Aderverkalking (arteriosclerose)
Aderverkalking is een langzaam proces waarbij slagaders vernauwen naarmate men ouder wordt. Omdat het alleen de slagaders treft wordt er ook wel gesproken van slagaderverkalking. Andere synoniemen zijn vaatvernauwing en arteriosclerose. De medische term arteriosclerose is afkomstig van het Latijnse woord arteria (slagader) en het Griekse woord skleros (hard). Vaatvernauwing kan al op jonge leeftijd beginnen. Hierdoor kan het jaren duren voor er problemen ontstaan, maar er hoeven niet altijd problemen te ontstaan. Veel mensen weten niet dat ze de aandoening hebben totdat er vervelende klachten ontstaan. Het kan zelfs voor levensbedreigende klachten zorgen zoals een hartaanval, waarbij afhankelijk van de ernst een hartstilstand kan optreden.
Het bloedvatenstelsel kent slagaders (arteriën) en aders (venen). Arteriën vervoeren bloed vanaf het hart naar alle delen van het lichaam en staan daarbij onder grotere (bloed)druk. Door de bloeddruk stroomt het bloed in de aders weer terug naar het hart. Omdat de slagaders onder grotere druk staan, zijn slagaders elastisch en flexibel. Daarom hebben slagaders een andere, gespierdere binnenwand dan gewone aders.
Aderverkalking is al een oud probleem is gebleken uit onderzoek. Bij Egyptische mummies kwam deze aandoening ook al voor. Toch wordt aderverkalking een welvaartsziekte genoemd. Van een welvaartsziekte wordt gesproken als de welvaart er (mede) voor heeft gezorgd dat het aantal gevallen met de betreffende aandoening stijgt. Dit door inname van teveel energierijk voedsel.
Aderverkalking kan leiden tot andere hart- en vaatziekten. Hart- en vaatziekten is een verzamelnaam voor aandoeningen aan het hart en bloedvatenstelsel. Cardiovasculaire aandoeningen is een andere naam. Hart- en vaatziekten zijn in het Westen en andere welvarende landen een veel voorkomende doodsoorzaak. In Nederland hebben ruim 1 miljoen mensen hart- en vaatziekten. Het percentage sterfgevallen door hart en vaatziekten ligt op 30%. In 2010 waren hart- en vaatziekten verantwoordelijk voor het overlijden van zo’n 40.000 mensen in Nederland. Hiervan had meer dan 85% een leeftijd van 65 jaar of ouder. Hart- en vaatziekten treft vaker mannen dan vrouwen. Cardiovasculaire aandoeningen zijn in Nederland, doodsoorzaak nummer twee en wereldwijd zelfs nummer één.
Gezonde slagaders flexibel, sterk en elastisch. Wanneer de slagaders stug en stijf worden, spreken we van arteriosclerose, oftewel het verharden van de slagaders. Dit wordt veroorzaakt door de afzetting van calciumzouten aan de vaatwand. Deze afzetting hoort bij het verouderingsproces. Tevens kan deze afzetting van calciumzouten door andere factoren worden beïnvloedt. Calciumzouten komen in het bloed voor neerslag wordt ook wel verkalking genoemd. Vandaar de naam aderverkalking. Door de afzetting van calciumzouten raakt de bloeddoorstroming verminderd. Het gevolg hiervan is dat de weefsels en organen minder bloed kunnen ontvangen.
Soms wordt er ook gesproken van atherosclerose (slechts een iets andere schrijfwijze dan de hoofdaanduiding arteriosclerose), dit is in feite een specifiek type arteriosclerose. Atherosclerose is de meest voorkomende vorm van arteriosclerose die ook het meest tot klachten leidt.
Types aderverkalking die door arteriosclerose ontstaan:
- Atherosclerose: Waarbij vetachtige afzetting aan de vaatwand voor vernauwingen en verstoppingen kan zorgen. Atherosclerose komt veelvuldig voor en komt vooral voor in de grote en middelgrote slagaders.
