Anorexia nervosa
Anorexia is de meest bekende aandoening onder de eetstoornissen. Het is echter niet de meest voorkomende eetstoornis. In Nederland lijden ongeveer 5.600 mensen aan anorexia. Jaarlijks komen er 1.300 nieuwe patiënten bij. De precieze cijfers liggen waarschijnlijk hoger. Dit komt omdat eetstoornissen vaak goed verborgen worden gehouden. Andere eetstoornissen zijn boulimia, orthorexia en binge eating disorder. De volledige benaming van anorexia is anorexia nervosa (AN).
Anorexia dient niet verward te worden met anorexie. Anorexie betekent verlies van eetlust als symptoom van ziekte. Anorexia betekent letterlijk verlies van eetlust door nerveuze oorzaken. Dat wil zeggen dat het ontstaat door iets geestelijks. Eigenlijk is dit een onjuiste benaming. Er wordt niet minder gegeten door verlies van eetlust. Integendeel, mensen met anorexia hebben wel degelijk honger. Ze voelen alleen niet meer wanneer ze honger hebben of onderdrukken het hongergevoel. Van de mensen met anorexia herstelt gemiddeld 45% volledig, 30% gedeeltelijk en 25% helemaal niet. Bij die laatste groep mensen wordt de stoornis chronisch. Chronisch betekent levenslang. Gemiddeld duurt de eetstoornis zes tot zeven jaar. Dit kan variëren van een van een half jaar tot enkele tientallen jaren. Daarbij is de kans op terugval groot. Dit houdt in dat iemand na een periode van verbetering weer achteruit kan gaan.
Wat is anorexia?
Anorexia kenmerkt zich door het opzettelijk uithongeren van het lichaam. Vaak wordt dit in verband gebracht met de wens om mooi en slank te zijn. Tegenwoordig is het meer een manier om met negatieve gevoelens, een laag zelfbeeld of angsten om te gaan. Deze en andere problemen kunnen iemand het gevoel geven dat hij of zij de controle verliest. Dit kan zich uiten in een gevoel van machteloosheid. Het enige waar mensen met anorexia controle over denken te hebben, is het gewicht en wat ze eten. Aankomen betekent dan ook verlies van controle. Aankomen is de grootste angst van veel mensen. Om zoveel mogelijk gewicht kwijt te raken, zijn mensen continue bezig met de voeding, beweging en hun gewicht. Mede hierdoor wordt ook de aandacht van de negatieve gevoelens, onzekerheden en dagelijkse problemen afgeleid. Lukt het afvallen, dan worden deze gevoelens vervangen door een gevoel van zelfvertrouwen en het gevoel controle te hebben over iets. Deze gevoelens zijn echter vaak tijdelijk. Het verdwijnt weer zodra het afvallen stopt. Aankomen in gewicht en op het gewicht blijven hangen, wordt door mensen met anorexia gezien als zwakte. Om die reden blijven mensen doorgaan met afvallen. Zelfs als het lichaamsgewicht voor die persoon ongezond laag is.
Anorexia is onder te verdelen in twee typen:
- Het eetbui/purgerende type: Bij dit type worden perioden van weinig eten afgewisseld met eetbuien. Van een eetbui is sprake wanneer binnen twee uur tijd een overdreven grote hoeveelheid voedsel wordt gegeten. Na een eetbui ontstaat er vaak een schuldgevoel. Dit schuldgevoel kan aanleiding zijn voor het uitbraken van het voedsel. Ook het gebruik van laxeermiddelen ter compensatie van de eetbui komt voor. Laxeermiddelen zijn middelen die de stoelgang bevorderen. Purgeren is een ander woord voor laxeren. Er wordt ook wel gebruik gemaakt van diuretica. Diuretica zijn middelen die de uitscheiding urine verhogen. Deze middelen worden gebruikt om overtollig vocht uit het lichaam te verwijderen. Een andere term voor diuretica is plasmiddelen.
- Het beperkende type: Bij dit type heerst strenge controle over de voeding en het lichaamsgewicht. Hierbij wordt er zeer weinig tot helemaal niets gegeten. Ook overmatige lichaamsbeweging kan voorkomen.
