Dementie
Dementie is een syndroom waarbij de verstandelijke vermogens van een persoon geleidelijk of soms snel achteruit gaan. Dementie kan verschillende oorzaken hebben en het ziekteproces verloopt per vorm anders. Dementie is een verzamelnaam voor ongeveer 50 verschillende aandoeningen aan de hersenen waarbij de verstandelijke vermogens achteruit gaan. De hersenfuncties worden langzaam minder door veroudering of beschadiging van het hersenweefsel. Hierdoor wordt iemand langzaam maar zeker volledig afhankelijk van de zorg van anderen. Dementie openbaart zich in verschillende vormen, afhankelijk van de aard van de ziekte en het deel van de hersenen dat door de ziekte is aangetast. In veel gevallen komt dementie voor bij ouderen, maar ook op jonge leeftijd kan dementie ontstaan. Momenteel zijn er in Nederland zo’n 290.000 mensen met dementie, waarvan 15.000 mensen jonger zijn dan 65 jaar. Dementie is een progressieve ziekte en genezing is tot op heden niet mogelijk. De komende jaren zal het aantal mensen met dementie explosief toenemen. De verwachting is dat er zo’n 620.000 mensen met dementie zullen zijn in 2050.
In deze tekst worden verschillende situaties omschreven waarbij dementie kan optreden. Deze staan per hoofdstuk uitgelegd. Elk hoofdstuk beschrijft de oorzaak, symptomen en behandeling van de betreffende aandoening. Deze dementie voedingsdoelverdieping behandelt de meeste vormen van dementie, behalve de ziekte van Alzheimer. Betreffende de ziekte van Alzheimer is namelijk in een separate voedingsdoelverdieping beschreven.
Dementie diagnose
Voor het stellen van de diagnose dementie zijn richtlijnen opgesteld. Deze richtlijnen komen uit de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (kortweg DSM). Dit is een groot, officieel naslagwerk met alle erkende geestelijke aandoeningen. De huisarts zal bij het vermoeden op dementie iemand controleren op deze punten om te bepalen of er verder onderzoek nodig is in het ziekenhuis. Vrijwel alle vormen van dementie hebben dezelfde symptomen. De volgorde waarin de symptomen optreden kan per vorm verschillen. Om de diagnose dementie te krijgen, moet aan punten A tot en met D worden voldaan:
A.
De ontwikkeling van meerdere stoornissen wordt zichtbaar door 1 en 2:
- Geheugenstoornissen. Verminderd vermogen om nieuwe informatie te leren of zich eerder geleerde informatie te herinneren.
- Minstens één of meer van de volgende stoornissen:
- Afasie. Afasie is een taalstoornis. Het vermogen om te lezen en te schrijven neemt af. Gesproken taal wordt minder goed begrepen. De persoon heeft moeite om uit zijn woorden te komen of gebruikt woorden die niet bestaan.
- Apraxie. Dit is het verminderd vermogen om handelingen uit te voeren. Bijvoorbeeld niet meer de veters kunnen strikken, of geen schaar meer kunnen gebruiken. De voorwaarde is wel dat de handelingen voor de persoon fysiek mogelijk zijn. Bijvoorbeeld bij reuma (een ontstekingsziekte aan de gewrichten) kan het ook voorkomen dat iemand geen veters kan strikken. Er wordt dan niet gesproken van apraxie, omdat het onvermogen niet uit de hersenen komt, maar uit bijvoorbeeld pijn of stijfheid.
- Agnosie. Agnosie betekent problemen met het herkennen van objecten. Iemand weet bijvoorbeeld niet meer wat het nut van een normaal gebruiksvoorwerp is. Zo kan iemand bijvoorbeeld proberen een vriend op te bellen met de afstandsbediening. Een blind persoon kan zulke foutjes wel vaker maken. De voorwaarde voor agnosie is dan ook dat iemand het voorwerp goed kan zien of voelen.
- Stoornis in uitvoerende functies. Voorbeelden van uitvoerende functies zijn plannen, organiseren, gevolgen overzien of verhalen samenvatten.
B.
De stoornissen die hierboven bij A zijn omschreven veroorzaken een duidelijke beperking in het sociale leven of het uitoefenen van een beroep.
C.
Verschillende neurologische verschijnselen en klachten. ‘Neurologisch’ betekent dat de zenuwen zijn aangedaan. De zenuwen zijn een soort kabels die door het lichaam lopen en opdrachten van en naar de hersenen sturen. Als iemand zijn hand brandt, stuurt de zenuw in de hand een boodschap (of impuls) naar de hersenen. ‘Dit is heet.’ De hersenen reageren daarop met een impuls terug naar de hand. ‘Trek je hand weg.’ Daarnaast moet er worden gecontroleerd of de persoon in kwestie een vasculaire ziekte heeft. Hier wordt verder op ingegaan onder het kopje ‘Vasculaire dementie’.