- Arteriolosclerose: Verharding van de kleine slagaders (arteriolen), waarbij deze vernauwd raken. Arteriolosclerose komt vaker voor bij mensen met de aandoening hoge bloeddruk en/of diabetes mellitus. Deze aandoeningen worden later uitgelegd. De naam arteriolosclerose wordt wel eens verward met arteriosclerose.
- Mönckeberg-sclerose: Tast vooral middelgrote en kleine arteriolen (kleine slagaders) aan. Hierbij wordt de slagaderwand stugger maar niet nauwer.
Zoals eerder vermeld is atherosclerose het meest voorkomende en belangrijkste type. De vetachtige ophoping die bij dit type voorkomt geeft ook de meeste klachten. De termen arteriosclerose en atherosclerose worden daarom soms door elkaar gebruikt. In de medische wereld wordt er bijna niet van slagaderverkalking gesproken, maar van de losstaande aandoeningen. Dit om verwarring te voorkomen. Met aderverkalking wordt in de volksmond meestal wel atherosclerose bedoeld omdat dit als de boosdoener wordt gezien en men zich niet bewust is dat het een vorm van arteriosclerose is.
Omdat slagaderverkalking een ingewikkeld proces is, is het ontstaan voor onderzoekers nog niet helemaal duidelijk. Ook is het niet bekend waarom het bij de ene persoon anders ontwikkelt dan bij de ander. Slagaderverkalking heeft verschillende oorzaken, hierdoor ontstaat vaak eerst arteriosclerose (verharding). Dit leidt vaak tot atherosclerose (vetachtige afzetting). Iemand die arteriosclerose (verstijving) heeft hoeft geen atherosclerose te hebben (vetachtige afzetting). Maar mensen met atherosclerose (vetachtige afzetting) hebben bijna altijd ook arteriosclerose (verstijving).
Atherosclerose
De medische term van atherosclerose is afkomstig van het Griekse woord athere (tarwebrij) en skleros (hard). Bij atherosclerose is er sprake van vaatvernauwingen door afzetting van voornamelijk vetachtige stoffen. Deze vetachtige stoffen worden plaques genoemd. De binnenwand van de slagader bestaat uit glad spierweefsel, endotheel genaamd. Door verschillende factoren kan dit weefsel kleine beschadigingen gaan vertonen. Deze beschadigingen worden voornamelijk door verharding en vetachtige stoffen veroorzaakt. Hierdoor ontstaan ontstekingsreacties waarbij witte bloedcellen worden geactiveerd. Witte bloedcellen zijn de opruimingscellen van het lichaam.
Er bestaan verschillende soorten, bij deze beschadigingen gaan de monocyten hun werk doen. De monocyten dringen vanuit de bloedbaan op de beschadigde plek(ken) de slagaderwand binnen. Hierbij veranderen de monocyten in zogenaamde schuimcellen. Schuimcellen kunnen vetachtige stoffen opslaan en met name cholesterol. Op deze manier wordt er plaque gevormd. Plaque kan verschillende betekenissen hebben. Hier wordt er gesproken van atheroom plaque. Plaques kunnen heel lang bestaan voordat iemand er klachten door krijgt. Deze klachten kunnen leiden tot zeer ernstige levensbedreigende situaties. Plaques bestaan voornamelijk uit de vettige stof LDL-cholesterol. Cholesterol komt voor in het bloed en kan door het lichaam zelf worden gemaakt, in de lever. We onderscheiden twee soorten cholesterol. Het HDL cholesterol en het LDL cholesterol. Het HDL wordt gezien als het goede cholesterol. Het LDL als het slechte cholesterol. Beide soorten zijn aanwezig in het lichaam. Als er te veel LDL en te weinig HDL aanwezig is, kan dit de kans op hart- en vaatziekten verhogen. Als er wordt gesproken van een hoog cholesterol of hypercholesterolemie wordt daarmee een hoog LDL cholesterol bedoeld. Vaak wordt gedacht dat cholesterol vooral slecht is voor de gezondheid. Toch is voldoende cholesterol in het lichaam noodzakelijk voor een goede gezondheid. Het heeft namelijk een belangrijke functie bij de opbouw van lichaamscellen en het maken van hormonen.