Oorzaken en risicofactoren anorexia nervosa
Het is niet precies bekend hoe anorexia ontstaat. Er zijn wel een aantal factoren, die het risico op anorexia verhogen:
- Geslacht: Van alle mensen met anorexia is 90-95% vrouw. Het kan dus ook bij mannen voorkomen. De ernst en het verloop van de eetstoornis is echter bij mannen niet anders dan bij vrouwen.
- Leeftijd: Anorexia ontstaat vaak in de puberteit en bij jongvolwassenen. Het meeste komt anorexia voor bij jonge vrouwen in de leeftijd van 15 tot 30 jaar. Buiten deze leeftijdscategorie is de eetstoornis zeer zeldzaam.
- Erfelijkheid: Er zijn echter geen aanwijzingen om aan te nemen dat anorexia erfelijk is. Wel is er een onderzoek dat aantoont dat er wellicht genen zijn waardoor mensen een grotere kans hebben op het ontstaan van eetbuien. Dit geldt dan met name voor het eetbui/purgerende type. Voor het trekken van harde conclusies is echter meer onderzoek nodig.
- Persoonlijkheidskenmerken: Veel mensen met anorexia hebben met elkaar gemeen dat ze zeer perfectionistisch en geordend zijn. Daarnaast voelen ze zich vaak weinig gewaardeerd. Dit heeft te maken met een laag zelfbeeld en de ontevredenheid/onzekerheid over het lichaam.
- Omgeving: Anorexia nervosa komt vaker voor in situaties waarbij slankheid een belangrijke rol speelt. Voorbeelden hiervan zijn: balletdanseressen, modellen en atleten. Daarnaast speelt ook het gezin een belangrijke rol. Ruzies en conflicten binnen het gezin kunnen de eetstoornis niet veroorzaken. Wel wordt het vaak gezien als een gevolg van de eetstoornis. Het eetgedrag van iemand met anorexia kan bijvoorbeeld voor flinke discussies zorgen. Het zijn echter ook juist dit soort conflicten en ruzies die de eetstoornis in stand kunnen houden of verergeren. Daarnaast kunnen hoge verwachtingen van ouders aan hun kind de kans vergroten. Een andere omgevingsfactor is de maatschappij. Via de media schetst de maatschappij een beeld van te ‘mooie’ dunne mensen. Deze druk om aan dit ideaalbeeld te voldoen speelt een rol in het ontstaan van anorexia.
- Levensgebeurtenissen: Bepaalde levensgebeurtenissen lijken de kans op anorexia echter niet groter te maken. Dit in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt. Wel vergroot het de kans op bijkomende psychische stoornissen, als angst en depressie. Voorbeelden van negatieve levensgebeurtenissen zijn: een traumatische ervaring, seksueel misbruik of een onveilige jeugd.
Symptomen anorexia nervosa
Anorexia nervosa kan zich op verschillende manieren uiten:
- Te laag lichaamsgewicht: Van een te laag lichaamsgewicht is sprake indien de BMI lager ligt dan 18,5. BMI is de afkorting van Body Mass Index. Het is een maat voor het gewicht in verhouding tot de lichaamslengte. Dit geeft een schatting van het risico op gezondheidsproblemen. Een gezond gewicht staat gelijk aan een BMI van 18,5-25. Een ander woord voor een te laag lichaamsgewicht is ondergewicht. Ondergewicht is niet goed voor de gezondheid. Het leidt onder andere tot een verminderde weerstand. Ook maakt het de kans op botbreuken groter. Daarom is aankomen belangrijk. Iemand met anorexia streeft er echter bewust naar om niet aan te komen. Hiervoor wordt dan ook alles uit de kast gehaald. Een voorbeeld is dat patiënten extreem veel aan sport of lichaamsbeweging gaan doen. Dit wordt ook wel hyperactiviteit genoemd.