D.
De stoornissen die hierboven bij A zijn omschreven komen niet alleen voor tijdens een delirium. Een delirium is een soort tijdelijke kortsluiting in de hersenen. Hier wordt verder op ingegaan bij het kopje ‘Delirium’.
Als er aan alle vier de bovenstaande punten (A t/m D) wordt voldaan, wordt er gesproken van dementie. Dan weet de arts nog vrij weinig. Dementie kan namelijk verschillende oorzaken hebben. Andere oorzaken van dementie geven ook een ander verloop en een andere behandeling.
Stadia van dementie
Dementie kent drie stadia. Dit is anders dan bij de ziekte van Alzheimer, waar er vier fases worden onderscheiden. De duur van elk stadium verschilt per persoon en per soort dementie.
- Eerste stadium, lichte dementie. De persoon ervaart perioden van apathie. Dit betekent dat de persoon in kwestie een gebrek heeft aan emoties, motivatie of enthousiasme. Deze perioden van apathie kunnen afgewisseld worden door perioden van geprikkeldheid. Iemand kan tijdens deze fase nog goed zelfstandig blijven wonen.
- Tweede stadium, matige dementie. Er komen steeds meer gaten in het besef van tijd en plaats. Het geheugen gaat merkbaar achteruit. Praktische vaardigheden, zoals aankleden of koken, gaan steeds moeizamer. De taal gaat achteruit. Het gedrag verandert.
- Derde stadium, ernstige dementie. De persoon kan dagelijkse bezigheden niet meer uitvoeren. Vaak herkent deze persoon familie en omgeving niet meer. Opname in een zorginstelling is vaak noodzakelijk in dit stadium van dementie.
De fase die op het derde stadium volgt verschilt per vorm dementie. Bij sommige vormen van dementie komt de persoon te overlijden na het derde stadium. Bij andere vormen dementie blijft de ernst hetzelfde na een bepaalde periode.
Vasculaire dementie
Vasculaire dementie houdt in dat de dementievorm te maken heeft met het bloedvatenstelsel. Het lichaam bestaat uit cellen. De cellen in het lichaam hebben voedingsstoffen en zuurstof nodig. Het bloedvatenstelsel, bestaande uit het hart en (slag)aderen, is verantwoordelijk voor het verplaatsen van voedingsstoffen en zuurstof door het lichaam. Er zijn verschillende situaties waardoor er een aandoening kan ontstaan aan het bloedvatenstelsel. Bij vasculaire dementie worden drie groepen onderscheiden:
- kleine vaten ziekte;
- grote vaten ziekte (ook wel multi-infarct dementie);
- en enkelvoudig infarct dementie.
De laatste twee lijken erg veel op elkaar. Om deze reden worden multi-infarct dementie en enkelvoudig infarct dementie gezamenlijk behandeld als ‘Grote vaten ziekte.’
Kleine vaten ziekte: Bij een kleine vatenziekte is er een probleem in het verplaatsen van informatie in de hersenen. In de hersenen worden de gedachten naar verschillende delen in de hersenen gestuurd door lange draden. Deze draden worden witte stof genoemd. Als de witte stof beschadigd raakt door een tekort aan zuurstof- en voedingsstoffen, kunnen gedachten niet meer goed worden verwerkt. Dit is het geval bij de ziekte van Binswanger en CADASIL. Deze vormen van dementie komen veel voor op jongere leeftijd, al vanaf ongeveer 35 jaar.
Grote vaten ziekte: Onder bloedvaten verstaat men de aderen en de slagaderen. Ook het hart is onderdeel van het bloedvatenstelsel. Het bloedvatenstelsel is verantwoordelijk voor het verplaatsen van zuurstof en voedingsstoffen, via het bloed in de bloedbaan. Bloedvaten kunnen op verschillende manieren ziek worden of beschadigd raken. Ze kunnen hierdoor niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen vervoeren. Als bloedvaten ziek worden, spreekt men van hart- en vaatziekten.
Een voorbeeld van een oorzaak voor hart- en vaatziekten is een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Cholesterol is een bouwstof in het lichaam. Het lichaam heeft cholesterol nodig om cellen te bouwen. Er zijn verschillende soorten cholesterol, waaronder HDL en LDL. HDL is gezond cholesterol. LDL is minder gezond. LDL wordt ook wel ‘slecht’ cholesterol genoemd. LDL kan in de bloedbaan neerslaan. De aderen kunnen hierdoor dichtslibben.