Plaque bestaat dus uit schuimcellen en LDL-cholesterol. Tevens bestaat plaque uit andere cellen zoals spiercellen, dode cellen en calciumzouten. Daar overheen groeit een laagje spier- en bindweefselcellen als beschermlaagje. Na verloop van tijd slaan er meer calciumzouten neer op en rond de plaque.
De plek van de plaque ziet er als volgt uit:
Oorzaak en symptomen aderverkalking
De vetachtige en andere stoffen in de plaque staan niet in directe verbinding met het bloed. De plaque wordt bedekt door een laagje bindweefsel. Naarmate de plaque groter wordt kan vind er meer calciumafzetting plaats. Hierdoor kan er makkelijker een scheurtje ontstaan en komen de vetachtige stoffen in contact met het bloed. Door dit scheurtje ontstaat er vlug een bloedstolsel binnenin het bloedvat (trombus). Een stolsel kan zorgen voor afsluiting van het bloedvat. Een afsluiting van het bloedvat is gevaarlijk voor achterliggende weefsels en organen. Wat ook kan gebeuren is dat het stolsel losraakt en door de bloedbaan op een nauwere plek terecht komt en vast loopt. Dit wordt ook wel een embolie genoemd. Het gevolg hiervan is dat de zuurstofvoorziening van de organen en spieren onvoldoende kan worden (ischemie).
Plaques hoeven niet altijd ernstig te zijn. De groei kan ook tot stilstand komen. Tevens is het zo dat de plaque pas een gevaar vormt wanneer de plaque te groot wordt of er een bloedstolsel gevormd wordt. Een slagaderwand kan ook slapper worden door de vorming van plaque, waardoor de slagader wijder wordt.
Vorming van plaque kan optreden in alle slagaders, maar het lijkt vaker voor te komen in splitsingen en bochten. Deze bevinden zich voornamelijk in de halsslagaders, kransslagaders van het hart en aftakkingen daarvan. Plekken met veel turbulentie. Ook blijkt plaque zich makkelijker te vorming op plekken met veel stilstand van de bloedstroom. Het rechtdoor stromen van bloed in een bloedvat gaat arteriosclerose, en daarmee atherosclerose, juist tegen.
Vooral arteriolen, dat zijn de dunnere arteriën, ondervinden snel problemen van plaque door de nauwheid. Een voorbeeld van arteriolen zijn de kransslagaders, waar verstoppen tot levensgevaarlijke situaties kan leiden. Hoewel atherosclerose vaak wordt beschouwd als hartprobleem, kan het overal invloed op de slagaders uitoefenen.
Afhankelijk van de locatie van de vernauwde of geblokkeerde aderen kan dit leiden tot:
- Verstopping in de hartslagaders (kransslagaders) kan leiden tot verstoorde stimulatie van de hartspier. Dit kan zich uiten in hartritmestoornissen (aritmie), angina pectoris of hartfalen (decompensatio cordis) genaamd. Hartritmestoornissen (aritmie) kunnen leiden tot hartfalen. Angina pectoris, de meest voorkomende klacht, uit zich in pijn op de borst door bijna- of tijdelijke afsluiting.
- Bij hartfalen pompt het hart niet meer voldoende bloed door het lichaam waardoor verschillende, ernstige klachten kunnen ontstaan zoals hartstilstand of acute hartsterfte. Dit komt vaak door een hartaanval, ook wel hartinfarct of myocardinfarct genoemd, waarbij een deel van de hartspier is afgestorven en verlittekend. Coronaire hartziekten is een overkoepelende term.