- Afwijkend eetpatroon: Voeding levert energie. Deze energie wordt uitgedrukt in kilocalorieën (kcal). Bij anorexia wordt er gemiddeld per dag niet meer dan 1.000 kcal gegeten of gedronken. Ter vergelijking, een gezonde volwassen vrouw heeft per dag minstens het dubbele nodig. Voor een gezonde volwassen man ligt deze waarde iets hoger, namelijk op 2.500 kcal. Veel mensen met anorexia hebben een lijst met verboden voedingsmiddelen. Dit zijn vooral producten die veel suiker en vet bevatten. Andere kenmerken van het verstoorde eetpatroon kunnen zijn: het overslaan van maaltijden, de behoefte om alleen te eten, het eten van zeer kleine hapjes, overdreven lang kauwen op eten waardoor het eten lang duurt. Maar ook het tellen van de calorieën en het nauwkeurig afwegen van voedingsmiddelen zijn kenmerken. Vaak worden er elke dag ook hetzelfde gegeten. Dit gebeurt meestal volgens een zelf opgelegd ritueel. Elke afwijking van dit ritueel kan gevoelens van wanhoop en paniek veroorzaken. Om die reden zijn mensen met anorexia zeer creatief in het bedenken van maniertjes om onder het eten uit te komen. Een verstoord eetpatroon kan uiteindelijk leiden tot een verstoord honger- en verzadigingsgevoel. Hierdoor kan het voorkomen dat iemand niet meer merkt wanneer het lichaam honger heeft of vol zit.
- Ontkenning: Het duurt vaak lang voordat mensen met anorexia de ernst van het te lage lichaamsgewicht erkennen. In sommige gevallen gebeurt dit helemaal niet. Veel patiënten blijven zich, ondanks een ongezond laag gewicht, dik voelen. Dit wordt ook wel een vertekend lichaamsbeeld genoemd. Bij anderen kunnen ze echter wel een goede inschatting maken.
- Angst: Het geeft mensen met anorexia een kick als het afvallen lukt. Dit geeft een gevoel van controle. Controle over wat ze eten en hoeveel ze wegen. Aankomen betekent dan ook verlies van deze controle. Aankomen is de grootste angst van veel mensen. De angst wordt groter naarmate het lichaamsgewicht steeds verder af neemt. Een andere angst is de bemoeienis van anderen met hun eetgedrag en lichaamsgewicht. Om die reden wordt geprobeerd de eetstoornis zo goed mogelijk verborgen te houden.
- Verstoorde menstruatiecyclus: Vrouwen en meisjes die menstrueren, kunnen opeens niet meer ongesteld worden. In het geval van anorexia dient de menstruatie voor minstens drie maanden te zijn uitgebleven.
- Gedragskenmerken: Typisch voor mensen met anorexia is dat ze zeer perfectionistisch en geordend zijn. Dit uit zich in het zeer nauwkeurig afwegen van voedingsmiddelen. Ook het gewicht wordt zeer nauwkeurig in de gaten gehouden. Hierdoor staan ze veel op de weegschaal. Een ander gedragskenmerk is dat conflicten en ruzies met ouders, partner of vrienden vaak worden vermeden. Althans dat wordt geprobeerd, maar lukt niet altijd.
Lichamelijke gevolgen anorexia nervosa
Mensen met anorexia kunnen sterk vermageren. Dit heeft gevolgen voor het functioneren van het lichaam. Voor de lichamelijke gevolgen wordt onderscheid gemaakt in klachten als gevolg van het purgerende gedrag en klachten als gevolg van het eetgedrag. Mensen met anorexia van het eetbui/purgerende type denken vaak dat ze met laxeermiddelen en braken afvallen. Maar niets in minder waar. Met plaspillen en laxeermiddelen valt niemand af. Het zorgt er alleen voor dat iemand vocht verliest. Dit vochtverlies kan het gewicht doen dalen. Maar dit betekent niet dat iemand afvalt. Het overmatige gebruik van laxeermiddelen en plaspillen is zelfs gevaarlijk.
Deze middelen kunnen de volgende lichamelijke klachten veroorzaken:
- Uitdroging: Dit kan zich onder andere uiten in dorst, hoofdpijn, misselijkheid, verminderde concentratie, een droge/slappe/schilferige huid en een droge mond. Ook de conditie van het haar kan verslechteren. Uiteindelijk kan het leiden tot haaruitval. Bij een droge mond wordt er minder speeksel gevormd. Dit kan de kans op gaatjes vergroten. Het speeksel helpt normaal gesproken de vorming van gaatjes tegen te gaan.
