Water
Water valt onder de voedingsstoffen. Een voedingsstof is een stof die het lichaam nodig heeft om gezond te blijven. Er zijn verschillende soorten voedingsstoffen. Koolhydraten, vetten, water, eiwitten en vitamines en mineralen. Koolhydraten zijn suikerachtige stoffen die het lichaam als brandstof gebruikt. Brandstoffen leveren energie. Vetten worden in het lichaam als brandstof en als bouwstof gebruikt. Bouwstoffen bouwen het lichaam op. Bijvoorbeeld om te herstellen na ziekte. Een eiwit is een stof die uit aminozuren bestaat. Aminozuren worden in het lichaam als bouwstof gebruikt. Spieren, en organen bestaan uit aminozuren. Vitamines en mineralen ondersteunen het lichaam bij bepaalde processen. Zo ondersteunen vitamines en mineralen bijvoorbeeld het afweersysteem, om het lichaam te beschermen tegen het ziek worden.
Water is een belangrijke bouwstof voor het lichaam. Een volwassen mens bestaat voor ongeveer 55% uit water. Bij baby’s bestaat het lichaam zelfs voor 70% uit water. De hoeveelheid water die zich in het lichaam bevindt verschilt. In het algemeen hebben vrouwen, baby’s en ouderen minder water in het lichaam dan mannen. Dit komt omdat baby’s erg klein zijn in verhouding met een volwassene. Vrouwen zijn in het algemeen een stuk kleiner en hebben minder spieren dan mannen. Ouderen hebben ook minder vocht in het lichaam. Dit komt omdat zij meer vocht verliezen en het lichaam krimpt, waardoor ouderen kleiner worden.
Functies van water
Omdat water belangrijke taken vervult in het lichaam kan water niet lang gemist worden. Het lichaam waarschuwt bij geen enkele voedingsstof zo snel dat er een tekort is als bij water. Zodra het lichaam een tekort heeft aan water zal men dit voelen door het dorstgevoel. Men zal dan gaan drinken om het dorstgevoel weg te krijgen. Kleine kinderen en baby’s kunnen de behoeften nog niet goed kenbaar maken. Hierom moet men goed opletten dat kleine kinderen genoeg water binnen krijgen. Water heeft verschillende functies in het lichaam. Deze functies zorgen er voor dat het lichaam gezond blijft. De functies van water zijn:
- Water dient als bouwstof voor alle weefsels: Een weefsel is een groep cellen met dezelfde functie. Een cel is een klein gedeelte van een weefsel. Een voorbeeld van een weefsel is een stuk huid, orgaan of bot. In de weefselcellen bevindt zich water in eiwitstructuren. Eiwitstructuren zijn stukjes eiwit die een bepaalde functie vervullen in de cel. Een eiwit met water in de vorm van eiwitstructuren wordt ook wel celvocht genoemd. Celvocht is ongeveer 30% van het totale lichaamsgewicht. Tussen de cellen en weefsels zit ook vocht. Dit wordt tussenvocht genoemd. Tussenvocht heeft een beschermende functie. Tussenvocht zit bijvoorbeeld tussen de hersenen en in de ogen. Tussenvocht beschermt dat deel van het lichaam tegen schokken en bewegingen.
- Water dient als grondstof voor de vorming van spijsverteringssappen die nodig zijn om voedingsstoffen te verteren. Verteringssappen zijn enzymen gemengd met vocht. Een enzym is een stof die een bepaalde reactie in het lichaam sneller kan laten verlopen. Enzymen zorgen ervoor dat het voedsel snel en goed in kleinere stukken worden geknipt. Dit heet verteren. Verteringssappen zorgen ervoor dat voedingsmiddelen worden verteerd in het lichaam. Verteren is het kleinmaken van een voedingsmiddel in kleinere voedingsstoffen. Het menselijk lichaam kan de vrijgekomen voedingsstoffen dan gebruiken.