- Verstopping in de slagaders naar de hersenen kan leiden tot plotselinge gevoelloosheid of zwakte in de armen of benen, moeite met spreken en verslapte gezichtsspieren. Dit zijn tekenen van een transient ischaemic attack (TIA). Indien onbehandeld kan het zich ontwikkelen tot een beroerte. Een beroerte (herseninfarct) komt door zuurstof gebrek in een deel van de hersenen. Afhankelijk van de plek waar het infarct optreedt en het beschadigde weefsel kan dit ernstige gevolgen hebben, zoals een (gedeeltelijke) verlamming. Cerebrovasculaire accident (CVA) is een overkoepelende term.
- Verstopping in de slagaders van de armen en benen kunnen leiden tot perifeer vaatlijden (PAV), ook wel claudicatio intermittens of etalagebenen genoemd. Dit komt vooral door arteriosclerose (verstijving), waarbij vooral slagaders in de benen en de voeten worden getroffen. De benen en/of voeten worden minder gevoelig en er kunnen onder andere pijnklachten bij het lopen optreden. In een vergevorderd stadium kan er zelfs een deel van het lichaam afsterven. Dit wordt gangreen genoemd.
- Verstopping in de slagaders die naar de nieren leiden, kan leiden tot een hoge bloeddruk of falende nieren. Nieren zijn 2 organen in het lichaam die de samenstelling van het bloed in de gaten houden.
- Aneurysma’s. Een aneurysma is een uitstulping in de wand van een slagader. Dit kan, maar hoeft niet tot pijnklachten te leiden. Echter als een aneurysma barst (ruptuur) kan dit voor een levensbedreigende inwendige bloeding zorgen. De meest voorkomende locatie voor aneurysma’s, is de buikholte, maar ook de hersenen worden vaak getroffen.
- Op vele andere plaatsen kan atherosclerose voor specifieke klachten zorgen. Zoals in slagaders die naar verschillende organen leiden.
Risicofactoren aderverkalking
Aderverkalking is een proces dat bij het ouder worden hoort. Risicofactoren van aderverkalking kunnen schade aan de vaatwand veroorzaken. Hierdoor kan het risico op aderverkalking groter worden. Er zijn drie risicofactoren die niet te beïnvloeden zijn:
- Leeftijd: Met het ouder worden, neemt het risico op arteriosclerose toe en daarmee ook het risico op atherosclerose. De aandoening leidt voor de leeftijd van 40 jaar echter zelden tot klachten. Gemiddeld ligt de leeftijd dat men er last van begint te krijgen rond het 75e levensjaar. Vrouwen krijgen gemiddeld op een latere leeftijd klachten.
- Geslacht: Mannen krijgen gemiddeld iets eerder slagaderverkalking. Bij mannen stijgt het risico na 35 jaar, bij vrouwen pas na de menopauze. Ook zitten de vernauwingen bij mannen vaak dichter bij elkaar, wat een groter risico op arteriosclerose geeft.
- Erfelijkheid (genetisch): In sommige families komt een hoog cholesterolgehalte en/of een hoge bloeddruk en/of diabetes mellitus veel voor. Dit kan door erfelijkheid worden bepaald. Men kan hier dus niets aan doen. Genetische aanleg kan het risico op arteriosclerose tot wel 60% verhogen.
Naast risicofactoren die niet te beïnvloeden zijn, zijn er ook een aantal risicofactoren die men wel kan beïnvloeden. Hierbij geldt, voorkomen is beter dan genezen:
- Roken: Roken is één van de belangrijkste risicofactoren voor arteriosclerose. Door roken komen er veel schadelijke stoffen in het bloed. Deze stoffen kunnen de vaatwand beschadigen en daarmee het risico op atherosclerose verhogen. Ook verhoogt roken de bloeddruk door het vernauwende effect van nicotine, een schadelijk bestanddeel uit de sigaret.
- Te hoog cholesterol (hypercholesterolemie): Een te hoog cholesterolgehalte kan voor vaatwandschade en verhoogde vetafzetting zorgen. Ook kan een verkeerde verhouding LDL- en HDL-cholesterol in het bloed zorgen voor vaatwandschade en verhoogde vetafzetting.