Ook suikerziekte (diabetes) kan de aderen doen dichtslibben. Suikerziekte is geen hart- en vaatziekte, maar kan zo’n ziekte wel veroorzaken. Bij suikerziekte is er in het lichaam een fout met het gebruiken van koolhydraten. Suiker is ook een koolhydraat, vandaar de naam suikerziekte. In de bloedbaan heet suiker glucose. Deze glucose kan bij diabetes, net als LDL, neerslaan en een ader laten dichtslibben. Een dichtgeslibde ader laat weinig tot geen bloed meer door. Het gedeelte van het lichaam dat door de dichtgeslibde ader van bloed voorzien werd, krijgt zo onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen. Het lichaamsdeel stikt als het ware.
Als er een ader dichtslibt die de hersenen van bloed moet voorzien, raken de hersenen beschadigd. Hierdoor kan een vorm van dementie ontstaan.
Een andere vorm voor het ontstaan voor een vasculaire dementie ontstaat doordat de wanden van de aderen zijn aangedaan door slecht cholesterol of glucose. De wanden van de bloedvaten horen flexibel te zijn. Dit voorkomt dat de aderen scheuren als er iets meer bloed door de vaten gaat. De flexibele vaatwanden beschermen tot op zekere hoogte de bloeddruk. Als er te veel slecht cholesterol in de bloedbaan is, kunnen de vaatwanden verstijven. Het vastgeplakte cholesterol of de glucose vormen een hard laagje, vergelijkbaar met lijm. Dit heet een atherosclerotische plaque. Een plaque kan er voor zorgen dat de vaatwanden hun rek verliezen. Hierdoor kunnen de aderen scheuren. Als er een ader in de hersenen scheurt, spreken we van een hersenbloeding. Als een plaque de vaatwand loslaat, kan de plaque in de bloedbaan ronddrijven, kantelen en een bloedvat blokkeren. Als dit bij de hersenen gebeurt, spreken we van een herseninfarct. Bij een enkel infarct wordt gesproken van een enkelvoudig infarct dementie. Als er meerdere infarcten zijn, spreken we van multi-infarct dementie of grote vaten dementie.
Symptomen bij vasculaire dementie
De symptomen van vasculaire dementie hangen af van de plaats en de ernst van de vaataandoening. Het symptoom dat vaak als eerste zichtbaar is, is traagheid in spreken en handelen. Vaak heeft de persoon ook moeite met het vinden van woorden. Het volgen van een gesprek met meerdere onderwerpen wordt ook steeds lastiger.
Vasculaire dementie heeft een grillig verloop. Na een eerste infarct of hersenbloeding is er direct een groot verschil in gedrag merkbaar. Het kan dagen, weken, maanden of jaren duren voor er weer een infarct of bloeding plaatsvindt. Soms vindt een volgend infarct nooit plaats. Dit wordt dan enkelvoudig infarct dementie genoemd.
Na een volgend infarct of bloeding is er weer een grote verandering merkbaar. De gesteldheid van de persoon verschilt van dag tot dag. Achteruitgang wisselt af met gedeeltelijke of tijdelijke verbeteringen. Dit proces gaat door tot de persoon uiteindelijk komt te overlijden, door hersenschade of een andere oorzaak. De duur van vasculaire dementie verschilt van maanden tot (tientallen) jaren.
Zoals eerder beschreven houdt vasculaire dementie een sterk verband met gezonde bloedvaten. Voldoende bewegen en gezonde voeding zijn belangrijk voor een goed cholesterolgehalte in het bloed. Een aantal voedingsstoffen zijn bepalend voor de hoogte van het risico op het ontwikkelen van vasculaire dementie. Waaronder:
- Plantensterolen: Plantensterolen zijn stoffen die voorkomen in sommige plantaardige producten. Deze producten helpen het slechte cholesterol af te breken.
- Onverzadigd vet: Niet elke soort vet is slecht. Onverzadigd vet is gezond voor het hart en de bloedvaten. Onverzadigd vet verlaagt het slechte cholesterol en houdt de bloedvaten soepel.
- Zout: Zout houdt vocht vast in de bloedbaan. Hierdoor stijgt de bloeddruk. Dit verhoogt de kans op het scheuren van de bloedvaten.
Als u een hoge bloeddruk of afwijkende cholesterolwaarden heeft, kunnen er medicijnen worden voorgeschreven om de bloeddruk en het cholesterol te herstellen. Dit verkleint de kans op het krijgen van vasculaire dementie. Roken vergroot de kans op het krijgen van vasculaire dementie. De slechte stoffen in sigarettenrook kunnen namelijk ook voor plaques zorgen. Verandering van leefstijl kan het verloop van de vasculaire dementie positief beïnvloeden.
