Kaas allergie
Kaas allergie is eigenlijk een kaas aversie. Gelukkig is het geen echte allergie. Omdat de gemiddelde lezer meer zoekt op de term kaas allergie hebben we de ‘kaas allergie’ maar tussen haakjes gezet. Nederlanders eten ongeveer 17 kilogram kaas per persoon per jaar. Toch zijn er mensen die een afkeer hebben voor kaas.
Nederland is een volk van kaas eters. Nederlanders eten ongeveer 17 kilogram kaas per persoon per jaar. 36,3% van de Nederlanders eet dagelijks kaas. De meeste kaas wordt op brood gegeten. Er zijn veel verschillende soorten kazen. Wereldwijd wordt kaas gegeten en geproduceerd. Toch zijn er mensen die een afkeer hebben voor (een bepaalde soort) kaas.
Kaas is een zuivelproduct. Kaas wordt gemaakt van melk en bevat veel voedingsstoffen. Voedingsstoffen zijn stoffen uit de voeding die essentieel zijn voor de mens. Voedingsstoffen vervullen veel belangrijke functies in het lichaam. Voedingsstoffen zijn in te delen in eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen. Kaas bevat veel calcium en vitamine A en D. Calcium geeft stevigheid aan het skelet en het gebit. Calcium is ook noodzakelijk voor de aanmaak van hormonen. Hormonen zijn stoffen in het lichaam die signalen doorgeven. In het bloed helpt calcium onder andere met de bloedstolling en de regulatie van de hartslag. Vitamine A is goed voor het gezichtsvermogen, de groei bij kinderen, de vorming van hormonen en voor de opbouw en werking van weefsels (bijvoorbeeld longweefsel en de huid) in het lichaam. Vitamine D zorgt voor sterke botten en tanden. Verder is vitamine D belangrijk bij het in stand houden van de weerstand. Een goede weerstand beschermd tegen ziekten en infecties.
Kaas bevat ook veel verzadigd vet. Verzadigd vet wordt ook wel het ‘slechte vet’ genoemd. Verzadigd vet verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Magere kaas bevat minder vet en meer calcium, vergeleken met vette kaas. Kaas bevat over het algemeen ook redelijk veel zout. Zout verhoogd de kans op een hoge bloeddruk. Dit komt doordat zout ervoor zorgt dat er vocht wordt vastgehouden in het lichaam. Er wordt geadviseerd niet meer dan 1,5 plak kaas per dag te eten. 1,5 plak komt overeen met 30 gram kaas. Bij voorkeur is dit 20+ of 30+ kaas. Dit zijn de magere varianten van kaas. Dit getal staat voor het percentage vet dat in de droge stof van kaas zit. De droge stof is eigenlijk de kaas zonder het vocht. Het vetgehalte wordt van de droge stof berekend, omdat het vochtgehalte van de kaas kan verschillen. De droge stof blijft altijd hetzelfde.
Van de kaas die in Nederland wordt geproduceerd, wordt driekwart geëxporteerd naar het buitenland. Er wordt ook veel kaas geïmporteerd. Er worden bijvoorbeeld veel kazen uit Duitsland en Australië geïmporteerd. Franse kazen worden meestal gewoon in Nederland bereid, maar dan op de Franse manier. Er zijn Nederlandse kazen met een Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB). Dit betekent dat zij op een erkende manier zijn geproduceerd, verwerkt en bereid binnen een bepaald gebied. BOB is een keurmerk.
Een ander keurmerk is het ‘erkend streekproduct’. Kazen met dit keurmerk komen uit een bepaalde streek. Ook de grondstoffen komen uit deze streek en de verwerking vindt hier ook plaats. Bij de bereiding wordt rekening gehouden met de natuur.