- Hoge bloeddruk (hypertensie): Hierbij is de druk in de bloedvaten verhoogd. Dit kan een aantal klachten geven, waaronder vaatwandbeschadiging. Dit verhoogd het risico op atherosclerose, andersom verhoogt atherosclerose ook de bloeddruk.
- Suikerziekte (Diabetes Mellitus): Aderverkalking komt vaker voor bij personen met diabetes. Diabetespatiënten kunnen glucose niet goed opnemen in de lichaamscellen. Bepaalde voedingsstoffen uit de voeding worden in het lichaam omgezet tot glucose, een belangrijke brandstof. Glucose blijft dan teveel in de bloedbaan en de hoeveelheid in de bloedbaan wordt soms te hoog. Als het gehalte aan glucose in het bloed te hoog is, wordt er gesproken van hyperglykemie, ook wel ‘hyper’ genoemd. Dit geeft op langere termijn een verhoogd risico op vaatwandschade.
- Overgewicht: Overgewicht is op verschillende manieren van invloed. Overgewicht verhoogt namelijk het risico op diabetes mellitus, hypercholesterolemie en gaat vaak gepaard met onvoldoende beweging. Dit zijn allemaal risicofactoren voor aderverkalking. Dit negatieve effect is vooral bij hypercholesterolemie sterker als er sprake is van appelvormig overgewicht. Appelvormig betekent dat het lichaamsvet zich vooral rond de buik ophoopt. Dit is vaak bij mannen zo. Het lichaamsvet bij vrouwen zit vaak meer rond de heupen. Dit wordt peervormig genoemd.
- Te weinig beweging: Als er te weinig bewogen wordt, kan dit nadelig zijn voor het gewicht, cholesterolgehalte en -samenstelling en andere risico’s.
- Stress: Stress kan de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhogen. Het zorgt niet direct voor een verhoging van het gewicht of het cholesterolgehalte. Het kan er wel voor zorgen dat men eerder ziek wordt en minder energiek voelt. Mensen met stress roken en drinken over het algemeen ook meer.
- Eerdere hart- en vaatziekten geven een verhoogde kans op atherosclerose.
Een combinatie van bovenstaande factoren verhoogt het risico op arteriosclerose en daarmee op atherosclerose.
Diagnose aderverkalking
Aderverkalking wordt door een arts geconstateerd. Bij een bezoek aan de arts zal deze tekenen van vernauwde, vergrootte of verstopte slagaders onderzoeken. Hiervoor bestaan verschillende manieren. Afhankelijk van het vermoedde van de arts kan er voor één of meerdere methodes gekozen worden om aderverkalking vast te stellen:
- Lichamelijk onderzoek: Deze methode wordt meestal als eerst toegepast na een gesprek over de medische voorgeschiedenis. Bij het lichamelijke onderzoek wordt de bloeddruk gemeten, naar ruisende geluiden in de slagaders geluisterd en andere tekenen beoordeeld.
- Bloedtesten: Na bloedafname wordt er in het laboratorium gezocht naar (voor-) tekenen van atherosclerose.
- Echografie: Maakt gebruik van ultrageluidsgolven om de ligging, bouw en grootte van de vaten in beeld te brengen.
- Dopplertechniek: Werkt ook met ultrageluidsgolven, maar hierbij wordt de stroomsnelheid van het bloed gemeten.
- Duplex-onderzoek: Combinatie van de echografie en de dopplertechniek. Ook wel doppler-echografie genoemd. Hiermee worden de slagaders in de hals, buik of benen gemeten. Vernauwingen, verwijdingen of afsluitingen worden hiermee zichtbaar.
- Enkel-bovenarmindex: De bloeddruk in de enkels en armen wordt vergeleken met elkaar. Een abnormaal verschil kan duiden op atherosclerose.