Frontotemporale dementie
Frontotemporale dementie wordt gezien bij de ziekte van Pick. De naam ‘frontotemporaal’ verwijst naar de plek in de hersenen waar de ziekte schade aanricht. De hersenen bestaan uit verschillende onderdelen. Een van die onderdelen is de frontaalkwab, een gedeelte voor in de hersenen, achter het voorhoofd. De frontaalkwab is aangetast bij de ziekte van Pick. Bij andere vormen van dementie sterven de hersencellen meestal verspreid over de hele hersenen af. De cellen die bij de ziekte van Pick voor in de frontaalkwab overblijven zijn vaak opgezwollen. Deze cellen worden Pick’s cellen genoemd.
Frontotemporale dementie komt voor op relatief jonge leeftijd. De meeste personen ervaren de eerste symptomen rond het 50e levensjaar. Meestal begint het ziekteproces met moeite met de taal. Daarnaast kunnen er gedragsproblemen optreden. Ieder persoon heeft in zijn hersenen bepaalde remmingen. Deze remmingen voorkomen dat we iets doen dat gevaarlijk of ongepast is. Vaak verdwijnen alle remmingen bij iemand met de ziekte van Pick. Iemand kan vreselijk gaan schelden of totale vreemden ongepaste vragen stellen. Het gedrag wordt vaak als ‘kinds’ beschreven.
Het komt regelmatig voor dat het eetpatroon verandert. De remmingen voor de voeding verdwijnen ook. Hierdoor kan iemand gaan overeten, waardoor vaak overgewicht ontstaat. Meestal heeft zoet voedsel de voorkeur. Alcoholmisbruik komt vaak voor onder personen met de ziekte van Pick. Ook alcoholmisbruik is een gevolg van de verdwenen remmingen.
Frontotemporale dementie heeft heel kenmerkend gedrag. Naast de verdwenen remmingen krijgt iemand ook vaak te maken met obsessies of dwangmatige handelingen. Zo kan het zijn dat iemand de hele dag (of langer) bezig is om een schilderij recht te hangen. Ook bepaalde voedingsmiddelen worden dwangmatig gegeten of vermeden. Zo is het mogelijk dat iemand vreemde eisen aan de voeding stelt, zoals een bepaalde kleur.
Lewy-Body dementie
Lewy-body dementie is een vorm van dementie waarbij er afwijkende eiwitvormen (alfa-synucleine) worden gevonden in de hersenen. Deze eiwitvormen worden Lewy-bodies genoemd. De Lewy-bodies beschadigen het hersenweefsel. Lewy-body dementie komt vaak voor in combinatie met de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson of vasculaire dementie. Er wordt dan gesproken van een mengvorm dementie.
Lewy-body dementie begint vaak met stress achtige symptomen. Licht geheugenverlies, slaapproblemen en spierstijfheid komen het meest voor. Naarmate de ziekte vordert, krijgt de persoon in ruim 70% van de gevallen last van heftige hallucinaties. Hallucinaties zijn waarnemingen die er niet zijn, zoals een schim, een stem of een geur. De duur van Lewy-body dementie is gemiddeld vijf tot zes jaar tussen het moment van de eerste symptomen en het overlijden.
Lewy-body dementie en Parkinson zijn als ziekte aan elkaar verwant. Vaak wordt de diagnose verkeerd gesteld. Bij Lewy-body dementie zijn de meest opvallende symptomen slikklachten of vreemde handgebaren, visuele hallucinaties (dingen zien die er niet zijn), nachtmerries en spierklachten. De manier van lopen is vaak aangedaan, waardoor iemand snel ten val komt. Bij Parkinson zijn de symptomen altijd aanwezig, 24 uur per dag. Bij Lewy-body dementie kunnen de symptomen bijvoorbeeld ’s ochtends ernstig aanwezig zijn, en ’s middags (zo goed als) weg zijn. Hallucinaties zijn over het algemeen ’s avonds het ergst.
Lewy-body dementie is, zoals de meeste vormen van dementie, niet te genezen of af te remmen. De behandeling van Lewy-body dementie is er op gericht om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Bij de behandeling wordt er gestreefd naar een zo goed mogelijke gezondheid. Gezonde voeding mag bij de behandeling niet ontbreken.
Dementie door ziekte
Er zijn verschillende ziektes bekend die dementie als symptoom hebben. De bekendste is de ziekte van Alzheimer. Er zijn echter nog veel meer aandoeningen die dementie als symptoom hebben. De bekendste voorbeelden hiervan zijn:
- De ziekte van Parkinson. De hersenen zorgen voor allerlei dingen, van nadenken tot bewegen. Bij de ziekte van Parkinson worden hersencellen dusdanig aangetast, dat het vermogen om te bewegen verstoord raakt. Dit zorgt er voor dat iemand schokkende bewegingen maakt. Dementie treedt vaak pas op in een later stadium van Parkinson.
