Schaal- en schelpdieren allergie
Een allergie is een ongewenste overreactie van het afweersysteem op bepaalde stoffen uit de omgeving. Het afweersysteem is het systeem dat het lichaam tegen ziektes beschermt. Een allergie kan ontstaan door een stof uit de lucht (pollen) of stoffen uit voeding. Het lichaam reageert hierop met het vormen van antistoffen. Antistoffen zijn stoffen die in het lichaam een rol spelen in de afweer tegen ziekteverwekkers.
Schaal- en schelpdierenallergie is een voedselallergie en specifiek een dierlijke allergie. Een voedselallergie is een vorm van voedselovergevoeligheid. Voedselovergevoeligheid is een overkoepelende term voor overgevoelige reacties op voedingsmiddelen.
In Nederland heeft 1-3% van de volwassenen en 4-6% van de kinderen last van voedselovergevoeligheid. Geschat wordt dat bij 2-3% van de volwassenen en bij 5-7% van de kinderen voedselallergie voor komt. Voedselovergevoeligheid voor schaal- en schelpdieren is één van de meest voorkomende voedselallergieën. Bij 2,0% van de volwassenen komt Schaal- en schelpdieren allergie voor. Bij kinderen ligt dit percentage op 0,5.
Schaal- en schelpdieren
Schaal- en schelpdieren zijn ongewervelde dieren die in zee- of zoetwater leven. Ongewerveld betekent dat deze dieren geen ruggengraat en/of wervelkolom hebben. Er zijn diverse soorten schaal- en schelpdieren.
Schaaldieren
Er zijn verschillende soorten schaaldieren. Binnen de soorten bestaat ook een grote variatie. Schaaldieren hebben vaak een rugschild. Voorbeelden van schaaldieren:
- garnalen;
- kreeft;
- krab.
Schelpdieren
Zoals de naam al zegt, leven schelpdieren in één of twee schelpen. Ook hiervan zijn verschillende soorten:
- oesters;
- kokkels;
- slakken;
- mosselen;
- inktvissen;
- sint-jakobsschelpen.
De verschillende soorten schaal- en schelpdieren hebben een verschillende herkomst. Garnalen kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn uit Nederland, Noorwegen of Thailand. Mosselen en Noordzeekrab zijn meestal afkomstig uit Nederland. Zeekreeft komt vooral uit Schotland, Canada of Scandinavië. Schelpdieren die afkomstig zijn uit de Waddenzee, dragen een keurmerk. Dit is een keurmerk voor streekproducten: Waddengoud.
De productie van schaal- en schelpdieren verloopt via verschillende soorten bedrijven. Allereerst worden deze dieren gevangen bij de visserij of ze worden gekweekt bij de viskweek. Vervolgens worden ze verhandeld bij de vishandel. De verdere verwerking vindt plaats bij visverwerkende bedrijven.
Een aantal soorten schaal- en schelpdieren zijn seizoensgebonden. Deze kunnen niet het hele jaar door gevangen worden. Dit heeft te maken met de groei van de soort en/of de voortplanting. Kokkels, Nederlandse kreeft, mosselen en oesters zijn echte seizoensproducten. Oesters zijn bijvoorbeeld het lekkerst in de maanden oktober, november en december.
De soorten die gekweekt worden zijn minder seizoensgebonden. Niet ieder schaal- of schelpdier is geschikt voor de kweek. Tropische garnalen, rivierkreeft, krabben en kreeften zijn soorten die gekweekt kunnen worden.
Op het etiket van schaal- en schelpdieren verpakking moet de volgende informatie staan:
- soort;
- land van herkomst;
- of de dieren gekweekt zijn;
- in welke watersoort de dieren gevangen zijn.
Gezonde keuze
Alle soorten schaal- en schelpdieren zijn een gezonde keuze, zolang deze niet gefrituurd zijn. Gefrituurd bevatten schaal- en schelpdieren meer (verzadigde) vetten. Bij vetten wordt onderscheid gemaakt tussen verzadigde en onverzadigde vetten. Verzadigde vetten zijn de ongezonde en de onverzadigde zijn gezond. Rauwe of gekookte schaal- en schelpdieren bevatten ongeveer 0,8 tot 4,5% vet. Deze vetten zijn met name de gezonde visvetzuren. Visvetzuren worden ook wel omega 3-vetzuren genoemd. Daarnaast bevatten schaal- en schelpdieren veel vitamine B12, vitamine E, vitamine B11 (foliumzuur) en de mineralen fosfaat, calcium en kalium. De hoeveelheid varieert per soort.