Voor 1 kilogram kaas is ongeveer 9 liter melk nodig. Aan de melk wordt stremsel en zuursel toegevoegd. Stremsel is een oplossing wat ervoor zorgt dat de melk dikker wordt. Zuursel zorgt voor de omzetting van melksuikers naar melkzuur. Zuursel zorgt voor de omzetting van melk naar kaas en doodt bacteriën. De melk wordt dikker en er ontstaat wrongel en wei. Wrongel is een sponsachtige massa. Wei is een waterige vloeistof. De wrongel wordt geperst om meer vocht eruit te halen. Vervolgens wordt de wrongel in zout water gedompeld (een pekel bad). Het zout dringt de kaas binnen en zorgt voor stevigheid. Ook bevordert het zout de smaak en houdbaarheid van de kaas. De kaas rijpt en wordt harder. De rijptijd verschilt per kaas en geeft de kaas dan ook zijn eigen smaak. Een kaas die lang heeft gerijpt bevat minder vocht en meer vet. De kaas kan in de koelkast of erbuiten bewaard worden. Buiten de koelkast is de kans op schimmel wel groter. Vacuümverpakte kaas is 1 tot 2 maanden houdbaar. Na opening is de kaas nog ongeveer 7 dagen houdbaar. Plakken kaas en geraspte kaas zijn na opening nog ongeveer 3 dagen houdbaar. Bij temperaturen boven de 20 graden gaat de kaas ‘zweten’. Het melkvet wordt dan vloeibaar.
Er zijn veel verschillende soorten kaas:
- jong;
- jong belegen;
- belegen;
- extra belegen;
- oud;
- overjarig.
Speciale soorten kaas:
- Smeerkaas: Water en smeltzouten worden aan gemalen kaas toegevoegd en verhit.
- Kwark: Ongerijpte, verse kaas gemaakt van aangezuurde melk.
- Verse roomkaas.
Er zijn ook speciale kaassoorten waarvoor een andere soort melk is gebruikt:
- Graskaas: Kaas gemaakt van melk van koeien die het voorjaarsgras hebben gegeten.
- Boerenkaas: Kaas gemaakt van rauwe melk volgens een traditionele wijze. Rauwe melk is melk zoals het van de koe komt. Rauwe melk heeft geen bewerkingen, zoals verhitting, ondergaan. Zwangere vrouwen mogen zachte rauwmelkse kaas niet eten. Bacteriën in rauwmelkse kaas kunnen schadelijk zijn voor het ongeboren kind.
Intolerantie en aversie
De naam ‘intolerantie’ stamt af van het Latijnse woord ‘tolerantia’. Intolerantie betekent onverdraagzaamheid. Bij een intolerantie is er sprake van een ongewone lichamelijke reactie op een bepaalde stof. Men kan last hebben van een intolerantie voor medicijnen of alcohol. Maar er bestaat ook voedselintolerantie. Bij een voedselintolerantie kunnen bepaalde voedingsmiddelen niet of maar in kleine hoeveelheden genuttigd worden. 12% van de bevolking denkt een voedselintolerantie te hebben. Waarschijnlijk is dit maar bij ongeveer 2% werkelijk het geval. Dit komt doordat mensen lichamelijke klachten aan voedingsmiddelen koppelen, terwijl voeding niet altijd de oorzaak is.
Een voedselaversie is een speciale vorm van voedselovergevoeligheid. Bepaalde voedingsmiddelen worden niet gegeten door afkeer uit angst voor de gevolgen. De reacties op bepaalde voedingsmiddelen zijn psychisch van aard. Lichamelijke klachten worden veroorzaakt door de emoties die gepaard gaan met de situatie. Er ontstaan dus geen lichamelijke klachten door het eten van het voedsel. Bij een voedselaversie denkt men al snel aan kinderen die weigeren bepaalde voedingsmiddelen te eten. Voedselaversies komen het meest voor bij kinderen met de basisschoolleeftijd. Ouderen kunnen ook last hebben van een voedselaversie. Bij ouderen wordt het echter minder vaak gezien, doordat het voedingsmiddel na verloop van tijd toch weer wordt gegeten. Voedselaversies vallen bij ouderen ook minder op, omdat ze het voedingsmiddel goed weten te vermijden. Een kind daarentegen gaat jammeren en huilen als hij bepaald eten voorgezet krijgt.
Symptomen ‘kaas allergie’
Zoals eerder vermeld worden de klachten bij een voedselaversie veroorzaakt door emoties.