- Water helpt om de juiste lichaamstemperatuur te houden. Water speelt een belangrijke rol in de lichaamstemperatuur. Als het lichaam te warm wordt, ontstaat er zweet. Zweet bestaat uit water en zout. Het zweet wordt op de huid verdampt. Om het zweet te verdampen is warmte nodig. Warmte wordt dan aan het lichaam onttrokken. Dit zorgt ervoor dat het lichaam afkoelt. Water speelt ook een rol in de warmteverspreiding wanneer het kouder is. Water transporteert warmte van een actief lichaamsdeel naar de rest van het lichaam, zodat warmte zich verspreidt.
- Water dient als transportmiddel voor voedingsstoffen: Voedingsstoffen zijn voor het lichaam bruikbare stoffen en worden vervoerd via het bloed. Water zorgt ervoor dat bloed vloeibaar is. Zodra een voedingsmiddel verteerd wordt, komen er voedingsstoffen vrij. Deze voedingsstoffen komen dan in het bloed terecht. Vanuit het bloed worden de voedingsstoffen vervoerd naar plaatsen waar het heen moet. Water dient ook als transportmiddel van afvalstoffen. Afvalstoffen zijn stoffen die voor het lichaam niet belangrijk zijn. Afvalstoffen worden via het bloed vervoerd naar organen die deze stoffen uit het lichaam verwijderen.
Vochtbalans in het lichaam
Onder vochtbalans wordt verstaan: het in stand houden van vocht in het lichaam. Dit betekent het opnemen en uitscheiden van water. De nieren hebben een regelende functie in het verwerken van water. Als er veel wordt gedronken passen de nieren zich aan. De wateruitgifte wordt dan aangepast. Indien er veel wordt gedronken, maken de nieren veel urine aan. Urine is water met opgeloste afvalstoffen erin. Als men minder drinkt is de concentratie urine lager. Dit betekent dat dezelfde hoeveelheid afvalstoffen opgelost is in een kleinere hoeveelheid water. Een lage waterinname is ongunstig voor de nieren. Een lage waterinname is ongunstig, omdat afvalstoffen niet goed het lichaam kunnen verlaten. Dit kan vervolgens voor nierstenen zorgen. Nierstenen zijn gevormde kristallen uit urine. Nierstenen kunnen voor veel pijn zorgen. Indien een niersteen klein van vorm is, kan deze worden uitgeplast. Grote nierstenen moeten met medicatie verkleind of operatief verwijderd worden.
Het lichaam kan te maken krijgen met een verstoorde vochtbalans. Enkele oorzaken voor een verstoorde vochtbalans zijn:
- Een hoge zoutinname: Veel zout in het eten kan ervoor zorgen dat het lichaam vocht vasthoudt. Dit komt omdat zout een sterke aantrekkingskracht heeft en het vocht aantrekt naar de cellen toe. Dit zorgt ervoor dat vocht zich ophoopt tussen de cellen. Naast vochtophoping is een hoge zoutinname slecht voor de nieren. Zout wordt via de nieren uitgescheiden. Als er ook een lage waterafgifte plaatsvindt, zal de urine geconcentreerder zijn en dit is slecht voor de nieren.
- Uitdroging: Wanneer men onvoldoende drinkt en het verlies van water door gaat, wordt er gesproken over uitdroging. Men kan uitdroging onderverdelen in ‘lichte’ en ‘sterke’ uitdroging. Kenmerken van lichte uitdroging zijn: dorst, droge mond, hoofdpijn en vermoeidheid. Als er sprake is van uitdroging, zal het urineproces gering zijn en de urine is geconcentreerd. Met geconcentreerd wordt bedoeld dat er veel afvalstoffen in zitten. En de urine zal donker van kleur zijn. Een sterke uitdroging kan men herkennen aan een niet-elastische huid, diep ingevallen ogen, verwardheid, verhoogde hartslag en een hoge lichaamstemperatuur. Water met glucose kan uitkomst bieden om de waterbalans te herstellen. Indien de uitdroging ontstaat door veel zweten, gaan er naast water ook veel zouten verloren. Als men gewoon water drinkt en daarnaast veel zweet, zal water niet helpen om de waterbalans te herstellen. Een lichaamscel bevat van nature een kleine hoeveelheid zout om het water op zijn plaats te houden. Als men veel zweet, gaan deze zouten verloren. Men moet de verloren zouten aanvullen. Anders ontstaat er alsnog uitdroging. Sterke uitdroging kan levensbedreigend zijn. In het geval van sterke uitdroging kan ORS levensreddend zijn. ORS staat voor ‘Oral rehydration solution’. ORS is een mengsel met glucose en zouten. ORS is te koop in zakjes bij de drogist of apotheek en is in vocht oplosbaar.