- Veranderingen van het spijsverteringskanaal: Het zuur in het braaksel is slecht voor het gebit. Het zuur lost het tandglazuur op. Tandglazuur is de harde laag die de tanden beschermt tegen invloeden van buitenaf. Bij het verdwijnen van deze laag kunnen tanden overgevoelig worden voor warme en koude dranken. Dit is het gevolg van tanderosie. Tanderosie is de aantasting van de tanden door zuren. Dit kan onder andere gaatjes veroorzaken. Een ander woord voor gaatjes is cariës. Hetzelfde zuur uit het braaksel kan ook de speekselklieren en de slijmvliezen in de mond, keel en de darm aantasten. Dit kan ontstekingen, pijn en misselijkheid, braken en irritatie veroorzaken. Daarnaast kan langdurig overmatige gebruik van laxeermiddelen er toe leiden dat de darmen lui worden. Dit heeft gevolgen voor het functioneren van de darmen. Ook de opname van voedingsstoffen kan hierdoor minder goed verlopen.
- Mineralentekort: Met name een tekort aan kalium is slecht voor de nieren, lever en het hart. Kalium speelt een belangrijke rol bij spiersamentrekkingen. Een belangrijke spier in het lichaam is de hartspier. Bij een tekort aan kalium kan ook deze niet meer goed samentrekken. Dit kan leiden tot hartritmestoornissen of een hartstilstand. Andere gevolgen van een kalium tekort kunnen nier- en leverbeschadigingen en spierkrampen zijn. Daarnaast kan er onder andere sprake zijn van een ijzer tekort. Een ijzer tekort kan leiden tot bloedarmoede. Symptomen van bloedarmoede zijn onder andere: overmatig transpireren, hoofdpijn, oorsuizen en duizeligheid.
- Slokdarmkanker: Regelmatig braken vergroot de kans op slokdarmkanker.
De meeste lichamelijke klachten verdwijnen als er gestopt wordt met de middelen en normaal wordt gegeten. Na het stoppen kunnen de klachten in de darmen en de maag echter nog wel enige tijd aanhouden. Dit geldt vooral na langdurig gebruik. Het is aan te raden om in één keer te stoppen. Voor sommige mensen kan dit echter een enge gedachte zijn. In dat geval kan het ook geleidelijk worden afgebouwd. Na het stoppen heeft het lichaam enige tijd nodig om de vochtbalans in het lichaam te herstellen. Dit kan tijdelijk (een paar dagen tot weken) vochtophoping in de handen, voeten, benen en gezicht veroorzaken. Een ander woord voor vochtophoping is oedeem. Oedeem kan door mensen met anorexia als last ervaren worden. Zij lijken dan namelijk dikker terwijl ze beter zijn gaan eten. Ook problemen met de stoelgang, zoals verstopping, kunnen voorkomen. Dit komt door het langdurige gebruik van de laxeermiddelen. Daarbij zijn de darmen lui zijn geworden. Hierdoor kost het enige tijd voordat de darmen weer optimaal werken. Het eten van meer voedingsvezels en voldoende vocht kan in dat geval helpen. Voedingsvezels zorgen voor een goede darmwerking.
Naast bovenstaande klachten kunnen er andere klachten optreden. Deze klachten zijn vaker een gevolg van het eetgedrag.
- Ondervoeding: Anorexia gaat gepaard met een dalend lichaamsgewicht en een verminderde voedselinname. Als er onbedoeld meer dan 5% binnen 1 maand of meer dan 10 % binnen 6 maanden aan lichaamsgewicht wordt verloren, is er sprake van ondervoeding. Het lichaam krijgt in dat geval te weinig voedingsstoffen binnen. Bij extreme vermagering wordt er spierweefsel afgebroken. Daarnaast gaat het lichaam als gevolg van de tekorten zuiniger met de energie om. Hierdoor worden de ademhaling en hartslag trager. Ook de bloeddruk daalt. Het gevolg hiervan is dat patiënten zich vaak vermoeid, duizelig, lusteloos of depressief voelen. Daarnaast kan de lichaamstemperatuur dalen. Patiënten kunnen hierdoor last krijgen van koude/blauwe handen en voeten. Er kan ook donsachtige beharing in het gezicht, op de armen, borst en rug optreden. Deze donsachtige beharing zorgt ervoor dat het lichaam minder warmte verliest.
- Menstruatiestoornissen: Dit heeft te maken met de hormonale veranderingen als gevolg van het eetgedrag. Hierdoor kan bij vrouwen de menstruatie onregelmatig worden of uitblijven. Een ander woord voor het uitblijven van de menstruatie is amenorroe. Hierdoor kan de vruchtbaarheid van een vrouw in gevaar komen. Vrouwen die langdurig niet menstrueren hebben een vergrote kans op botontkalking. Een ander woord hiervoor is osteoporose. Het bot wordt langzaam afgebroken. Hierdoor neemt de kans op botbreuken toe.