Bij een kaas aversie (‘kaas allergie’) kunnen de volgende lichamelijke symptomen voorkomen:
- neiging tot braken;
- misselijkheid;
- braken.
Psychische symptomen zijn:
- angst;
- stress;
- overige negatieve gevoelens.
Oorzaak ‘kaas allergie’
Het bestaan van een ‘kaas allergie’ (kaas aversie) is al lange tijd bekend. Schriften uit de 17e eeuw vermelden kaas aversie al. De afkeer van kaas zou een evolutionaire oorsprong kunnen hebben. Vroeger was het belangrijk bedorven voedsel te herkennen, zodat men niet ziek zou worden. Kaas kan een afkeer oproepen, omdat het eigenlijk bedorven melk is. Kaas bevat een vetzuur dat vaak als ‘zweetgeur’ wordt omschreven. Dit vetzuur is een smaakstof. Het geeft een specifieke smaak aan kaas. Het kan zijn dat mensen met een kaas aversie dit vetzuur extra goed of juist slecht ruiken en/of proeven. Doordat mensen dit vetzuur te goed of slecht waarnemen, kan het zijn dat zij kaas niet waarderen. Een kaas aversie ontstaat echter meestal door een negatieve ervaring met een bepaalde kaas. Bijvoorbeeld het ziek worden na het eten van een paar blokjes oude kaas. Dit roept een negatief gevoel op bij kaas. Een aversie die op deze manier ontstaat, ontstaat eerder bij een onbekend voedingsmiddel dat men nog niet vaak heeft gegeten.
Een ‘kaas allergie’ (kaas aversie) wordt alleen maar erger als andere mensen aandringen tot eten of zelfs boos worden wanneer de kaas niet gegeten wordt. Deze negatieve reacties roepen alleen maar meer negatieve gevoelens op rondom kaas. Tijdens de zwangerschap kan een hunkering, maar ook een aversie naar bepaald voedsel ontstaan. Deze aversie komt door de verandering in hormonen en kan de hele zwangerschap duren. Ook door chemo- en radiotherapie kan het smaak- en reukvermogen aangetast worden. Deze achteruitgang van smaak en reuk kan een kaas aversie tot gevolg hebben. Kaas aversie door chemo- of radiotherapie kan tijdelijk of permanent zijn.
Diagnose ‘kaas allergie’
Een voedselaversie heeft geen speciale diagnose nodig om herkend te worden. Wel is het belangrijk een onderliggende ziekte uit te sluiten. Zo kan een persoon slikangst hebben, waardoor het bepaalde voedingsmiddelen niet wil eten. Een arts kan onderliggende ziekten opsporen of uitsluiten. Een persoon weet zelf of hij/zij een kaas aversie heeft. Ook bij bijvoorbeeld een klein kind is een kaas aversie al snel te merken door de afkeer die het heeft tegen kaas.
Voeding en ‘kaas allergie’
Bij een ‘kaas allergie’ (kaas aversie) moet duidelijk zijn welke kaas precies een afkeer oproept. Is dit bijvoorbeeld een bepaalde soort kaas of is er een afkeer voor alle kazen in alle mogelijke vormen. Om van een kaas aversie af te komen, zal de kaas waar men een afkeer voor heeft juist gegeten moeten worden. Dit kan gerealiseerd worden door bijvoorbeeld de bereidingswijze aan te passen. Zo smaakt een stukje mozzarella heel anders wanneer het in een gerecht is verwerkt en gesmolten is, dan rauw. Het lichaam merkt dat het niet ziek wordt. Als het product meerdere keren achter elkaar gegeten wordt, zal de aversie afnemen. Na verloop van tijd is de aversie zelfs verdwenen. Ouderen kunnen zelf bepalen of ze wel of geen kaas gaan eten. Bij kinderen ligt dit echter anders. Ouders zien hun kind het liefst alles eten, zodat ze zeker weten dat het kind geen tekorten oploopt.