Deze vetzuren, vitamines en mineralen hebben elk een belangrijke functie in het menselijk lichaam:
- Visvetzuren zijn omega 3-vetzuren. Deze vetzuren beschermen het lichaam tegen hart- en vaatziekten. Vanwege dit en nog andere positieve effecten wordt geadviseerd om minimaal twee keer per week vis te eten, waarvan één keer vette vis.
- Vitamine B12 zorgt voor de aanmaak van rode bloedcellen en een goede werking van het zenuwstelsel.
- Vitamine E beschermt de lichaamscellen tegen schadelijke stoffen.
- Foliumzuur (vitamine B11) verlaagt het risico op een ‘open ruggetje’ bij baby’s en zorgt voor de aanmaak van rode bloedcellen.
- Calcium is van belang voor de opbouw en het behoud van sterke botten en tanden.
- Fosfaat zorgt samen met calcium voor sterke botten en tanden.
- Kalium heeft een gunstige invloed op de bloeddruk. Het heeft namelijk een bloeddrukverlagende werking.
Garnalen en inktvissen bevatten echter ook veel cholesterol. Cholesterol is een bouwsteen voor cellen en hormonen. Het lichaam heeft dus cholesterol nodig. Een te hoog cholesterolgehalte in het bloed is echter schadelijk voor de gezondheid. Het grootste gedeelte van het cholesterol maakt het lichaam zelf aan. Een klein gedeelte krijg je binnen via de voeding. Cholesterol uit voedingsmiddelen kan het cholesterolgehalte verhogen. Het effect is klein, maar toch is het verstandig om geen grote hoeveelheid garnalen of inktvis te eten. Zoals voor alles geldt: met mate.
Schaal- en schelpdieren zijn slechts beperkt houdbaar en bederven snel. In de koelkast zijn ze slechts één dag houdbaar. Ingevroren schaal- en schelpdieren zijn tot drie maanden houdbaar. Schaal en schelpdieren zijn bedorven wanneer ze:
- taai zijn;
- verkleurd zijn;
- onaangenaam ruiken.
Hygiënisch werken bij de bereiding, is net als bij alle voedingsmiddelen, van belang. Dit voorkomt namelijk de verspreiding van bacteriën. Hygiënisch werken kan bereikt worden door met schone materialen te werken en de handen goed te wassen. Ook is het van belang dat de vis nog goed is.
Wat is schaal- en schelpdierenallergie?
Schaal- en schelpdierenallergie is een veelvoorkomende vorm van voedselallergie. Een voedselallergie is een vorm van voedselovergevoeligheid. Bij schaal- en schelpdieren allergie reageert het lichaam op de eiwitten die hierin voorkomen.
Bij schaal- en schelpdieren allergie kunnen echter ook kruisreacties ontstaan. Het lichaam reageert dan ook op voedingsmiddelen die biologisch aan elkaar verwant zijn. Kruisreacties kunnen voorkomen bij garnalen, krab of kreeft. De allergenen moeten dan echter wel tot dezelfde familie behoren. Dit betekent dat de schaal- en schelpdieren tot dezelfde soort behoren.
Voedselovergevoeligheid wordt opgedeeld in twee vormen:
- allergische voedselovergevoeligheid (voedselallergie);
- niet-allergische voedselovergevoeligheid (voedselintolerantie).
De meeste voedselallergieën zijn IgE-afhankelijk. Dit betekent dat zich alleen symptomen voordoen, indien IgE in het lichaam aanwezig is. IgE is een afkorting voor immunoglobuline E. Immunoglobuline E is een antilichaam. Een antilichaam is een stof in het lichaam die lichaamsvreemde stoffen aanvalt. Een antilichaam hecht zich aan een allergeen. Een allergeen is de stof die de allergische reactie veroorzaakt. Een allergeen is altijd een eiwit. Een eiwit is echter niet altijd een allergeen. Een eiwit is alleen een allergeen voor een persoon die allergisch is voor datgene waar het eiwit een onderdeel van is.