- Elektrocardiogram (ECG): De elektrische signalen van het hart kunnen worden bekeken. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij een inspanning op de loopband- of hometrainer. De elektrocardiogram wordt ook wel een hartfilmpje genoemd. Met een hartfilmpje kan worden onthult of er eerder een hartaanval (myocardinfarct) is geweest.
- Hartkatheterisatie of coronairangiogram (CAG): Deze test kan aantonen of de kransslagaders vernauwd of geblokkeerd zijn. Hierbij wordt een vloeibare kleurstof ingespoten. De kleurstoftest kan gevolgd worden door een scan. Zo kunnen vernauwingen zichtbaar gemaakt worden.
Bovenstaande onderzoeken kunnen ook in combinatie worden uitgevoerd. Er bestaan nog enkele andere onderzoeken maar deze worden minder frequent toegepast.
Behandeling aderverkalking
Aderverkalking kan niet vanzelf weggaan als het eenmaal is ontstaan. Echter, verandering in leefstijl en behandeling kunnen wel problemen voorkomen en/of het proces vertragen. Soms worden medicijnen of chirurgische procedures ook aanbevolen. Medicijnen werken vooral preventief.
- Cholesterol medicatie: Het slechte LDL-cholesterol kan door middel van verschillende medicatie worden verminderd.
- Bètablokkers: Vaak gebruikt bij coronaire hartziekten. Bètablokkers verlagen de hartslag en bloeddruk. Daarnaast verminderen bètablokkers het risico op hartaanvallen en hartritmestoornissen.
- Angiotensine-converting enzyme (ACE)-remmers: Kunnen helpen om de groei te remmen van de atherosclerose door onder andere de bloeddruk te verlagen.
- Plaspillen (diuretica): Wordt ook gebruikt als bloeddrukverlagend middel.
- Calciumantagonisten: Zijn ook bloeddrukverlagers en worden soms gebruikt om angina pectoris te behandelen.
- Trombolytische therapie: Een trombus (trombose), is een bloedstolsel en kan met medicijnen worden “opgelost”. Ook wel trombolyse genoemd.
- Overige: Er zijn meer specifieke medicijnen, om bijvoorbeeld de pijn in de benen tegen te gaan of het diabetes beter onder controle te krijgen.
Soms zijn medicijnen niet genoeg, maar zijn er chirurgische procedures vereist. Voorbeelden van chirurgische procedures zijn:
- Endacariectomie: Soms is het nodig om de plaque van de wanden te verwijderen. Een chirurg kan er voor kiezen om een bloedvat open te snijden en de plaque te verwijderen. Of het kan uitgevoerd worden door middel van een kleine opening in het bloedvat, waarbij een speciaal instrument de plaque verwijdert.
- Angioplastiek: Angioplastiek is het verwijden en oprekken van een bloedvat door middel van een ballonnetje. Soms wordt er een hol buisje, een stent, achtergelaten om de doorbloeding van het bloedvat te bevorderen. Dit gebeurt vooral bij kransslagaders om het hart heen, omdat deze van levensbelang zijn. Dit wordt percutane coronaire interventie, ook wel dotteren, genoemd.
- Bypass operatie: Hierbij wordt een bloedvat uit een ander deel van het lichaam gebruiken om een blokkade te omlopen.
Alternatieve geneeswijzen worden in eerste instantie afgeraden. Overleg hierover met uw arts.
Voeding en aderverkalking
Gezonde voeding kan tot op zekere hoogte aderverkalking tegengaan. Het gaat hierbij om de energie-inname in de vorm van kilocalorieën (kcal) maar ook om de voedingsstoffen. Te veel verkeerd vet in de voeding kan het cholesterol gehalte negatief beïnvloeden. Verkeerd vet wordt ook wel verzadigd vet genoemd. Verzadigd vet is niet vloeibaar bij kamertemperatuur. Cholesterol in de voeding komt voor in zowel dierlijke als plantaardige producten. Van het totale cholesterol in het lichaam is maar 2% direct afkomstig uit de voeding. De rest wordt door de lever zelf aangemaakt. De hoeveelheid aanmaak door de lever is wel sterk afhankelijk van het soort vet dat wordt gegeten. Voeding is dus indirect van invloed op het cholesterolgehalte in het bloed en daarmee de vorming van aderverkalking. Ook een gezond gewicht is van belang, omdat overgewicht het risico op aderverkalking verhoogt. Daarbij speelt de voeding en het bewegingspatroon een grote rol.