- De ziekte van Huntington. Deze ziekte is erfelijk en dus aangeboren. Een persoon met de ziekte van Huntington heeft 50% kans om het aan een kind door te geven, ook met een gezonde partner. De ziekte van Huntington kenmerkt zich door hele heftige, schokkende bewegingen, spasmen of chorea genoemd. Deze personen zijn vaak opvliegerig. Het redeneringsvermogen wordt door de aandoening aangetast. Huntington komt vaak voor in combinatie met depressie. Deze vorm van dementie verloopt erg traag. Vaak overlijden de personen voor deze het laatste stadium van dementie bereiken.
- De ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Deze ziekte staat ook wel bekend als de ‘gekke koeien ziekte’. Deze ziekte uit zich vaak rond het 50e levensjaar. Bepaalde lichaamseiwitten gaan zich vreemd gedragen, waardoor allemaal ziekteverschijnselen optreden. De verschijnselen die optreden door de aantasting van de hersenen lijken op die van overspannenheid. De persoon is vaak erg gestrest, afwezig en vermoeid. Hierna volgen al snel problemen met praten, bewegen en het verwerken van het zicht. Iemand kan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob oplopen door het eten van besmet schapen- of rundvlees. In ongeveer 10-15% van de gevallen is Creutzfeldt-Jakob erfelijk. Na het optreden van de eerste symptomen heeft een persoon nog 1 á 2 jaar te leven. Creutzfeldt-Jakob is hiermee een van de dodelijkste vormen van dementie.
- Syfilis. Syfilis wordt veroorzaakt door een bacterie. Syfilis bestaat uit drie stadia. De bacterie kan op de lange termijn (in het derde stadium) schade aanrichten aan de organen, zoals het hart en de hersenen. Als de hersenen worden aangedaan, ontstaan er dementie-achtige symptomen. Dit wordt dementia paralytica genoemd. Het meest bekende symptoom van dementia paralytica is grootheidswaan. Personen kunnen hierdoor denken dat ze met God kunnen praten of onsterfelijk zijn. Het resultaat van deze gedachten is vaak onverantwoordelijk gedrag.
- HIV/AIDS. Hiv-positieven kunnen ook te maken krijgen met dementie. Deze vorm van dementie wordt HAD genoemd (HIV associated dementia). HAD werd vooral veroorzaakt door toxoplasmose. Hier wordt dieper op ingegaan bij het volgende punt. HAD komt bijna niet meer voor, onder andere door goede medicatie. Hiv kan op den duur veranderen in aids. Door aids is het immuunsysteem ernstig aangedaan. Hierdoor is er weinig tot geen weerstand tegen ziektes. In het laatste stadium van aids komt een infectie vaak bij de hersenen, waardoor dementie ontstaat. Dit wordt het aids dementie complex genoemd.
- Toxoplasmose en Cryptococcose. Toxoplasmose, ook wel de kattenziekte genoemd, wordt veroorzaakt door een parasiet. Een parasiet is een heel klein beestje dat op of in andere dieren of mensen leeft. De parasiet leeft dan van deze persoon of dit dier. Een voorbeeld is een vlo of een teek. Cryptococcose wordt veroorzaakt door een schimmel. Sommige mensen merken niet eens dat ze besmet zijn. De kans bestaat dat iemand vage, griepachtige klachten ervaart. De besmetting gaat dan zonder klachten voorbij. Als de besmetting ernstiger is, en langer duurt, bestaat de kans dat de hersenen worden aangetast. Dementie bij toxoplasmose en cryptococcose kenmerkt zich door het nemen van grotere risico’s. Het inschattingsvermogen is aangetast. Er bestaat een discussie of hersenschade door toxoplasmose en cryptococcose wel dementie genoemd mag worden.
- Hersentumor. Een hersentumor is een vorm van kanker in de hersenen. Dit is een bal kankercellen die steeds groter kan worden. Door de druk die hierdoor ontstaat kunnen hersencellen beschadigt raken. Als de hersentumor wordt behandeld met straling, kan deze straling de hersencellen ook beschadigen. Het is dus goed mogelijk om dement te worden van een hersentumor.
Dementie door middelengebruik
Het is algemeen bekend dat drugs en alcohol een slechte invloed op de hersenen hebben. Maar ook sommige medicijnen kunnen (een vorm van) dementie veroorzaken.