Een allergeen komt het lichaam binnen via de huid, de luchtwegen of het maagdarmkanaal. Over het algemeen is een allergeen niet schadelijk voor het lichaam. Een lichaam dat allergisch is voor schaal- en schelpdieren herkent het allergeen oftewel het eiwit niet en beoordeelt het allergeen als een lichaamsvreemde stof. Dan volgt een reactie van het afweersysteem. Het afweersysteem wordt ook wel het immuunsysteem genoemd. Het immuunsysteem beschermt het lichaam tegen bacteriën en virussen. Het immuunsysteem reageert soms op onschadelijke allergenen. Het immuunsysteem reageert door een antistof (IgE) te maken die een allergeen opruimt. Tijdens de opruiming komt histamine vrij. Histamine is verantwoordelijk voor de symptomen van een allergie. Vaak is slechts een kleine hoeveelheid van een allergeen nodig om een reactie te veroorzaken.
Mensen die een allergie hebben voor schaal- en schelpdieren reageren op de eiwitten die deze voedingsmiddelen bevatten. Schaal- en schelpdieren kunnen ook verwerkt zijn in andere producten. Hierdoor bevatten deze producten ook deze eiwitten. Een allergische reactie kan dus ook veroorzaakt worden door deze producten. Voorbeelden van producten waarin schaal- en schelpdieren verwerkt zijn: sauzen, soepen, salades, kruidenmixen, oosterse gerechten en kroepoek (garnalen). Op het etiket van deze producten staat vaak duidelijk aangegeven of het product (sporen van) schaal- en schelpdieren bevat. Dit is meestal te vinden onder een kopje ’allergeneninformatie’.
Allergie of intolerantie
Een allergie wordt regelmatig verward met een intolerantie. Deze begrippen hebben echter een andere betekenis.
- Een allergie wordt veroorzaakt door een reactie van het afweersysteem. Een intolerantie wordt niet veroorzaakt door een reactie van het afweersysteem. Desondanks reageert het lichaam op een stof die het niet kan verdragen.
- Een allergische reactie vindt al na contact met een kleine hoeveelheid van het allergeen plaats. Een intolerante reactie vindt pas na contact met een grote hoeveelheid van het allergeen plaats.
- Een allergie kan levensbedreigend zijn in geval van een anafylactische shock. Dit laatste begrip wordt verderop uitgelegd. Een intolerantie is niet levensbedreigend.
Erfelijkheid speelt een rol bij het ontwikkelen van een allergie. Ook bij een schaal- en schelpdieren allergie. Wanneer beide ouders een allergie hebben, neemt de kans op een allergie voor het kind toe met 80%. Wanneer beide ouders geen allergie hebben, is de kans op een allergie voor het kind 10%. De aanleg om allergisch te reageren berust op de aanmaak van IgE. Mensen die niet allergisch zijn maken geen specifiek IgE aan. De aanleg om een allergie te ontwikkelen wordt atopie genoemd. Na het eerste contact met een allergeen maakt het lichaam antilichamen aan. Een antilichaam hecht zich aan een allergeen om het herkenbaar of inactief te maken.
Het lichaam is gevoelig voor een allergeen vanaf het moment dat antilichamen worden aangemaakt. Dit proces wordt sensibilisatie genoemd. De antilichamen zijn de zogenaamde immunoglobulines. Deze behoren tot het E-type (IgE). Door inname van schaal- of schelpdieren of een voedingsmiddel met schaal- en schelpdieren komt het eiwit in aanraking met het betreffende IgE. Het IgE wordt vervolgens verbonden met een mestcel. Een mestcel is een bloedcel die is gevuld met histamine. Histamine is verantwoordelijk voor het ontstaan van allergische klachten. Door het IgE wordt de mestcel geactiveerd. Hierdoor komt histamine uit de cel. Dit proces wordt degranulatie genoemd.
Fasegewijs:
- Het allergeen (eiwit van schaal- en schelpdieren) wordt gedetecteerd.
- Het IgE wordt aangemaakt.
- Het IgE wordt verbonden met de mestcel.
- Het allergeen (eiwit van schaal- en schelpdieren) wordt verbonden aan het IgE.
- De mestcel wordt geactiveerd.
- Histamine wordt vrijgemaakt uit de mestcel.
- Een allergische reactie wordt uitgelokt.
De allergische reactie ontstaat waar de mestcellen zich bevinden. In het geval van een voedselallergie, dus ook een schaal- en schelpdieren allergie, is dit over het algemeen in de darmen.
Klachten schaal- en schelpdieren allergie
Bij voedselallergieën verschilt het van persoon tot persoon welke klachten er optreden. Dit is ook het geval bij schaal- en schelpdierenallergie. De meest voorkomende klachten zijn:
- Orale klachten: kleine blaasjes, zwelling, roodheid, jeuk, tinteling en kriebel van de mond.