Onderzoek aderverkalking
- De ontstaanswijze van plaque brengt nog steeds discussies met zich mee. Volgens de ene theorie ontstaat plaque door een teveel aan LDL-cholesterol in het bloed dat voor een ontstekingsreactie zorgt. Een andere theorie beschrijft herhaaldelijke beschadigingen door het afweersysteem, dat zorgt voor aangroei van plaque. Deze theorieën hebben waarschijnlijk verband en zorgen samen voor het ontstaan. Nog steeds wordt er veel onderzoek gedaan naar het ontstaan van plaque. Verschillende arts-wetenschappers zijn het niet eens met het feit dat cholesterol een groot risico geeft op het ontstaan van verschillende hart- en vaatziekten.
- Uit onderzoek blijkt dat overmatige alcoholconsumptie een verhoogd risico op beroertes geeft. Terwijl overmatig alcoholgebruik de bloeddruk verhoogt, verlaagt het het bloedstollingsvermogen. Een verminderd bloedstollingsvermogen zorgt juist voor minder kans op beroertes. Naar de precieze effecten van alcoholconsumptie op hart- en vaatziekten wordt nog veel onderzoek gedaan.
- Mensen met nierinsufficiëntie, waarbij de nieren niet meer goed werken, blijken vaker vroegtijdige aderverkalking te hebben. Bij nierinsufficiëntie zijn de bloedwaardes anders, waarbij er meer calciumafzetting plaatsvindt. Ook hebben deze personen vaker diabetes mellitus, een te hoog cholesterol en een hoge bloeddruk.
- In Nederland is atherosclerose verantwoordelijk voor 70% van de sterfgevallen bij diabetes mellitus. Onderzoekers zijn nu bezig of de essentiële vetzuren a-linoleenzuur en visolie de effecten op lange termijn tegen te gaan.
- Atherosclerose in de slagaders naar de geslachtsdelen toe, kan bij mannen leiden tot erectiestoornissen. Bij vrouwen kan atherosclerose in deze slagaders leiden tot verminderde bloedtoevoer naar het geslachtsdeel, waardoor gemeenschap onaangenaam kan worden.
Externe informatie aderverkalking of producten
We zijn extern onderstaande boeken betreffende aderverkalking, voor u tegengekomen:
- Arteriosclerosis: Symptoms, Diagnosis, Medication, Prevention, e-BOOK. Auteur Diana Thorgill, Engels. Diana Thorgill is a prolific writer of healt related books.
- Arteriosclerosis: Symptoms, Diagnosis, Medication, Prevention, e-BOOK. Auteur Diana Thorgill, Engels. Diana Thorgill is a prolific writer of healt related books.
- Arteriosclerosis and Hypertension: With Chapters on Blood Pressure, e-BOOK. Auteur Louis Marshall Warfield, Engels. arteriosclerosis is not regarded as a disease with a definite etiologic factor. Rather it is looked upon as a degenerative process affecting the arteries following a variety of causes more or less ill defined. It is not considered a true disease.
- Die Herzkrankheiten bei Arteriosclerose. Auteur Seymour Basch, Duits, 360 pagina’s.
- Heart Support is een unieke samenstelling voor hart en vaten, omdat het niet één bijzondere stof zoals rode gist rijst bevat, maar een breeds scala aan dat soort stoffen, zoals Q10, kaneel, granaatappel, gymnema sylvestre en nog veel meer, die tezamen een completere functionaliteit voor je hart en bloedvaten verzorgen. De ingrediënten zijn van hoogwaardige kwaliteit en optimaal gedoseerd.
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.