- Maag-darmproblemen: Door de beperking aan voedingsmiddelen kunnen er klachten optreden. Veel voorkomende verschijnselen zijn verstopping of een opgeblazen gevoel. Dit kan voor veel mensen met anorexia de aanleiding zijn om te beginnen met braken of laxeermiddelen. Een gevolg van de grote hoeveelheden van de eetbuien is dat de maag kan uitzetten. Hierdoor kan het steeds langer duren voordat er een vol gevoel optreedt.
- Slaapproblemen: Veel mensen met de eetstoornis slapen slecht. Ze komen vaak moeilijker in slaap of zijn al vroeg wakker. Dit probleem wordt in veel gevallen opgelost door ’s morgens vroeg alweer druk met werk, school of andere activiteiten bezig te zijn.
- Verstoord honger- en verzadigingsgevoel: Bij anorexia kunnen mensen op den duur niet voelen wanneer ze honger hebben of wanneer ze vol zitten (verzadigd zijn). Dit komt omdat zij het honger- en verzadigingsgevoel lange tijd hebben onderdrukt.
De meeste klachten verdwijnen zodra iemand weer een normaal gewicht bereikt. Indien de eetstoornis echter jaren duurt, kan het onherstelbare schade aanrichten en soms zelfs leiden tot de dood. Mensen met anorexia hebben een vijf keer grotere kans op overlijden dan leeftijdgenoten zonder anorexia. Hierbij zijn andere oorzaken zoals zelfdoding en hartstilstand niet meegerekend. In ongeveer 15% van de gevallen is de dood een gevolg van zelfmoord. Vaak is de dood echter een gevolg van een tekort aan kalium.
Psychische en sociale gevolgen anorexia nervosa
Anorexia heeft niet alleen grote gevolgen voor het lichaam, maar ook psychisch en sociaal kan het veel impact hebben. Het leven van een anorexiapatiënt wordt beheerst door alles wat met voeding, lichaam en gewicht te maken heeft. Hierdoor kan de eetstoornis iemand belemmeren in het functioneren op school of werk. Een ander gevolg is dat mensen met anorexia zich vaak afgesloten van de buitenwereld en alleen gelaten voelen. Dit heeft grotendeels te maken met het onbegrip van de omgeving over de eetstoornis. Het is voor de omgeving moeilijk te bevatten dat zij hun lichaam anders ervaren. Dit kan tot conflicten leiden. Ouders en partners kunnen zich schuldig voelen. Zij kunnen het gevoel hebben niet door te dringen tot hun kind of echtgenoot.
Voor mensen met anorexia kan de eetstoornis flink wat stress opleveren. Dit komt omdat het moeite kost om het eetgedrag voor de omgeving verborgen te houden. Van een simpel etentje of een verjaardag kan iemand bijvoorbeeld al helemaal nerveus worden. Stress maakt iemand met anorexia nog kwetsbaarder en onzeker. Daarnaast kan stress de kans op stemmingswisselingen, depressie, dwang of angst vergroten. Ook kan iemand voor de omgeving leugenachtig of onbetrouwbaar overkomen. Dit komt door het verzinnen van allerlei smoesjes en uitwegen.
Behandeling anorexia nervosa
De behandeling van anorexia is zeer complex. In veel gevallen staat de patiënt niet achter de behandeling, omdat de patiënt de ziekte ontkent. Om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken is professionele begeleiding essentieel. De volgende professionals kunnen bij de behandeling van anorexia betrokken zijn: arts, psychiater, diëtist, therapeuten, verpleegkundigen en eetstoornisspecialisten. De behandeling kan plaats vinden in een gespecialiseerd behandelcentrum voor eetstoornissen. Nederland kent meerdere eetstoornisklinieken. In de behandeling van anorexia staan verschillende onderdelen centraal:
- Voeding: Dit onderdeel richt zich op gewichtstoename en uiteindelijk handhaving van een gezond gewicht. Hierbij wordt aandacht besteed aan een volwaardige voeding en gezond eetgedrag. Een volwaardige voeding levert voldoende voedingsstoffen om het lichaam weer goed te laten functioneren.