- Het syndroom van Wernicke-Korsakoff. Deze vorm van dementie wordt veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik. Alcohol is licht giftig voor de hersenen. Als dit langdurig in grote hoeveelheden wordt gebruikt, is dit schadelijk voor het hele lichaam. Het syndroom van Wernicke-Korsakoff wordt ook in verband gebracht met een tekort aan vitamine B1. Het komt regelmatig voor dat personen die als zware drinker worden beschouwd een te eenzijdige voeding gebruiken. Hierdoor krijgen deze personen een te kort aan bepaalde vitamines. Bij deze vorm van dementie is vooral het geheugen aangetast. Andere vaardigheden blijven meestal wel behouden. Als er wordt gestopt met drinken, blijft de dementie stabiel. Het wordt niet meer erger.
- PML. Dit is een ernstige hersenziekte die wordt veroorzaakt door een virus. De meeste gezonde volwassenen dragen dit virus met zich mee. Het virus gaat pas problemen veroorzaken als er medicijnen worden gebruikt die de immuunrespons onderdrukken, zoals verschillende ontstekingsremmers. Personen die minder weerstand hebben, kunnen ook problemen ervaren. De weerstand moet dan wel drastisch zijn verminderd, zoals het geval is bij hiv-, MS- of kankerpatiënten.
- Organisch Psychose Syndroom (OPS). Het langdurig inademen van de dampen van oplosmiddelen (voor bijvoorbeeld verf) kan leiden tot verschillende dementieachtige problemen. Voorbeelden hiervan zijn concentratieproblemen, vergeetachtigheid, irritatie, vermoeidheid, hoofdpijn, depressie en slaapstoornissen. Hoewel deze aandoening nog geen volledige dementie te noemen is, zijn de klachten wel blijvend. OPS is een erkende beroepsziekte voor bijvoorbeeld schilders. Of OPS over gaat in een ernstigere vorm van dementie is niet bekend.
- Het gebruik van verschillende soorten harddrugs, zoals cocaïne, XTC en amfetaminen kunnen de hersenen dusdanig beschadigen dat er dementieachtige symptomen optreden.
Dementie en voeding
Een tekort aan verschillende vitamines of mineralen kan een vorm van dementie teweeg brengen. Vaak zijn de klachten bij deze vorm van dementie met goede voeding te verminderen of volledig te verhelpen. Voedingsstoffen die bij een tekort zulke klachten kunnen veroorzaken zijn:
- Vitamine B1: Symptomen zijn depressie, geïrriteerd gedrag, spierzwakte, verminderde reflexen, verminderde eetlust, gewichtsverlies, concentratieproblemen en geheugenverlies. De schade van een tekort van B1 is niet altijd te herstellen. Vitamine B1 wordt gevonden in bepaalde soorten vlees en graanproducten. Vitamine B1 speelt een belangrijke rol in het ontstaan van het syndroom van Wernicke-Korsakoff. Hier wordt dieper op ingegaan eerder in dit artikel bij hoofdstuk ‘Dementie door middelengebruik’.
- Vitamine B3: Vitamine B3 komt voor in sommige soorten vlees, vis, noten, graanproducten, groente en fruit. Een tekort aan vitamine B3 is meestal herkenbaar aan verschillende huidaandoeningen. Ook de slijmvliezen, de vochtige laagjes in mond en neus, kunnen worden aangedaan. In dit geval spreekt men van pellagra. Pellagra kan in ernstige gevallen leiden tot bewustzijnsstoornissen of dementie.
- Vitamine B6: Een tekort van vitamine B6 herkent men aan ontstekingen van de tong en de huid. Ook komen depressie en verwardheid voor. Een overschot aan B6 kan het geheugen en andere denkprocessen ook aantasten. B6 komt voor in onder andere dierlijke producten, zoals zuivel.
- Vitamine B12: Het is niet duidelijk wat vitamine B12 precies met het geheugen te maken heeft. Wel is bekend dat een tekort aan vitamine B12 (bij ouderen) het risico op het krijgen van dementie vergroot. B12 komt voor in vlees.
- IJzer: Te weinig ijzer in de voeding kan problemen met de concentratie veroorzaken. Dierlijke producten en sommige groenten bevatten ijzer.
- Jodium: Een van de gevolgen van een tekort aan jodium in de voeding is een vertraagde reactie. Ook het gehele denkvermogen neemt af. Jodium komt van nature voor in vis en groenten. In Nederland wordt aan sommige producten jodium toegevoegd.
- Kalium: Een zeldzaam gevolg van een tekort aan kalium is verwarring. Een tekort aan kalium is erg zeldzaam in Nederland. Als er een tekort optreedt is verwarring niet het meest voorkomende symptoom. Kalium wordt onder andere gevonden in groenten.