- Huidklachten: netelroos, galbulten, atopisch eczeem en vochtophoping onder de huid.
- Maag-darmkanaal: buikpijn, diarree, misselijkheid, overgeven, constipatie, kolieken, darmkrampen, ontstekingen in de darmen en slijm of bloed bij de ontlasting.
- Luchtwegen: ontstoken neusslijmvlies, (kriebel)hoest, niezen, hoorbare of piepende ademhaling, benauwdheid, astma en slijmvorming.
- Anyfalaxie: tintelingen in mond, keel, wangen of tong, netelroos, reactie in diverse organen, ernstige astma, bloeddrukdaling en shock.
Allergische symptomen kunnen binnen een paar minuten tot enkele uren na het contact met schaal- en schelpdieren optreden. Bovenstaande symptomen kunnen overeenkomen met symptomen van een andere aandoening. Indien een schaal- en schelpdierenallergie wordt vermoed, is het verstandig om een arts te raadplegen.
Diagnose schaal- en schelpdieren allergie
De arts zal eerst een aantal persoonlijke gegevens verzamelen, de anamnese. Hiermee worden de eerste aanwijzingen voor een mogelijke allergie verkregen. Daarnaast zal er gevraagd worden naar lichamelijke klachten en er zal een lichamelijk onderzoek worden uitgevoerd. Indien een schaal- en schelpdier allergie wordt vermoed, wordt nader onderzoek gedaan.
Er zijn verschillende onderzoeken mogelijk:
- RAST (Radio Allergo Sorbent Test): Een allergie kan worden aangetoond met een bloedonderzoek. Er wordt bloed afgenomen. Het bloed wordt onderzocht op de aanwezigheid van antilichamen tegen schaal- en schelpdieren eiwit. Een positieve uitslag duidt op een allergie. Een RAST uitslag is echter niet 100% betrouwbaar. Hiervoor is nader onderzoek noodzakelijk.
- Huidpriktest: Een allergie kan worden aangetoond met een huidonderzoek. Druppels van een allergeen worden op de huid geplaatst. De huid wordt door de druppel heen geprikt. De prikplaats wordt 15 à 20 minuten later bekeken door een deskundige. Een reactie van de huid (zoals zwelling en roodheid) duidt op een allergie. Deze test wordt soms gedaan door in een allergeen product te prikken en vervolgens in de huid te prikken.
- Eliminatie-provocatie: Een allergie kan worden aangetoond met een voedseltest. Een verdacht voedingsmiddel wordt gedurende 4 à 6 weken uit het eetpatroon verwijderd (eliminatie). Wanneer de klachten verdwijnen, wordt het voedingsmiddel weer aan het eetpatroon toegevoegd (provocatie). Wanneer de klachten terugkeren, wordt een persoon allergisch bevonden.
- Dubbelblind placebo gecontroleerd onderzoek: Een allergie kan met zekerheid worden aangetoond met dit onderzoek. Een patiënt krijgt een aantal testvoedingen. De testvoedingen bevatten een (oplopende hoeveelheid) allergeen of geen allergeen. De patiënt noch de arts weet welke testvoeding een allergeen bevat. Dat wordt duidelijk, wanneer het onderzoek afgelopen is. De test kan dus niet worden beïnvloed. Deze onderzoeken worden uitgevoerd door professionals. Wanneer een ernstige reactie dreigt (eliminatie-provocatie), worden de onderzoeken in het ziekenhuis uitgevoerd.
Behandeling schaal- en schelpdieren allergie
Wanneer de diagnose schaal- en schelpdieren allergie is gesteld, kunnen maatregelen worden genomen. Een schaal- en schelpdieren allergie kan niet worden genezen. De beste manier om klachten te voorkomen is het vermijden van schaal- en schelpdieren en voedingsmiddelen waarin schaal- en schelpdieren zijn verwerkt.
Er zijn ook manieren om de klachten te verminderen wanneer (per ongeluk) schaal- en schelpdieren worden ingenomen, zoals:
- Antihistaminica: Een antihistaminicum is een medicijn dat een allergische reactie onderdrukt. Het blokkeert de werking van histamine. Een antihistaminicum kan over het algemeen oraal worden ingenomen. Het is belangrijk om een arts te raadplegen alvorens antihistaminica te gebruiken.