- Therapie: Er zijn verschillen psychologische interventies. Ook kan voor een combinatie van therapieën worden gekozen. Voor welke vorm van therapie wordt gekozen, is afhankelijk van de ernst van de problemen, de leeftijd en de sociale situatie van de patiënt.
- Medicatie: Voor anorexia is er op dit moment geen werkend medicijn beschikbaar. Er worden soms wel kalmeringsmiddelen voorgeschreven. Deze dienen ervoor om spanningen en stress te verminderen. Deze medicatie dient nooit als enige therapie tegen anorexia te worden ingezet. Het dient altijd in combinatie met bovenstaande therapieën te worden gedaan.
Onderzoek anorexia nervosa
- Meisjes krijgen op steeds jongere leeftijd anorexia. Het onderzoek kan hiervoor geen precieze oorzaak geven. Het kan namelijk ook zijn dat anorexia tegenwoordig eerder herkend wordt door ouders en huisartsen.
- Lentebaby’s hebben een grotere kans op het ontwikkelen van anorexia. Baby’s die in de herfst geboren zijn, hebben daarentegen een kleinere kans. Mogelijk spelen temperatuur, blootstelling aan zonlicht, vitamine D, een infectie en de voeding van de moeder hierin een belangrijke rol. Welke rol dat precies is, is nog onbekend. Daarbij dient opgemerkt te worden dat anorexia een complexe aandoening is. Er is dus nooit één factor aan te wijzen.
- “Manorexia” is de term voor anorexia bij mannen. Deze aandoening komt de laatste tijd steeds vaker voor. Van de vijf mensen met anorexia is er momenteel één man. Vooral sport speelt een grote rol bij mannen met een eetstoornis. De belangrijkste redenen zijn het verliezen van vet en het krijgen van een six-pack (strakke buikspieren).
- Mensen met anorexia hebben de neiging om veel aan lichaamsbeweging te doen. Deze hyperactiviteit kan gestopt worden door dopamine te onderdrukken. Dat blijkt uit onderzoek onder ratten. Dopamine is een stof in de hersenen. Deze stof speelt een belangrijke rol bij bewegen. Verder onderzoek is nodig om uit te wijzen of dit ook voor mensen geldt.
- Pro-anorexia website zijn websites waarop mensen met anorexia met elkaar over de eetstoornis discussiëren. Hierbij worden ook tips uitgewisseld om nog dunner te worden. Dit zijn gevaarlijke websites. Ze zorgen ervoor dat vrouwen met anorexia vaker als gevolg van ondervoeding in het ziekenhuis terecht komen. Dit in vergelijking met anorectische vrouwen die deze sites niet bezoeken.
- Doelbewust jezelf vermageren is voor mensen met anorexia net zo verslavend als XTC voor gezonde mensen. Dit komt omdat in beide gevallen hetzelfde hersengebied wordt gestimuleerd. Dit blijkt uit onderzoek met muizen. Verder onderzoek zou nodig zijn om uit te wijzen of dit ook voor mensen geldt.
Externe informatie anorexia nervosa of producten
We zijn extern onderstaande boeken, betreffende anorexia, voor u tegengekomen:
- Anorexia Te Lijf. Auteur Suzanne Meijer, Nederlands, 136 pagina’s. Een aangrijpend document, een aanzet tot het doorbreken van machteloosheid. Door de vlotte, frisse schrijfstijl laat het zich echter makkelijk lezen. Een ieder die met anorexia nervosa te maken heeft, als patiënt, therapeut of direct betrokkene, zal in dit boek veel herkennen.
- Anorexia nervosa overwinnen in 13 stappen. Auteur J. Vanderlinden, Nederlands, 256 pagina’s. De auteur, een specialist op het gebied van behandeling van eetstoornissen in België, heeft met deze uitgave een praktisch zelfhulpprogramma uitgebracht. In dertien stappen kan een patiënt proberen de ziekte anorexia nervosa te overwinnen.
- Lijntje, 4 Jaar Het Stemmetje Van Anorexia. Auteur Welmoed Barendsen, Nederlands, 190 pagina’s. Voor iedereen die op welke manier ook (professioneel of in persoonlijke kring) te maken heeft met een anorexiapatiënt, biedt dit boek enig inzicht in de denkwijze van een anorectisch meisje.
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.