Bij kinderen kan het moeilijk zijn om ze toch kaas te laten eten. De kaas kan dan zo in de maaltijd verwerkt worden, dat het kind het niet doorheeft. Op deze manier kan het kind aan de smaak wennen. Wel is het van belang na verloop van tijd kaas weer ‘zichtbaar’ aan te bieden.
Het is verstandig om een kind op jonge leeftijd al gevarieerd te laten eten. Het kind leert smaken kennen en de kans op afkeer is dan kleiner. De eerste paar keer dat het kind een bepaalde kaas krijgt, kan het een vies gezicht trekken. Dit betekent niet meteen dat er sprake is van een voedsel aversie. Een kind moet ongeveer 10 tot 15 keer iets proeven voordat het de smaak gewend is.
Voor voedsel aversies bij kinderen bestaan gedragstherapeutische behandelingen. Bij een gedragstherapeutische behandeling wordt gelet op: het eetgedrag, de symptomen en het ontwikkelingsniveau van het kind, de eetgewoonten van het gezin en de manieren die de ouders al hebben geprobeerd om het kind aan het eten te krijgen. Bij een kaas aversie kan een voedingsmiddel of gerecht dat kaas bevat, ook geheel vermeden worden. Zo zijn er genoeg mensen die bijvoorbeeld geen smeerkaas of pizza met kaas eten, omdat ze hier niet van houden. Als er voldoende gebruik gemaakt wordt van zuivelproducten is de kans op tekorten heel klein. Een diëtist kan aangeven in welke producten kaas of onderdelen van kaas verwerkt zit. Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat zelfs voor het maken van bepaalde vruchtensappen wei wordt gebruikt. De poedervorm van wei wordt wel eens verwerkt in chocolade, koekjes of soep. Mascarpone kan ook ongezien aanwezig zijn in voedingsmiddelen. Mascarpone is een zachte kaassoort die bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor het maken van taarten. Kaas kan ook verborgen zitten in bijvoorbeeld kant-en-klaarmaaltijden. Een persoon kan bovenstaande producten vermijden. Wanneer er echter geen klachten optreden bij het nuttigen van deze producten, zoals mascarponetaart, wordt aanbevolen deze gewoon te blijven eten. Indien nodig kan een diëtist aangeven welke producten ter vervanging gebruikt kunnen worden om tekorten te voorkomen. Wanneer kaas wordt vermeden, is het bijvoorbeeld handig te weten welk product de kaas in een gerecht kan vervangen.
Er zijn bijvoorbeeld kaasvervangers op de markt. Deze zijn gemaakt van plantaardige vetten, zetmeel (verteerbare suiker), melkeiwitten, zout en kleurstof. Eventueel kunnen andere voedingsmiddelen, zoals noten of ei, de kaas vervangen.
Onderzoek en kaas
- Uit onderzoek blijkt dat kaas nog altijd erg zout is. Nederlanders krijgen gemiddeld 9 gram zout binnen per dag. Dit ligt boven de aanbeveling van 6 gram.
- Onderzoekers van de universiteit in Bristol, Groot-Brittannië, hebben ontdekt dat de mens al 7.500 jaar kaas maakt. Er zijn materialen en sporen van koemelkvetzuren gevonden.
- Uit onderzoek blijkt dat kaas de ranglijst van populairste streekproducten aanvoert in Nederland. 36,3% van de Nederlanders eet dagelijks kaas. Hollandse kaas wordt het meest gemist tijdens een vakantie in het buitenland.
Externe informatie ‘kaas allergie’ of producten
We zijn extern onderstaande boeken en producten, betreffende kaas en andere etensaversies, voor u tegengekomen:
- Helping Your Child with Extreme Picky Eating. Auteurs Katja Rowell, MD & Jenny Mcglothlin, Engels, 224 pagina’s. A Step-by-Step Guide for Overcoming Selective Eating, Food Aversion, and Feeding Disorders.
- The Fun with Food Programme. Auteur Arlene McCurtin, Engels, 312 pagina’s. This programme provides exact prescriptions for therapeutic intervention with children who have aversion to oral eating, drinking and swallowing. For all those who ask ‘How do I get this child to eat?’ this is the answer!
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.