- Epinefrine: Een ander woord voor epinefrine is adrenaline. Adrenaline wordt toegediend in geval van een anafylactische shock. Patiënten met een hoog risico op anafylaxie hebben een auto injector pen. Deze bevat een dosis adrenaline die kan worden geïnjecteerd in de huid. Een omstander zal deze moeten toedienen, als een patiënt anafylactisch reageert. Door adrenaline vernauwen de bloedvaten zich weer. Verder heeft de alternatieve geneeskunde een aantal behandelingen tegen allergieën. Deze zijn echter niet wetenschappelijk bewezen.
Voeding bij een schaal- en schelpdierenallergie
Schaal- en schelpdieren allergie wordt behandeld door het weglaten van schaal- en schelpdieren uit de voeding. Aangezien schaal- en schelpdieren ook in producten verwerkt worden zoals garnalen in kroepoek, moeten ook de etiketten van producten goed gelezen worden. Op het etiket staat aangegeven of het product (sporen van) schaal- en/of schelpdieren bevat.
Schaal- en schelpdieren zijn geen noodzakelijk voedingsmiddel om een volwaardige voeding te bereiken. Deze producten zijn niet van essentieel belang om gezond te blijven. Ook zonder deze voedingsmiddelen kunnen alle voedingsstoffen in de juiste hoeveelheid worden gegeten. Eventueel kan een diëtist worden geraadpleegd om er zeker van te zijn dat alle voedingsmiddelen met schaal- en schelpdieren worden vermeden.
Zuigelingen ontwikkelen sneller een voedselallergie doordat het maagdarmkanaal nog onrijp is. De openingen in de darmwand zijn nog vrij groot, waardoor de darm werkt als een zeef. Hierdoor kunnen grotere stukken eiwit die niet goed zijn verteerd, in het bloed terechtkomen. In de meeste gevallen kan dit geen kwaad, maar bij allergische zuigelingen worden deze eiwitten als ‘indringers’ gezien door het lichaam. Vervolgens worden door het afweersysteem antistoffen gemaakt tegen deze indringers. Dit leidt tot een allergische reactie. Schaal- en schelpdierenallergie komt echter vaker voor bij volwassenen dan bij zuigelingen. Zuigelingen komen ook minder vaak in aanraking met deze eiwitten dan volwassenen.
Wanneer een kindje een schaal- en schelpdierenallergie heeft terwijl het alleen borstvoeding krijgt, heeft het zin voor de moeder om op dieet te gaan. In dit dieet dienen de meest voorkomende allergenen vermeden te worden. Moedermelk vervangende zuigelingenvoeding is vrij van de meeste allergenen.
Externe informatie schaal- en schelpdierenallergie of producten
We zijn extern onderstaande boeken en producten, betreffende schaal- en schelpdierenallergie en overige voedselallergieën, voor u tegengekomen:
- Basiskookboek Voedselallergie en Intolerantie. Diverse auteurs, Nederlands, 400 pagina’s. Dit basiskookboek geeft recepten voor een breed scala gerechten met hierbij de varianten en vervangingen die nodig zijn voor iemand met een dieet vanwege een voedselallergie of voedselintolerantie, waaronder die betreffende schaal- en schelpdieren.
- Eetwaar = eetbaar? Auteur J. Kamsteeg, Nederlands, 312 pagina’s. Een boek met veel informatie over de meest en minder voorkomende voedselallergieën. Voor mensen met een allergie of voor iedereen die meer wil weten over voeding en de samenstelling van voedsel. Alle soorten voedingsmiddelen en bijbehorende ziektebeelden komen aan bod.
- Basiskookboek Voedselallergie en Intolerantie. Diverse auteurs, Nederlands, 400 pagina’s. Meer dan 1.000 recepten zonder koemelk, lactose, kippenei, gluten, pinda’s, noten, additieven, cacao, sacharose (suiker), citrusfruit, soja, vis, schaal- en schelpdieren, aardappelen en mais.
- Voedselallergie. Auteurs E.H. Coene & Sander Kollaard, Nederlands, 156 pagina’s. Het boek start met een korte beschrijving wat voedselallergieën en voedselintoleranties zijn. Daarna gaat het in op de behandeling, de psychosociale gevolgen en de allergieën bij kinderen. Het boek bevat veel informatie plus een heleboel verwijzingen naar websites, telefoonnummer van hulplijnen en adressen van instanties.
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.