- Een lage eiwitinname: Als men gedurende langere tijd geen of weinig eiwitten gebruikt, zwellen de weefsels van het lichaam tussen de cellen op. Dit komt omdat er tussen de cellen vocht aanwezig hoort te zijn met opgeloste eiwitten. Er is geen aantrekkingskracht meer aanwezig tussen de weefsels en de cellen, wat normaal gesproken wel zo is. De opgezwollen weefsels tussen de cellen wordt hongeroedeem genoemd. Oedeem betekent opzwelling. Hongeroedeem komt veel voor in landen waar men weinig eiwit binnen krijgt. Zoals ontwikkelingslanden waar voedsel schaars is.
De vochtbehoefte
De hoeveelheid vocht die iemand nodig heeft is per leeftijdscategorie verschillend. Naast de leeftijd is de vochtbehoefte afhankelijk van een aantal andere omstandigheden zoals bijvoorbeeld het klimaat, eetpatroon en gezondheidstoestand. De omstandigheden waarin de vochtbehoefte verschilt zijn:
- De leeftijd: Bij baby’s wordt 150 milliliter per kilo lichaamsgewicht aanbevolen. Dit komt ongeveer neer op 750 milliliter per dag. Bij jonge kinderen neemt deze aanbeveling af tot 50 milliliter per kilo lichaamsgewicht. Dit komt neer op ongeveer 1 liter per dag. Jongvolwassenen en volwassenen hebben ruim 1,5 liter water nodig per dag. Ouderen hebben meer vocht nodig. Dit heeft te maken met het achteruitgaan van de nieren. Een nier is een orgaan dat betrokken is bij het verwerken van vocht. Dit betekent dat vocht te snel verloren gaat bij oudere mensen. Naast een slechte nierfunctie eten ouderen minder, dus krijgt men minder vocht binnen via het voedsel. De aanbeveling voor ouderen ligt rond de 1,7 liter vochtinname per dag.
- De omgevingstemperatuur en het klimaat: Een hoge temperatuur en een lage luchtvochtigheid kunnen ervoor zorgen dat het lichaam veel vocht verliest. Onder luchtvochtigheid wordt verstaan de hoeveelheid aanwezige vocht in de lucht. Als de luchtvochtigheid erg laag is, voelt de lucht erg droog en warm aan. Men merkt dan niet altijd dat het lichaam zweet produceert. Door de hogere zweetproductie gaat water verloren. Als het lichaam veel vocht verliest, betekent dit dat de vochtbehoefte toeneemt. Het is belangrijk dat men extra drinkt met warm weer en een lage luchtvochtigheid. De vochtbehoefte neemt ook toe als men bijvoorbeeld langdurig in een vliegtuig aanwezig is, waar de luchtvochtigheid laag is.
- Lichamelijke inspanning: Als men het lichaam en met name de spieren harder inspant dan gebruikelijk, vindt er warmteproductie plaats. Het lichaam probeert hier een balans in te maken door de warmte te verdelen over het lichaam en door middel van zweet. Een voldoende vochtvoorziening is dan ook essentieel voor een goede koeling.
- Voedselinname: Bepaalde voedingsmiddelen zoals groente en fruit kunnen veel water bevatten. Zout en eiwitrijk voedsel vragen om meer vocht om de overmaat aan deze stoffen weer kwijt te raken via de nieren. Dit kan de vochtbehoefte doen toenemen.
- Gezondheidstoestand: Waterige ontlasting, het gebruik van plaspillen, overgeven of bijvoorbeeld vochtverlies via een brandwond kan de vochtbehoefte laten toenemen. Dit komt omdat het lichaam een grote hoeveelheid vocht verliest. En dit moet weer aangevuld worden om gezondheidsklachten te beperken.
Aanvullende informatie en producten over water
We hebben online onderstaande boeken en producten, die te maken hebben met water, voor je gevonden
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.