- Mangaan: Zowel een teveel als een tekort aan mangaan kan beschadigingen aan de hersenen veroorzaken. Deze beschadigingen zijn alleen aangetoond bij proefdieren. Een tekort of een teveel aan mangaan komt eigenlijk nooit voor. Mangaan zit in verschillende soorten granen.
Hersenletsel en dementie
De vorm van dementie die ontstaat door meerdere harde klappen tegen het hoofd wordt ook wel boksersdementie genoemd. Deze benaming is niet geheel terecht. Dementie door hersenletsel kan ook ontstaan door andere herhaaldelijke sportgerelateerde blessures, zoals vallen bij paardrijden of meerdere harde ballen koppen bij voetbal. Ook andere, niet-sportgerelateerde situaties waarbij er gedurende het leven meerdere klappen tegen het hoofd worden gegeven kunnen deze vorm van dementie veroorzaken. Een bekend geval van boksersdementie is oud-zwaargewicht kampioen boksen Mohammed Ali.
Symptomen voor boksersdementie zijn moeilijkheden met het lopen, geheugenproblemen en incontinentie. Incontinentie is problematiek met het ophouden van de eigen urine. Boksersdementie is in sommige gevallen door chirurgie te verminderen. Door de meerdere klappen wordt er vocht opgebouwd in de hersenen. Door de druk die het vele hersenvocht uitoefenen op het brein ontstaan de klachten. Bij een chirurgische ingreep wordt dit vocht als het ware afgetapt. De schade is niet volledig te herstellen en slechts deels te beperken.
MCI
MCI is de afkorting voor een aandoening die bekend staat als Mild Cognitive Impairment. Dit is Engels voor een milde cognitieve beperking. Dit betekent dat de mentale vermogens te licht zijn aangetast om de diagnose dementie te stellen. Personen met een MCI hebben een vergroot risico op het ontwikkelen van (een vorm van) dementie. Het hebben van een MCI is echter geen voorbode van dementie. Sommige personen herstellen hun geestelijke vermogens. MCI wordt opgedeeld in twee soorten:
- Amnestische MCI. Bij een amnestische MCI is het geheugen aangedaan. Belangrijke informatie wordt vergeten en iemand kan moeilijk nieuwe dingen aanleren.
- Niet-amnestische MCI. Bij deze vorm is het vermogen om zelfstandig te zijn aangedaan. Het maken van beslissingen, het inschatten van de duur van een activiteit of het begrijpen van bepaalde beelden is moeilijk.
Depressie
Bij een depressie voelt iemand zich lusteloos, verdrietig, somber en leeg. Vaak is een vervelende gebeurtenis of een lange periode van stress de oorzaak van een depressie. Depressie hoeft echter geen bijzondere oorzaak te hebben. Soms ontstaat een depressie spontaan. Bij depressie is de gedachtegang wat trager. Er kunnen ook geheugenproblemen ontstaan. Depressie bij ouderen wordt daarom vaak aangezien als een beginstadium van dementie.
Depressie bij ouderen wordt om deze reden ook wel eens pseudodementie genoemd. Dementie en depressie zijn echter twee totaal verschillende dingen. Bij een depressie kan iemand nog redeneren en raakt deze bijvoorbeeld niet de weg kwijt. Bij dementie is vooral het kortetermijngeheugen aangetast. Dit wil zeggen dat dingen die vroeger zijn gebeurd meestal nog wel herinnerd worden. Bij een depressie zijn zowel het korte- als het langetermijngeheugen aangetast. Iemand gaat dus niet terug naar ‘vroeger’, maar vergeet gewoon veel. Daarbij kunnen mensen met een depressie dingen haarscherp herinneren met een kleine aanwijzing. Een depressie is goed te genezen met therapie en eventuele medicatie. Personen ouder dan 70 jaar die een depressie hebben meegemaakt hebben wel een grotere kans om op latere leeftijd (een vorm van) dementie te ontwikkelen.
Zwangerschapsdementie
Tijdens de zwangerschap maakt het lichaam hormonen aan. Hormonen zijn stoffen die in het lichaam verschillende dingen regelen, van hongergevoel tot groei. De hormonen tijdens de zwangerschap zijn nodig om het lichaam van de moeder voor te bereiden op de bevalling. De hormonen helpen het lichaam ook om de ongeboren vrucht te laten ontwikkelen. Door deze hormonen kan, volgens sommige beweringen, de vrouw mentaal in de war raken. Sommige studies spreken dit tegen. De klachten van zwangerschapsdementie zouden kunnen ontstaan omdat de zwangere vrouw met haar gedachten bij het kindje zit. Er wordt echter alsnog over zwangerschapsdementie gesproken als er tijdens de zwangerschap sprake is van:
- onhandigheid (knoeien, stoten, vallen etc.);
- het kwijtraken van spullen;
- concentratieproblemen;
- slecht geheugen;
- afwezigheid.
