BOOK. Engels. Includes diseases of the hard soft tissue, pulp, periapical, periodontal, erosion, abrasion, resorption, dental caries, abnormalities of oral mucosa, tumors (neoplasms), tongue, teeth, manifestations of systemic, and fractures dislocation of the jaw.
- Het Albert Heijn assortiment aan mondhygiëne, ook digitaal te bestellen.
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.