Meestal verdwijnen de klachten na de zwangerschap. Zwangerschapsdementie is geen erkend ziektebeeld. Het is niet bewezen of zwangerschapsdementie een voorbode is voor een andere vorm van dementie op latere leeftijd.
Delirium
Een delirium wordt ook wel een delier genoemd. Bij een delirium kan iemand in een zeer korte periode ernstig verward raken. Wat er tegen de persoon wordt gezegd lijkt niet door te dringen. Vaak is deze persoon onrustig en angstig en kan deze hallucinaties hebben. De duur van een delirium kan verschillen van enkele uren tot enkele weken. De meest bekende oorzaak van een delirium is overmatig drankgebruik. Een delier kan ook komen door een ontsteking, hersenschudding of depressie.
Dementie onderzoek
- Uit onderzoek blijkt dat vooral oudere mensen met geheugenproblemen gebaat kunnen zijn bij het drinken van bosbessensap. Zij zouden dankzij het positief effect van bosbessensap hun leercapaciteiten kunnen verhogen. Het bosbessensap wordt bij voorkeur ‘s morgens gedronken. De onderzoekers wijten de positieve effecten van bosbessensap aan de grote hoeveelheid fytochemicaliën die deze vruchten bevatten. Dit zijn stoffen die een positieve invloed op het lichaam hebben.
- Door toename van het aantal kinderen met ouderdomsdiabetes (suikerziekte type 2) wordt verwacht dat het aantal jong dementerenden ook toe zal nemen. Suikerziekte verhoogt de kans op het krijgen van dementie. Onderzoek heeft een verband aangetoond dat een verkeerde leefstijl tijdens de eerste 25 levensjaren het risico op het krijgen van dementie drastisch vergroot.
- Onderzoek toont aan dat een supplement van B-vitamines het dementie proces kan vertragen bij een MCI.
- Matser heeft 2 onderzoeken gedaan met 86 voetballers naar hersenschade door voetballen te koppen. Uit dit onderzoek bleek dat hoe meer ballen er waren gekopt (het omslagpunt lag bij circa duizend kopballen), en hoe vaker een speler een hersenschudding had opgelopen, hoe groter de vermindering van hersenfuncties was in vergelijking met een controle groep.
Externe informatie of producten
We zijn extern onderstaande boeken, betreffende dementie, voor u tegengekomen:
- Dilemma’s bij dementie. Auteur Tim van Iersel, Nederlands, 139 pagina’s. Dit boek brengt de dilemma’s in beeld waar je voor komt te staan als je zorgt voor iemand met dementie. Tim van Iersel is ethicus en geestelijk verzorger in een woonzorgcentrum.
- De wondere wereld van dementie. Auteur Bob Verbraeck, Nederlands, 80 pagina’s. Een praktisch boekje dat verzorgers en familie van dementerenden in heldere bewoordingen inzicht biedt in de werking van de hersenen van dementerenden en wat dit betekent voor de begeleiding.
- De verborgen zin van dementie. Auteur Hans Stolp, Nederlands, 128 pagina’s. De auteur beschrijft een andere manier van omgaan met dementie en dementerenden, namelijk vanuit het hart.
- Dementie, achtergronden en praktijkervaringen. Auteur Jan Pieter van der Steen, Nederlands, 192 pagina’s. Dit boek legt uit hoe de antroposofie aankijkt tegen dementie. Dat wordt geplaatst naast de gangbare, op de moderne medische wetenschap gebaseerde kijk. De antroposofie beschouwt het mensenleven als onderdeel van een ontwikkelingsgang tussen een vorig en volgend bestaan.
- Handig bij dementie. Auteurs Ruud Dirkse & Lenie Vermeer, Nederlands, 224 pagina’s. Het gevoelsleven van de mens met dementie staat centraal. Daarnaast komen aanpassingen aan de woning en hulpmiddelen aan de orde.
Disclaimer voedingsdoelen
DietCetera geeft u met bovenstaande tekst slechts algemene informatie. Wij hebben deze tekst niet gericht op individuele personen en omstandigheden. Vanzelfsprekend hebben we wel getracht deze informatie zo duidelijk en correct mogelijk te omschrijven. U blijft echter zelf verantwoordelijk voor uw eigen keuzes en interpretaties. Mocht u specifieke vragen of problemen hebben dan adviseren we u contact op te nemen met uw (huis)arts, diëtist of andere deskundigen. DietCetera is niet aansprakelijk voor eventuele schade ten gevolge van het onjuist interpreteren van deze tekst.